HUGO CLAUS ALS REGISSEUR

"THYESTES"

DOOR "TONEEL VANDAAG"

In het Paleis van Schone Kunsten te Brussel regisseert Hugo Claus zijn toneelstuk Thyestes, een bewerking van het stuk Seneca (4 v.Chr.), in een produktie van « Toneel Vandaag».

Van ver reeds hoorden we de stem dreunen van Rudi van Vlaenderen. De repetities waren volop bezig.

Hugo Claus kwam ons begroeten : Ga daar maar zitten, maar je moet wel stil zijn. Een onooglijk zaaltje. Stoelen langs de muren waarop de nog zeer jonge acteurs van «Toneel Vandaag», naast de befaamde Nederlander Ton Lutz en de ervaren Alex Van Royen.

— Zo jongens, herbeginnen.

De regisseur is opnieuw op een kist gaan zitten. Ton Lutz en Rudi van Vlaenderen maken zich klaar, in burgerpak, tekst in de hand.

We proberen de scène die gerepeteerd wordt in het geheel van het stuk te plaatsen.

HAAT BIJ HALFGODEN

Atreus, koning van Argos en zijn broer, de verbannen Thyestes, worden verteerd door een grote haat voor mekaar. Atreus heeft een afschuwelijk plan : hij veinst vrede te willen sluiten met zijn broer en laat deze vergezeld van zijn zonen naar het paleis komen. De verzoening wordt op grootse wijze gevierd. Ondertussen heeft hij echter Thyestes zonen vermoord en schotelt ze nu aan hun vader voor. Na afloop van het eetmaal vertelt hij Thyestes dat deze zijn eigen kinderen heeft opgegeten.

Deze slotscène werd nu herhaald.

Thyestes (Rudi Van Vlaenderen) ligt op de grond. Ton «Atreus» Lutz trekt hem bij de haren en smeert hem het overschot van zijn kinderen in het gezicht.

Ton schijnt zelf vies van de (denkbeeldige) smurrie.

Regisseur Claus reageert: Ton, kan je niet bukken of ben je bang voor je broek ?

Even later.

Claus: Neen, Ton, dat zeg je toch verkeerd.

Lutz : Maar hoe wil je het dan ? Adagio of presto ?

Claus (onverstoorbaar) : Moderato cantabile.

Hier zelfs geen schijn van wrijving tussen regisseur en vedette. Alles verloopt in een kameraadschappelijke sfeer met eerbied voor elkaars talent. Of zoals Ton Lutz zei:

Och ik zal er niet rijk aan worden. Elke dag moet ik terug naar Nederland voor de herhalingen van een TV-programma waarvan ik de regie doe. Ik doe dit hier alleen omdat ik er plezier aan beleef en natuurlijk voor « meneer » Claus.

Maar dan toch voor een «meneer » Claus die zijn acteurs doet draaien, zijn aandacht geen ogenblik laat afdwalen en bij de kleinste intonatiefout correctie aanbrengt.

Atreus en Thyestes omstrengelen elkaar. Einde. Ton Lutz voert nog vlug een nummertje op « Kijk, de java», zegt hij.

Iedereen ontspant zich. De kelner brengt een verfrissing. Wij hebben nu even de tijd om Hugo Claus enkele vragen te stellen. Hij antwoord spontaan maar toch hebben we de indruk dat hij nog bezig is met zijn regie en zijn acteurs een aanwijzing zou willen geven hoe een bepaalde zinsnede moet worden gezegd om tot zijn absolute waarde te komen. Hij zegt het trouwens zelf:

— Als ik met iets bezig ben dan wil ik er ook alles uithalen. Anders zou ik er niet aan beginnen.

OVERSCHAKELEN

Als regisseur heeft hij ons reeds overtuigd. Toch intrigeert ons iets. We stellen hem de vraag: Van «In het Teken van de Hamster» hebt u van bestaande gedichten een geheel nieuw gedicht gemaakt. Van Uilenspiegel was een eerlijke bewerking broodnodig als tegengewicht voor die «katholieke» schoolboekjes. Waarom nu Thyestes van Seneca ?

