HUGO CLAUS: LIEVER VOOR TONEEL SCHRIJVEN DAN ER NAAR KIJKEN

HAARLEM — Hugo Claus houdt er niet van toneel te kijken. Hij krijgt de neiging het toneel op te springen en de spelers te vertellen wat ze fout doen.

"Ik heb de fysieke gêne als ik mensen op een paar meter afstand onkundig bezig zie. Het is net als met corrida's. Je moet er heel veel zien voordat je dat ene moment van gratie en kracht ook werkelijk kan ervaren. Toneel schrijf ik liever zelf, dan het over me heen te laten komen. Zoals ik ook geen romans wil lezen. Die schrijf je, maar je hoeft ze niet te lezen".

Het is geen wonder dat hij ook een stuk heeft geschreven over toneelspelers. Het heet "Pas de deux" en gaat donderdagavond in de Haarlemse stadsschouwburg in première. Ton Lensink en Marja Habraken spelen in dit stuk een acteur en actrice die — bij afwezigheid van de regisseur —een fragment van een stuk doornemen. Zij doen dat op vier verschillende manieren: in de stijl van een conversatiecomedie van Noël Coward; in de stijl van Grotowski ("Schuimbekkend over de vloer rollen"); in Oosterse stijl — een beetje in de trant van het Japanse Noh-theater en tenslotte in realistische stijl. Het fragment dat gespeeld wordt is een scène uit "De Vossejacht", de bewerking door Hugo Claus van Volpone" van Ben Johnson. "De vossejacht" werd vorig jaar gespeeld bij het Amsterdams Toneel. De twee spelers in "pas de deux" hebben vroeger een verhouding gehad maar hun opvattingen daarover en over elkaar blijken ze veel beter te kunnen uitdrukken via hun toneeltekst dan in hun gewone doen. "Pas de deux" is' volgens Claus een pleidooi voor "de vorm", waarin je probeert eerlijk te zijn.

"De (kwasi)-eerlijkheid, waarom men zo schreeuwt, is even verneukeratief als de grootste pose", zegt Claus en benadrukt dat het stuk geen illustratie is van een probleem van contactstoornis tussen twee mensen. Het is een poging om "een ogenblik van eerlijkheid" te vatten. Hugo Claus regisseert het stuk zelf. Zoals vaker. Maar bij het schrijven van een stuk, denkt hij niet aan zijn functie als regisseur, noch aan de spelers die het zullen vertolken. Bij het schrijven wil Claus "mensen tevoorschijn roepen". Hij geeft toe dat hij wel eens teleurgesteld is als hij zijn stuk ziet spelen. Maar hij voegt er aan toe dat hij over Lensink en Habraken "uiterst tevreden" is, omdat ze "een enorme inzet" hebben en "heel aandachtig hebben geluisterd". Hij voelt wel voor improviseren met acteurs maar dan alleen als hij lange tijd met ze heeft samengewerkt. Bovendien vindt Claus dat improvisatie op basis van een stuk over improvisatie dubbel op is en een zeer riskante zaak. Claus werkt zijn thema's op zeer verschillende manieren uit. Zijn romans en toneelstukken kunnen er heel verschillend uitzien. Als ik hem vraag met welk vroeger werk er een lijn is naar "Pas de deux", zegt hij dat "het minder een geval van lijnen is dan wel van fragmenten". Dat heeft mede tot gevolg dat "er zeer grote verschillen in kwaliteit" zijn. Wat toneel betreft, zegt Claus, speel je bovendien "veiliger" als je het bij realisme houdt. Claus herinnert aan zijn poppenkast-achtige stuk over Leopold II en de Kongo. Dat stuk viel; de kritiek verweet Claus kinderachtigheid. Claus verwijt de kritiek, dat men niet gezien heeft dat de kinderachtigheid juist als stijlmiddel werd gebruikt. In ieder geval voelt bij er kennelijk weinig voor om in die trant weer te schrijven. Claus is telkens anders in zijn werk.

