HET PAROOL - woensdag 28 februari 1968

NA 'DE VIJANDEN' NOG PLANNEN VOOR 5 FILMS

Hugo Claus: veelzijdigheid noodzaak

DIT is een tijd van specialisatie. Het Cocteau-syndroom, de universele veelzijdigheid van de kunstenaar, zie ook Da Vinci en Goethe met zijn kleurenleer, dat wordt a priori ongepast gevonden. Mijn ideaal is: zes maanden per jaar schrijven, zes maanden regisseren. Dat hoort niet, vindt men. Ik heb altijd willen regisseren, maar het werd nooit serieus genomen. Laat hij maar een roman of een toneelstuk of een mooi gedicht schrijven, zeiden ze dan."

"Ik wil geenszins van de taal af, maar zie het regisseren als een normaal complement van het schrijven. Vaak heb ik dingen te vertellen, die alleen via films of toneel duidelijk te maken zijn. Verder schilder ik al heel lang. Mijn atelier is in de andere vleugel van de boerderij, maar ik ben niet geneigd mijn werk te tonen. Het is een privé hobby. Tentoonstellingen houd ik niet meer. Vier jaar geleden is er een retrospectieve geweest en ik heb toen gezegd: "wat nu niet verkocht wordt, verbrand ik allemaal." Aan dat woord heb ik mij uiteraard niet gehouden."

De boerderij van Hugo Claus: een fors, kasteelachtig, bijna drie eeuwen oud bouwwerk in Nukerke ten zuiden van Oudenaerde, een kwartier rijden van de Franse grens. Een boomgaard, een paar schapen en een eindeloos uitzicht over wit bevroren, golvend land. In de tuin een baan voor jeu de boule en enkele even treffende als onhandige houten beelden van een voormalige Duitse mijnwerker, die Claus in Stuttgart heeft gekocht. De schrijver zit in de ruime zitkamer van zijn comfortabele woning bij de schouw en bereidt zich geestelijk voor op de première van de eerste door hem geregisseerde film, "De vijanden", die morgen in de Nederlandse bioscopen gaat draaien.

"Ik had met Fons Rademakers, die de rol van de gevangen Duitse soldaat speelt, afgesproken dat hij zich tijdens de opnamen nergens mee zou bemoeien," zegt Hugo Claus, "want hij is een oude rot in het regievak. Hij hééft niets gezegd, maar wél meende ik te merken, dat hij vaak radeloos naar mijn gestuntel keek en nauwelijks zijn mond kon houden. Hij is overigens niet de klassieke Duitser, maar meer het Weense type. In ieder geval, ik heb het gedaan en ik hoop meer films te kunnen maken. Maar de regering geeft zeven miljoen franken, dat is 500.000 gulden, per jaar voor de Vlaamse speelfilm, net als voor de Waalse. Dat is voldoende voor één grote film, maar daar moet alles mee gebeuren, ook het steunen van filmmanifestaties etcetera. Er zijn vier filmscholen, die vijf tot zes regisseurs per jaar afleveren. Dat is dus een hopeloze situatie. Ik heb zelf zo'n vijf reële lowbudget projecten klaarliggen, maar als het zo doorgaat, moet ik wel vier of vijf jaar wachten voordat ik weer aan de beurt ben. En het particuliere kapitaal hier wordt meestal in Franstalige films gestoken."

Niet vastgeprikt

Ik film ook graag, omdat ik niet vastgeprikt wil worden op één facet van mijn creativiteit. Ik kan niet tegen definitieve, afgebakende dingen. Voor het geld, dat de verbouwing van deze boerderij destijds heeft gekost, had ik bijna Frank Lloyd Wright uit Amerika kunnen laten komen om een nieuw huis te bouwen. Maar een verbouwd huis is lang niet zo definitief en op de toekomst gericht als een nieuw huis. Daarom wilde ik dat niet. Ik heb een onredelijke haat tegen architecten. Dat is natuurlijk ook angst. Omdat ze je iets opdringen. Zo troosteloos en functioneel als de Hollandse architectuur is, zo protserig en snoeverig is de Belgische. Ik heb deze marmeren vloer in de boerderij laten leggen. Daar ben ik zelf Belgisch en kitscherig genoeg voor. Mijn esthetische vrienden zeggen nog aldoor, dat dit niet kan en dat het beslist strakke tegels hadden moeten zijn. Er is nu wel sprake van een soort erkenning van mijn werk in België zelf, maar het gaat daarbij hoofdzakelijk om de kinderachtige nonsens, die ik uitbraak in een stuk als "Het Goudland" naar het boek van Conscience bijvoorbeeld. Voor het zwaardere werk is hier geen interesse. Er zijn misschien honderd Vlamingen die mijn roman "De verwondering" hebben gelezen. Maar aan de andere kant wordt het me kwalijk genomen, als ik zorgeloze en lichte dingen schrijf. Een kunstenaar moet immers graven naar de waarheid en de kern van het leven. Toch gun ik mezelf het recht op mijn tijd vulgair en platvloers te zijn. "Masscheroen", dat in Knokke in première is gegaan, heeft blasfemische kanten en bovendien komen er drie naakte mannen in voor. Marina Schapers, in de hoofdrol, droeg slechts een kuisheidsgordel. Hoewel zij geen professionele actrice is, speelde zij geweldig goed. Vanmiddag komt het parket hier bij mij thuis, omdat iemand een klacht over "Masscheroen" heeft ingediend. We zien wel hoe dat afloopt. Met de tekenaar HugOKé ben ik bezig aan een serie boekjes met stripverhalen over de figuur Belgman, geboren uit de verkrachting van een Vlaamse maagd door een Waalse onverlaat. Het eerste deeltje over de geboorte van Belgman en de strijd tussen de vlammetjes en de Walletjes is nu uit."

