DE GRAAFSCHAP-BODE - DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1965

JONGERENSCHRIJVEN

Volgend jaar:

Nieuwe roman van Hugo Claus

Ongeveer 350 kilometer hier vandaan ligt het Belgische plaatsje Nukerke. Een klein groepje huizen, dat sterk aan de middeleeuwen herinnert. Onder zijn bewoners telt Nukerke sedert een maand of vier ook de grootmeester in de Nederlandse letteren: Hugo Claus, schrijver van o.a. "De Hondsdagen", "Suiker" en Oostakkerse gedichten. Op zijn boerderij, omgeven door bomen en weilanden had ik een vraaggesprek met hem, dat ongeveer als volgt verliep:

Mijnheer Claus, kunt U in het kort Uw levensloop vertellen?

Ik werd geboren op 5 april '29. Toen ik acht jour oud was, ging ik naar een kostschool. Ik heb deze tijd altijd als een gevangenschap ervaren, en dit is zeer beslissend geweest voor mijn latere schrijverschap. Toen ik achttien was, verliet ik het ouderlijk huis en nam allerlei baantjes aan om in mijn onderhoud te kunnen voorzien. Ik heb van oktober tot december 1947 in de suikerindustrie gewerkt, hetgeen mij later inspireerde tot het schrijven van een kort verhaal en het toneelstuk "Suiker". Mijn eerste roman schreef ik, toen ik negentien was. Een kleine uitgever, Dries Massure, had mij beloofd een roman van mij uit te geven, als het een echte Amerikaanse zou zijn. Hij gaf deze niet uit, omdat ze naar zijn mening niet Amerikaans genoeg was. Ik stuurde het manuscript toen onder de titel "De Metsiers" in voor de Leo J. Krijnen-prijs en het boek werd in 1950 bekroond. Ik heb enkele jaren in Frankrijk en Italië doorgebracht waar ik veel filmscenario's geschreven heb. Ik ging na enige tijd terug naar Gent, met de bedoeling er vier weken vakantie door te brengen. Ik bleef er echter wonen. Nu woon ik in Nukerke, omdat zekere aspecten van het stadsleven mij gingen vervelen.

Uw romans zijn soms moeilijk te begrijpen. Zal dat de mensen niet afschrikken ze te kopen?

Ik geloof niet, dat ze zo moeilijk zijn. Ik verwacht van de lezer een zekere inspanning. Ik sta er op dat mijn werk herlezen wordt. Niet al mijn werk is echter even moeilijk. "De Metsiers" en "De koele minnaar" zijn boeken die gemakkelijk te begrijpen zijn. Ik heb ze geschreven als driestuiverromans voor "het betere publiek". Afschrikken doet de mogelijkheid van mijn werk de mensen niet, gezien de verkoopcijfers ervan.

Hugo CLaus spreekt met grote zelfvertrouwen over zijn werk. Hij tracht niet het door overdreven bescheidenheid te verminderen maar kent zelf heel goed de waarde van hetgeen hij geschapen heeft. Hij is een aandachtig ambachtsman, die precies weet hoe een boek in elkaar te zetten. Hij vergelijkt het met een meubelmaker die ook goed moet weten hoe uit de afzonderlijke onderdelen een tafel te maken. Claus' hulpstukken zijn uiteraard niet minder concreet dan die van een meubelmaker. Er komt een grote hoeveelheid fantasie aan te pas.

Als U zichzelf in een hokje zou moeten plaatsen, waaronder zou U zich dan rekenen?

Ik weet het niet. Velen scharen mij onder de experimentelen, maar ik heb een hekel aan dat woord. Elk kunstwerk is tenslotte experimenteel, het is steeds een andere en nieuwe beschouwing van de realiteit.

Wat zijn bij U de drijfveren die U aan het schrijven zetten?

Daar kan ik geen antwoord op geven. Die drijfveren veranderen steeds. Ik ben ook veranderd van jongen tot man en de drijfveren tot het schrijven veranderen mee.

Voelt U zich als kunstenaar boven de massa verheven?

