De Vlaamse TV heeft zes films over de geboorte in de maak. Een opdracht ging naar Hugo Claus.

IK WIL DE PURE LIEFDE VERHEERLIJKEN

WATERLOO R. H. Schoemans en A. Buys (foto's)

« Ik kwam uit Cuba terug met een gevoel, alsof ik peppillen had gegeten. Alsof ik high was, helemaal trillerig van opwinding. Ik voelde me ontzettend opgekikkerd door alles wat ik daar had gezien, gehoord, meegemaakt. Ik had nooit gedacht dat ik zo zou kunnen reageren. Ik ben van nature een zeer wantrouwig iemand, maar toch...»

Aldus Hugo Claus, veertien dagen na zijn terugkeer uit Havanna, waar hij België «vertegenwoordigde» op een internationaal kultureel kongres.

«Om over Cuba te praten zou ik rustig moeten gaan zitten,» zegt hij. «Het is voor mij echt een overweldigende ervaring geweest. Daar kan ik me niet met twee woorden vanaf maken... »

Koepel

We staan in Studio A van Universal Video (TV, films) in Waterloo. In opdracht van de Vlaamse TV regisseert Hugo Claus er een (zelgeschreven) film. Titel: «Speelmeisje ». Het is maandagmorgen, kil, en in de studio heeft de koude van het weekend zich onwrikbaar vastgenesteld. De zwaar dreunende verwarming kan de grote, holle ruimte niet op zo een korte tijd warm krijgen. Hugo Claus loopt er rond met een zwarte overjas, waaronder verschillende lagen van kledingstukken te onderscheiden zijn : een zwart ribfluwelen jasje, een bruin streepjeshemd, open aan de hals, een woeste, losgeknoopte das, onderlijfje...

«Is het niet prachtig ?» vraagt hij me, terwijl hij een gebaar maakt in de richting van het decor. Midden in de studio staat een uit honigraat-elementen opgebouwde plexiglas-koepel, waarin een gigantisch instrumententenbord (flikkerende lampjes, een TV-scherm voor diaprojektie), een stoel op wieltjes, een futuristisch « zithoekje » en een futuristische slaapkamer.

Akteur Rik Andries « rijdt» met zijn stoel op wieltjes heen en weer tussen het kontrolebord en zijn zithoekje, waar een Japans go-spelletje op een tafeltje ligt. Claus bekijkt het tafereel met liefde. Het verhaal van de film : In het jaar 5.000 (of 50.000) zit een schildwacht van de planeet Terra (de aarde) in zijn kommandopost op de verre planeet Azza. De planeet Azza wordt bewoond door monsterachtige dwergjes, die nog nauwelijks iets menselijks hebben. Schildwacht Frank wekt de bezorgdheid van zijn aardse bazen. Zijn produktie laat de wensen over. Er bestaat een middel om hem op te kikkeren: hij moet trouwen. (Een verordening in die zin bestaat in de dienst der schildwachten.)

Liefde

Men biedt hem voor dat doel een «speelmeisje» aan : een betoverend mooi vrouwtje, dat er zeer, zeer menselijk uitziet, maar in feite niet méér is dan een ingenieus stuk speelgoed, dat na drie jaar sterft. De resten van de speelmeisjes worden door de schildwachten op de planeet Azza geworpen, waar de Azzanides ze gretig verzamelen, om ze vroom te vereren. Frank weigert het speelmeisje, maar zijn chef stuurt er hem toch een eksemplaar van : Barra. Alhoewel aanvankelijk afwijzend, gaat Frank uiteindelijk toch van haar houden. Gevolg: Barra krijgt een kind, iets wat tot dan toe onmogelijk was. Maar dat is nu eenmaal het wonder van de werkelijke liefde. Zowel Frank als Barra zullen voor een rechtbank moeten verschijnen. Frank verzet zich tegen de arrestatie. De Azzanides, geprikkeld door de « signalen » (liefde, geboorte enz.) breken in de schildwachtenkoepel binnen, en storten zich op de schildwachten en het speelmeisje. Alles kapot, iedereen dood...

(De rol van Frank wordt vertolkt door akteur Rik Andries, speelmeisje Barra is TV-Sonja Cantré...)