Cuba-gedicht

VERDER werk ik wél heel serieus aan een lang gedicht over Cuba, dat bij de Bezige Bij zal verschijnen. Het wordt een soort collage-gedicht, in de trant van "Teken van de hamster", maar minder erudiet, naar hedendaagse normen misschien al te helder en doorzichtig. Ik ben nu twee keer op Cuba geweest, in 1960 en nu juist weer. In mijn gedicht stel ik het ten voorbeeld aan de hele wereld. Het is iets geweldigs . wat daar gebeurt. Voor mij is Cuba een bestaande utopie. Cuba heeft een zeer eigen vorm van marxisme-leninisme en Fidel Castro is het voorbeeld van dé onafhankelijke denker. En er is een prachtige, open communicatie tussen hem en het Cubaanse volk. De Cubanen hebben niets, alles is streng gerantsoeneerd, er is in Havana geen stuk chocolade te koop, hoofdzakelijk door de Amerikaanse blokkade van het eiland. Als je dan in West-Europa terugkomt, stijgt er een walg in je op. In Brussel liggen 38 soorten chocola in een etalage. Dat is een zinloos tegen elkaar opbieden, daar word je misselijk van. Als ik hier overal banken zie bouwen, voel ik me een ouderwetse revolutionair uit de vorige eeuw worden. Geld is goed als er iets anders tegenover wordt gesteld, maar ik ben fel tegen vermenigvuldiging van geld door geld. De Oost-europese landen liggen me minder goed dan Cuba. Ik houd niet van het wijde-broekspijpen-communisme. Ik bewonder ook wat de Cubanen en hun vrienden op het Zuidamerikaanse vasteland doen. In het volgende nummer van Randstad verdedig ik Régis Debray. De Leuvense studenten richten hun revolte tegen kapitaal en kerk, ook al schrijven veel kranten dat het opgerispt nationalisme rondom de Vlaamse leeuw is. Het is een verheugend teken in dit mediocre land, waarop ik kritiek oefen niét uit een superioriteitsgevoel, maar uit een verstikkende beklemdheid. Er heerst een chaos van onkunde en onbegrip en de berekening, van profijt en winst is geheel in onze zeden getreden. "Geld is de moedermelk van uw gedachte", dat is een regel uit mijn Cuba-gedicht. Het is vol van een wat pompeus gestelde agressiviteit en verzet tegen heel veel dingen."

Oorlog-opera

"VOOR de opera "Morituri", die op 27 mei in de Brusselse Muntschouwburg in première gaat, heeft Maderna de muziek en heb ik het libretto geschreven. De tekst verschijnt ook bij de Bezige Bij. Het is een protest tegen de oorlog, een heel cleane oorlog in dit geval, en ik wil ook het zinloze en immorele gedoe van de bevrijders en verbeteraars in landen van anderen aan de kaak stellen. Het libretto is vol compacte actie, maar op aandringen van Maderna heb ik die actie doorbroken met wat meer elegische momenten, die enige hoop geven. Er gaan dan nog geruchten, dat ik dramaturg van Ensemble word. Dat is beslist niet waar. Ik heb me alleen bereid verklaard advies te geven, als ze mij dat vragen. Verder ga ik "Lysistrata" van Aristophanes regisseren bij Ensemble en "The Revenger's Tragedy" van Cyril Tourneur voor hen bewerken. Krijn ter Braak gaat dat regisseren. Ton Lutz heeft mijn tweede stuk "Uilenspiegel" meegenomen om het te bestuderen bij Ensemble. De Nederlandse Comedie gaat het niet spelen. Ramses Shaffy zou de hoofdrol krijgen van de beatzanger, die langzaam tot een ander inzicht komt. Deze eminente toneelkenner heeft het echter laten afweten, omdat hij mijn stuk te zwak vond. Hij kan zich beter bij zijn folkloristisch cabaret houden. Mijn tweede "Uilenspiegel" is een sterk politiek gericht stuk, waarmee je hechte bindingen moet hebben. Uilenspiegel is voor mij zo'n boeiende figuur, dat één stuk over hem voor mij niet voldoende was. Is die foto niet zo te maken, dat ik niet op een zelfvoldane dikzak lijk, maar op een gekwelde, in de toekomst starende dichter met ingevallen wangen?"

door BEN DULL