Iemand die beweert als kunstenaar boven de massa te staan, is een romantische kinkel. Een schrijver reageert misschien anders op gebeurtenissen, daardoor is hij echter niet boven de massa verheven. Het is eveneens een sprookje dat een schrijver de ware aard van de mensen zou kennen omdat die nu eenmaal niet te bepalen valt. Men zou daarvoor honderd schrijvers moeten nemen en van de personen die zij gecreëerd hebben het gemiddelde bepalen. Misschien zou dat de ware aard van de mensen tonen, hoewel ik daaraan twijfel.

Heeft U nog een voorkeur wat betreft Uw romans, gedichten, verhalen en toneelstukken?

Een bepaalde voorkeur heb ik niet, alhoewel ik een zwak heb voor gedichten. Al mijn werk komt voort uit hetzelfde lustgevoel. Op een gegeven moment voel ik de dwang mededeelzaam te zijn en het hangt dan helemaal van de omstandigheden af in welke vorm ik dat doe. Een gedicht is het meest individualistisch, terwijl een toneelstuk het meest algemeen is, ik moet dan mededeelzaam zijn aan 2000 mensen tegelijk.

Wat beschouwt U als Uw beste werk?

Als mijn beste werk zie ik "De Verwondering", omdat ik daarmee de meeste risico's genomen heb.

Bent U in België niet zo geliefd als in Nederland?

In Nederland worden er meer boeken verkocht dan in mijn vaderland. Het zal zijn oorzaak wel vinden in het feit, dat de Belg minder ontwikkeld is dan de Nederlander. Een Belg leest ook minder en als hij leest zijn het meestal streekromans.

Wat zou U van de hedendaagse literatuur kunnen zeggen?

De moderne literatuur wordt een beetje verwaterd door de vele half volwassen literatuur-bedrijvers. De uitgevers moeten zorgen dat zij goede literatuur brengen. Zij laten zicg eerder soms wel eens misleiden door boeken die een goede verkoop beloven en letten dan minder op literaire waarde van het werk.

Uw toneelstuk "De dans van de reiger" wordt op het ogenblik verfilmd. Hebt U zelf het scenario gescheven?

Ja, evenals voor de film "Het mes". Het schrijven van een filmscenario is werkelijk een vak apart. De reden dat er niet meer goede filmscenario's geleverd kunnen worden is hierin gelegen dat de schrijvers geen training in het vak hebben. Het is dan ook een hele eer voor mij als Vlaming dat ik de opdracht gekregen heb een scenario voor een Nederlandse film te schrijven.

U leeft uitsluitend van de pen?

Ja, ik ben de enige Vlaming die van de pen leeft. Alle andere schrijvers hebben er een baantje bij zoals leraar, regeringsbeambte. Het is natuurlijk een hele druk steeds te moeten schrijven, maar ik kan niet anders, het is mijn levenshouding. Als het op een gegeven moment niet meer mocht gaan, klop ik wel aan bij sociale zaken.

Kunnen we binnenkort weer een werk van U verwachten?

In december van dit jaar verschijnt er een verzameling van mijn gedichten. De bundel zal ook mijn vroegste werk bevatten. Ik wilde eerst een selectie toepassen, maar hier ben ik van teruggekomen. Er staan vierhonderd gedichten in de verzameling, dus als een lezer een gedicht niet mooi vindt, kan hij altijd een paar bladzijden omslaan. Kan hij geen enkel gedicht waarderen, dan moet hij het boekwerk maar weggooien. Dan verschijnt er begin volgend jaar een roman waaraan ik momenteel nog bezig ben.

Kunt U de titel noemen en iets over de inhoud vertellen?

Neen, ik ben wat dat betreft een beetje bijgelovig.

Hugo Claus is ondanks zijn groot succes een heel eenvoudige man gebleven die heel hard werkt, zes uur per dag. De schrijver die met de Oostakkerse gedichten een hoogtepunt in de Nederlandse letteren bereikte, is te veel idealist om elk jaar een "De Metsiers" of een "Omtrent Deedee" te schrijven. Hij is een kunstenaar, die het uiterste van zijn artistieke kunnen vergt. Tevreden over zijn werk is hij nooit. Schrijven is een levenshouding van de man die met zijn werk steeds opnieuw zijn lezers weet te boeien en te verrassen. Wie zijn boeken een keer leest kent het verhaaltje, wie zijn boek twee keer leest wordt ingewijd in de intriges van het werk, drie keer zijn werk lezen betekent iets van de persoon Hugo Claus leren kennen...