Hugo Claus : « Bij de Vlaamse TV wilde men dus een reeks maken van zes films, met als bindtema « de geboorte ». Een echt Vlaams onderwerp dus. Ik wilde geen verhaal maken met die ouwe driehoeksverhouding van man, moeder, kind. Ik wilde iets maken waarin de pure liefde wordt verheerlijkt. Het is dus dit geworden, een hyperromantisch gegeven... »

Kineast Robbe de Hert (die ook een film in de reeks zal maken) : «Ik heb een verhaal met ongeveer dezelfde gegevens reeds gezien op TV. In de serie « Twilight Zone »

Zes

Claus : « Voor mij hoéft het ook niet honderd procent origineel te zijn. Ik geef niet on clichés, ik gebruik voortdurend clichés in mijn verhalen. Dat is allemaal slechts uiterlijk. Het gaat er alleen maar om, wat je erin legt. De diepere inhoud van je verhaal, dat mag geen plat, afgezaagd cliché zijn. En dat is het dan ook niet... Alles welbeschouwd is dit verhaal hier gewoon een science-fiction-versie van het oude sprookje. Een prinses is door een boze baron opgesloten in een kasteel, en wordt tot leven gewekt door de liefdevolle kus van een mooie prins..."

Hij vindt het wél spijtig dat ik zo vroeg op de dag ben gekomen : «Straks is er hier méér te beleven. Dan komt een speelmeisje in eng, zilveren maillot een sensueel dansje opvoeren... »

Ik wacht zolang. Producer Roland Verhavert (die ook «De Vijanden» produceerde) vertelt:

«De enige bedoeling van deze reeks is zes goede filmpjes van elk veertig minuten te maken. De regisseurs: Herman Wuyts, Hugo Claus, Robbe de Hert, Paul Collet, Peter Simons, en ikzelf. Dat tema, «de geboorte» ? Dat heeft men zomaar genomen, om ergens een bindmiddel te hebben. Nu kunnen ze die filmpjes uitzenden als een soort feuilleton. En eventueel kan men twee van die films samenvoegen, en er dus één grote speelfilm van maken...

Tijdens de middagpauze (Claus eet aardappelen met rauwe steak) praten we over Cuba.

Claus : «De bedoeling van dat kongres was dus al die intellektuelen kennis te laten maken met Cuba, en tegelijkertijd bepraten wat zij konden doen voor de onderontwikkelde landen. Ik was er dus voor België, samen met een hele sliert professoren van de Brusselse universteit: sociologen, ekonomen enz. Voor Nederland waren er o.a. de schrijver Harry Mulisch, komponist Peter Schat, journalist Han Lammers, enz. »

Castro

« Wel... ik geloof dat de algemene indruk voor iedereen ongeveer dezelfde was : een reusachtige verwondering. Wij hebben daar allemaal een volstrekt nieuwe samenleving, een nieuwe maatschappij ontdekt. Alles is er zo informeel, iedereen lijkt er zo idealistisch, het is een sfeer die wij ons hier werkelijk niet kunnen voorstellen... Vrijheid ? Ja, ik geloof dat de Cubanen vrij zijn. Pas op: er bestaat, een strenge planning, er liggen wel strenge wetten aan de basis, maar de uitvoering van die plannen gebeurt zo ontzettend soepel, met een zo grote vrijheid, dat je echt nooit het gevoel hebt, dat je b.v. wél hebt in een Oosteuropees kommunistisch land. Je weet wel, het beklemmende gevoel dat je omringd bent door robotten, door mensen die leven via slagzinnen en parolen. De betrekkingen tussen het volk en de regering zijn er dan ook zeer speciaal. In die regering zitten meestal jonge mensen, van mijn generatie, zelfs van de jouwe. Het zijn mensen die méégaan met hun tijd. Als de mensen in het land veranderen, dan groeit de regering met hen mee. En dat kan gemakkelijk, omdat die mensen in de regering zich niet opsluiten in marmeren paleizen, zich niet afzonderen achter dikke deuren, waar paleiswachten voor staan. Het is in Havanna b.v. even gemakkelijk om Fidel Castro te ontmoeten, als b.v. hier de portier. Je gaat gewoon naar de man toe, en je vraagt of je hem kan spreken. Of als je zit te praten met de minister van kultuur, dan put die man zich niet uit in beleefdheden, of verschuilt zich niet achter holle frazen. Hij praat écht met je, en hij wil dat je hem maar meteen met de voornaam aanspreekt... Of... Neem nou hun voorzitter van de akademie voor wetenschappen. Een stijve, deftige figuur ? Niets van. Het is een jonge kerel met een baard en slordige kleren, die je hier midden in de kantine zou kunnen neerzetten, en niemand zou hem opmerken... »

(Ter verduidelijking : de kantine barst van «jonge Vlaamse filmers» met baarden en slordige kleren...)