"Vandaar dat ik naast elkaar romans, poëzie en toneel schrijf", zegt hij en toont enig ironisch begrip voor mensen die het moeilijk kunnen accepteren dat iemand een realistisch stuk als "Vrijdag" schrijft ook "Leopold II" kan maken.

"Wat een onzin", zegt Claus, over een dergelijk wantrouwen. "Men zou ook kunnen zeggen: wat gelukkig dat hij niet doorborduurt met stukken over de kleine middenstand. Het blijkt dat ze behoefte hebben aan een vast punt en dat ze zelf dat vaste punt zouden willen zijn".

Claus heeft na "Pas de deux" weer een stuk geschreven: "Blauw blauw" Aanvankelijk zou hij "Private lives" van Noel Coward bewerken. Maar hij schreef een eigen stuk, dat alleen hetzelfde uitgangspunt heeft als dat van Coward, namelijk twee paren, waarvan de ene man vroeger met de vrouw van de ander was getrouwd. Anders dan bij Coward bestaat het ene paar uit twee homofiele vrienden. Het wordt op het ogenblik ingestudeerd door Guus Oster, Fons Rademakers, Ellen Vogel en Cas Enklaar. Intussen worden Claus' eerste stukken van zo'n vijftien jaar terug weer opgevoerd. Vorig seizoen was dat "Suiker" door de Noordercompagnie en dit seizoen doet Globe weer "Bruid in de morgen", andermaal in de regie van Ton Lutz.

"Ik ga kijken omdat Ton het doet", zegt Claus, die er niet van houdt geconfronteerd te worden met zijn vroeger werk.

"Ik kan geen boek van mij herlezen als het een keer geproduceerd is. Ik heb een paar duizend gedichten geschreven; ik kan er niet één opzeggen. Mijn hoofd zit vol dingen. Als ik over een ding geschreven heb, is het eruit. En dat gat moet weer gevuld worden met iets nieuws. Schrijvers als Hermans en Mulisch corrigeren alle herdrukken van hun boeken zelf. Ik kan dat niet. Ik ben wat dat betreft frivoler. Er zijn leukere dingen te doen dan schrijven. Nou, bijvoorbeeld, naar Monte Carlo gaan met zes maitresse en dan de casino-bank te laten springen. Of gewoon de textiel in. Dan heb je geen zorgen aan je hoofd. Je wordt er niet wakker van 's nachts. Bij schrijven wel. Je zit te wroeten op een indecente manier. In jezelf. Maar ook in anderen, als de gelegenheid zich aanbiedt".

Als hij zichzelf niet herleest, leest hij dan wel werk van anderen?

"Als het te maken heeft met waarmee ik bezig ben. Voor "Pas de deux" heb ik wat boeken over acteren gelezen, maar ben er niet veel wijzer van geworden. Het zijn geen steuntjes, maar krukken".

Claus betreedt af en toe een boekhandel omm links en rechts boeken in te slaan, o.a. misdaadlectuur (hij is een fan van Spillane en Stout). En verder:

"Ik lees graag poëzie. Dat is eerlijker dan een roman. De kans dat er een vonk zal overslaan tusser dichter en lezer is veel groter; de vorm is veel compacter dan bij een roman, die het meer hebben moet van logheid en het moeizame. De charme van een roman is dat het parallel loopt met de ondoorzichtigheid van het leven zelf".

Is uw eigen leven ook ondoorzichtig?

"Totaal!", roept Claus uit, "Ik heb maar een paar lichtpunten, waarvan ik het gevoel heb dat ik met iets doorzichtig bezig ben".

En welke zijn dat?

"Schrijven en neuken. De rest is chaos zonder weerga"

JAC HEIJER

"Pas de deux" van Claus wordt gespeeld in een vrije produktie van de Gijsbreght BV in Amsterdam. Behalve Ton Lensink en Marja Habraken speel Peter Romer, een zoon van Piet, erin mee als regieassistent. Het stuk is in Haarlem van donderdag tot en met zaterdagavond te zien.