REGISSEUR AAN HET WERK MET 'PAS DE DEUX'

VIER TONEELPRODUKTIES? HUGO CLAUS DRAAIT ER ZIJN HAND NIET VOOR OM

(van onze correspondent)

Amsterdam — Toneel in het toneel kan uitermate verwarrend werken. Wanneer acteurs in een bepaald, stuk acteurs "spelen" die een stuk opvoeren, kost het soms de grootste moeite om die zaken uit elkaar te houden. Een schrijver als Pirandello bijbeeld maakte van dit oeroude gegeven dankbaar gebruik om de tegenstelling tussen toneel en werkelijkheid zichtbaar te maken. Maar niets is verwarrender dan een repetitie van een repetitie bij te wonen... Dat was het geval toen we in het Nederlands Theatercentrum aan de Amsterdamse Stadhouderskade talloze trappen beklommen om te zien hoe Hugo Claus met een aantal spelers aan zijn nieuwste stuk "Pas de Deux" werkt, dat maandag 20 november in de Utrechtse Stadsschouwburg komt. De repetitie is nog maar amper begonnen of de telefoon gaat. "Voor jou, Marja", zegt acteur Peter Romer (zoon van Piet) die de hoorn heeft opgenomen. Actrice Marja Habraken loopt geïrriteerd naar de telefoon en antwoordt: "Nee, Koos, verdomme. Ik ben aan het werk, begrijp je dat? Ik kan hier niet gestoord worden".

REPETITIE

Het is totaal overbodig om je druk te maken over de brutaliteit van ene Koos, want het hoort allemaal bij Pas de Deux. Dit stuk van Hugo Claus gaat namelijk over de repetitie van een bepaald stuk. De regisseur is ziek geworden en daarop besluiten de acteurs van het stuk (Ton Lensink) en de actrice (Marja Habraken) om samen met de inspiciënt (Peter Romer) die zorg draagt voor de licht- en geluidseffecten, een onbetaalde repetitie te houden om niet al te zeer op het tijdschema achter te raken.

Hugo Claus: "Die acteur en die actrice hebben vroeger een verhouding gehad en tijdens de repetities van dit nieuwe stuk worden ze weer met elkaar geconfronteerd. Over de wrijvingen die hierdoor ontstaan gaat Pas de Deux. Je moet het zien als een spel tussen de eerste realiteit (de beide mensen in hun dagelijks leven) en de tweede, de realiteit van het toneel. Tussen die twee polen schommelen ze steeds".

CONFRONTATIE

"Maar het is ook een soort doorlopende confrontatie met "het" toneel, met de maskers die we in het dagelijkse leven dragen. Je zult zien dat wanneer die acteurs hun vaste vorm hebben, hun tekst en hun mise-en-scène — dat geeft hun een bepaalde zekerheid — ze minder remmingen hebben. Wanneer Ton en Marja in het stuk acteur en actrice zijn, kunnen ze opeens wel beter met elkaar communiceren. Mensen hoeven eigenlijk niet zo nodig open en eerlijk tegen elkaar te zijn, ze moeten het alleen eten te hanteren. Onder het mom van openheid en eerlijkheid gebeuren vaak de stomste dingen".

Op de vraag of hij hier misschien doelt op de experimenten van wijlen toneelgroep Studio, antwoordt Claus:

"Nee, dat niet bepaald. Maar misschien bepaalde facetten van Studio".

GEEN CONCESSIE

"Pas de Deux" wordt dit seizoen gespeeld als vrije produktie. Maar het stuk wijkt sterk af van wat we in het algemeen onder een vrije produktie verstaan. Zeker, ook nu telt het stuk één decor en slechts een gering aantal acteurs (dit om de kosten zo laag mogelijk te houden), maar "Pas de Deux" behoort niet tot de vele pretentieloze blijspelen waarmee onze markt de afgelopen jaren is overstroomd.

Hugo Claus: "Ik heb geen enkele concessie gedaan omdat dit nu toevallig een vrije produktie is. "Pas de Deux" is ontstaan uit een zeker onbehagen toen ik vorig seizoen bij het Amsterdams Toneel een ander stuk van mij, "De Vossenjacht", repeteerde. Ik kon toen niet voldoende op de mensen overbrengen wat ik bedoelde. De fragmenten die Ton Lensink en Habraken in "Pas de Deux" repeteren zijn dan ook weer uit de Vossenjacht afkomstig."

De Claus-liefhebber kan dit seizoen overigens zijn hart ophalen. Na "Pas de Deux" schrijft en regisseert Hugo Claus nog een andere vrije produktie, namelijk het blijspel "Blauw-Blauw", verder werkt hij nog met de toneelgroep The Family aan een bewerking van de film "Pierrot le Fou" van Godard onder de titel "Gekke Gerrit" en ten slotte speelt toneelgroep Globe een reprise van Claus' "Een bruid in de morgen". Moeten we al aan een Claus-jaar geloven, nog voordat de schrijver dood is?

Hugo Claus: "Tja, ik kan dit elk jaar (lachend). Ik draai hier m'n hand niet voor om. Ik moet nu eenmal kwantiteit maken om kwaliteit te produceren. Dat is geen deugd, zo functioneer ik nu eenmaal. Daar kan niets aan doen. Maar misschien ben iets minder lui dan mijn collega's. Wie weet..."