Vrijheid

Claus :«Kijk, een heel goed voorbeeld van hoe informeel die betrekkingen tussen volk en leiders wel zijn. Ik heb dus Castro horen — en zién — spreken. Midden in zijn redevoering werd hij onderbroken door een negerinnetje van 18 jaar of zoiets. Hier zou zo een man niet eens naar dat ding hebben geluisterd. Stel je voor, VDB die zich in de rede laat vallen door een meid van achttien... Maar Castro luisterde wél naar de opwerpingen van dat kind, hij gaf haar een antwoord, diskussieerde met het publiek. Zoiets laat een onuitwisbare indruk na bij de bezoeker... En nog over de vrijheid. Neem de kunstenaars. Kunst is zéér belangrijke in Cuba. Kunst wordt er beleefd als een dagelijkse noodzaak. Je kan er tot lang na middernacht elektronische muziek horen in de grote lanen van Havanna... Er zijn wél materiële beperkingen, vooral door de Amerikaanse blokkade. Alles moet ten slotte per schip naar het eiland worden gebracht. En wat vroeger uit Amerika kwam, dat komt nu niet meer... Maar geestelijke vrijheid, ja, die is er. Als een kunstenaar het niet helemaal eens is met het regime, dan zégt hij dat... Maar ontzettend veel belangrijker, vind ik nog wat er onder de bevolking omgaat. Ik heb met tientallen mensen gesproken, alle soorten van mensen. Het is verbazend op wat voor een niveau je met die lui kan spreken. Zelfs met de meest gewone arbeiders kan je nog een interessant gesprek voeren over aktuele problemen, over dingen als vrijheid, of politiek... Daar mag je aan een vent in een café vragen waarom hij kommunist is, en hij kan je een antwoord geven, helder, duidelijk, zonder vooroordelen. Om kort te gaan : je vindt er om de brede lagen van de bevolking een niveau van intellektuele interesse zoals je dat zeker niet vindt in België of Nederland, of om het even waar in Europa... »

Rechtvaardig

Nochtans, Cuba is een arm land. Dat heeft de Amerikaanse blokkade in elk geval kunnen bereiken. Claus daarover :

« Die blokkade is verschrikkelijk. Dat besef je eigenlijk pas als je hoort dat afgevaardigden, die uit Venezuela of uit Guatemala kwamen, een hele omweg moesten maken via... Praag. Anders konden ze niet: vanuit hun eigen land gaan er geen vliegtuigen naar Cuba. En het vliegtuig uit Mexico — het enige land in Zuid-Amerika dat normale betrekkingen met Cuba onderhoudt zat vol. Dus maakten ze maar een omweg van vele duizenden kilometers. Het gevolg van die blokkade is natuurlijk : gebrek aan alles en nog wat. De mensen in Cuba hébben het slecht, in vergelijking met de mensen hier bij ons Maar ik geloof toch dat 80 t.h. van de bevolking er nu béter leeft dan voor de revolutie. En vooral: de mensen weten nu dat er rechtvaardigheid heerst, dat iedereen gelijk is, dat ze allen hetzelfde worden behandeld. En ik geloof dat dat belangrijker is dan welvaart, dat schept een klimaat van solidariteit, van idealisme. Zoals wij ons dat hier in Europa nauwelijks kunnen voorstellen... »

Slotindruk: «Het was een verfrissend bad... Het was alsof ik peppillen had gegeten, ik rilde van emotie... Alhoewel ik er niet méér heb gezien dan een normaal werkend demokratisch volk. Maar dat is iets zeer speciaals, denk ik... »

Drift

Dan staan we terug in de studio. De camera loopt weer, Claus geeft zijn instrukties. In de kleedkamer zijn er intussen problemen :speelmeisje Sonja Cantré vindt haar gewaagd speelpak té gewaagd en daarenboven niet schoon, terwijl speelmeisje Annelies Vaes (aktrice Kamertoneel) rillend van de zenuwen bij de kapper zit. Sonja Cantrés pak moet hermaakt worden, Annelies Vaes glijdt als een slang rond aardse schildwacht Freddy Devree («Smitt»).

Claus : «Filmen vind ik geweldig... Of de rest van mijn werk eronder lijdt ? Ik geloof het niet... Ik heb wat minder publiceerdrift dan vroeger. Dat is alles. Ik heb momenteel allerlei dingen klaarliggen. Maar ik laat ze liever liggen. Er is een toneelstuk bij over Kongo, en Leopold II. Gewaagd stuk, dat durven ze hier toch niet spelen. Waarom zou ik er dus verder aan werken ? ... »

En dan : «O, als je toch iets over Cuba schrijft, vergeet dan dit niet. De politie in Havanna heeft een zeer diepe indruk op me gemaakt. Vrouwelijke politieagenten van 18, 19 jaar. In minijurk. Werkelijk biezonder prettig...»