— Je bedoelt waarschijnlijk, waarom weer een bewerking? Er komt bij elk schrijver wel een ogenblik dat « het creatieve » verstek laat. Sedert «Omtrent Deedee», nu zowat drie jaar geleden is er geen nieuw boek buiten die bewerkingen meer van me verschenen! Maar je moet toch bezig blijven, je in conditie houden. Net als een bokser die misschien ook maar elk half jaar een wedstrijd levert maar toch elke dag in het gym is voor zijn training. Die bewerkingen zie ik als vingeroefeningen. Wat niets afdoet aan hun waarde voor me. Het is voor mij hetzelfde of ik nu hier de regie doe of aan een roman zou werken. Alleen een kwestie van overschakelen op een andere post.

Waarom nu Thyestes van Seneca ?

Dat was een idee van Rudi Van Vlaenderen. Het stuk was al meer dan 1800 jaar niet meer opgevoerd. Terecht trouwens. Maar het lag mij wel. Er was die zin voor het sensationele, de moraal enz. Ik ben het dan gaan bezverken, maar wel met de gedachte om het zelf te regisseren.

EEN NIEUWE STIJL

Oh, daarom !

— Ja ik liep reeds enige tijd rond met enkele nieuwe regieideeën. In Thyestes heb ik ze willen toepassen. Ik wil er een declamatorium van maken. Mijn personages zijn halfgoden die weliswaar enkele menselijke trekjes hebben maar toch in een andere, een artificiële dimensie evolueren. Ik had genoeg van dat gewone spreken op het toneel. Het theater is geen gewone huiskamer of een café. Het is een plaats waar een ritueel plaatsgrijpt. Zo 'n ritueel wil ik nu brengen.

Dus geen binding met het heden zoals kon worden verondersteld bij het lezen van uw regieaanwijzingen, ik citeer: — Een oorverdovend gierend geluid. (Een reactievliegtuig) ?

— Neen, absoluut niet. Trouwens dat zinnetje werd geschrapt in het boekje dat van het stuk gaat verschijnen. Het was alleen maar een poging om de aard van het geluid aan te duiden.

Ik heb bij Thyestes geen enkel aanknopingspunt met uw vroeger werk gevonden, behalve dan uw eigen barokke taal...

— Er is inderdaad een duidelijke breuk. Ik meen tot nog toe realistisch geschreven te hebben. Thyestes daarentegen is zoals ik reeds zei artificieel, in de goede betekenis dan.

Dat correspondeert dan weer met het barokke ?

— Die lijn zie ik wel, ja.

Tot nog toe werden uw stukken meestal in Nederland gecreëerd. Waarom nu Brussel, of is de mentaliteit er hier dan zoveel beter op geworden ?

— Dat zou ik niet zo dadelijk kunnen zeggen maar ik heb hier beste voorwaarden gekregen. Met de Nederlanders Ton Lutz, die zoals u waarschijnlijk weet mijn vorige stukken regisseerde, en de bekende Alex Van Royen erbij vormen we een sterke groep.

Zou er ook geen verband bestaan tussen het feit dat men u genegeerd heeft als directeur KNS-Gent en deze creatie te Brussel plus uzelf als regisseur ?

- Geen woord meer daarover.

Zijn verontwaardiging lijkt ons eerder een pose. We geloven zelfs dat we niet ver mis waren met onze veronderstelling dat er inderdaad een verband bestaat.

Lachend herhaalt hij: Daarover geen enkel woord meer. Schrijf het zo maar neer.

UIT LIEFDE VOOR HET TONEEL

Iedereen is opnieuw paraat. Er kan weer gewerkt worden. We blijven nog kijken naar de herhaling van de scène tussen « Furie » Mary Duyvelaar en «de geest van Tantalus » Alex Van Royen.

Na afloop feliciteert de regisseur de knappe Mary.

Tot Hugo van den Berghen:

Vind je niet dat ze het prima doet ?

Mary Duyvelaar : Het wordt nog beter. Ik begin er echt in te komen.

Het is al heel laat geworden. We nemen afscheid. Het is nu weer de beurt aan Lutz en Van Vlaenderen. Terwijl we geruisloos naar de uitgang sluipen horen we Claus nog de opmerking maken :

Dat laatste moet je op een andere toon zeggen, Rudi. Jij zegt immers de essentie, jij bent overwinnaar, begrijp je?

Op weg naar Antwerpen moeten we toch even aan Ton Lutz denken, die nu nog naar Nederland moet. Ook bij de grootsten vind je nog liefhebbers.

fonny boesmans