12 / Donderdag 17 juli 1980

Hugo Claus: «Ik zal hijgend over de eindstreep komen»

«Vrijdag»-verfilming zit er bijna op

(bij foto... Claus en Aronovitch, dat klikt helemaal...»)

Het Brusselse Justitiepaleis ligt er verlaten bij in deze vakantietijd. De voetstappen klinken er hol in de onverlichte wandelgangen. Toch wordt er achter de dubbele deuren van een der rechtzaaltjes, voorbij liefst drie controlerende wachters in grijs uniform, naarstig gewerkt.. Hier loopt een proces achter gesloten deuren. Dat van Georges uit «Vrijdag». Producent Jan Van Raemdonck haast zich te verduidelijken dat het enkel om wat flashbacks gaat die in het filmverhaal dienen geïntegreerd. Het publiek mag vooral geen verkeerde indruk krijgen. Dit is geen proces-film.

Hugo Claus' verfilming van zijn successtuk «Vrijdag» zit er bijna op. Na deze ene opnamedag in het Justitiepaleis wordt er nog tot eind deze week te Mariekerke gedraaid en dan is er weer een Vlaamse film ingeblikt. Première op 11 of 16 december, daar schijnt men het nog niet over eens te zijn.

THUISKOMST

«Vrijdag« handelt over de thuiskomt van een man, Georges (Frank Aendenboom), die enkele jaren gevangenisstraf heeft uitgezeten wegens incest met zijn dochter, Christiane (Hilde Van Mieghem). Zijn vrouw Jeanne (Kitty Courbois), die hij al die tijd niet heeft willen zien, blijkt inmiddels een kind te hebben van haar minnaar Erik (Herbert Flack). Nu Georges terug is, moet ze tussen beide mannen kiezen. Deze conflictsituatie is het uitgangspunt vanwaaruit de personages met elkaar en zichzelf in het reine pogen te komen.

(bij foto: Herbert Flack en Frank Aendenboom: «Claus is geweldig..)

...Het incestthema is uiteindelijk slechts een voorwendsel tot het belichten van een aantal, facetten van onze samenleving, meer bepaald deze in het Vlaanderen van het begin der jaren zestig. Voor Herbert Flack die de rol van Erik speelt, gaat het in «Vrijdag» vooral om vooroordelen, gevestigde moraal:

«De mensen vragen zich in dit soort situaties nooit af wat er aan de basis ligt. Erik loopt niet mee in die tredmolen. Hij staat open voor de situatie en dat kan verklaren waarom een vrouw als Jeanne op hem valt. Hij is niet zomaar een verleider. Hij is wel wat laf, want uiteindelijk onttrekt hij zich aan de verantwoordelijkheid ten overstaan van het kind dat hij met haar heeft.»

UNIEK

Herbert Flack, wiens eerste grote filmrol dit is, na optredens in «Pallieter», «Rubens», «Mijn vriend» - naast het toneel- en televisiewerk - is buitengewoon geestdriftig over Claus als filmregisseur.

«Hij geeft blijk van enorm veel soepelheid, zelfkritiek ook. Hij weet zich aan elke situatie aan te passen. Voor deze produktie hebben we gedurende vier weekends gerepeteerd. Nu volstaat een woord, een gebaar, om te weten of je juist zit of fout. Voor mij is Claus als regisseur een fantastische ervaring. Hij is uniek».

Dit enthousiasme, wordt uit de grond van het hart gedeeld door Frank Aendenboom en strekt zich uit tot de persoon van Ricardo Aronovitch, de Argentijnse chef-cameraman die o.a. het camerawerk deed van Alain Resnais' «Providence» en door de wierook van de hele ploeg heen, zowat tevoorschijn komt als een magiër van het beeld.

«Claus en Aronovitch, dat klikt helemaal, het geeft je als acteur een enorm gevoel van zekerheid. Claus is echt een geweldig regisseur, met een ongelooflijk oog en oor voor wat je als acteur moet overbrengen. Hij is iemand die subtiel weet te werken met een acteur, zodat hij vanzelf goed gaat presteren.»

LIEFDE EN BOETE

Frank Aendenboom, die in de toneelversie van «Vrijdag» een tiental jaren geleden, de rol van Erik vertolkte (net als Kitty Courbois, nu Jeanne, destijds de rol van Christiane speelde in de opvoeringen te Amsterdam) ziet het thema van stuk en film dan weer meer vanuit de gezichtshoek van zijn huidige personage, Georges.

«Het stuk handelt over liefde en boete. Georges heeft zijn dochter zozeer lief gehad, dat er, een keer maar, iets is gebeurd waar ze geen controle over hadden. Hoever kan liefde gaan? Eén keer is ze te ver gegaan, maar Christiane heeft haar vader dan ook enigszins uitgedaagd. Zij is het produkt van een nieuwe moraal, een periode waarin alles opnieuw in vraag wordt gesteld.»

ACCENTEN VERLEGD

Met zijn ervaring als Erik in het toneelstuk, heeft Frank Aendenboom ook een betere kijk op de nuanceringen in de filmversie.

«In de film zijn de accenten verlegd», zegt hij. «Op toneel relativeerde Erik al hetgene wat Georges vertelde. De film die een

subtieler medium is, geeft, hem de gelegenheid dit zelf te doen.. Daardoor krijgt de figuur van Georges hier veel van Erik mee.»

MODETHEMA

Het «brein» achter dit alles, dé man die o.m. als regisseur van «De Vijanden», scenarist Van «Mira», -«Pallieter», «Rubens», telkens aankondigde dat hij niets meer wou te maken hebben met «de Vlaamse film», bestempelt zich, nu hij weer op heterdaad is betrapt, schertsend als een «ontrouwe».

«Het waren de slechte omstandigheden waarin meestal moest gewerkt worden, die mij tot dergelijke uitspraken verleidden», zegt hij. «Nu is het gemakkelijker werken geworden ook al moet je nog compromissen sluiten».

Claus had er nooit zelf. aan gedacht «Vrijdag» te verfilmen. Het is Kunst en Kino-producent Jan Van Raemdonck die met het voorstel naar hem toe kwam, misschien wel geleid, wie weet, door zijn flair voor wat een modethema lijkt ,te gaan worden, een van de laatste taboes die films als. «Le Soufle au coeur» van Louis Malle, «La Luna» van Bertollucci, «Out of the Blue» van Dennis Hopper,, begonnen zijn te doorbreken. Maar Hugo Claus wenst zich niet te verdiepen in de drijfveren van zijn producent: «Beter deze film, dan helemaal

geen».

ALS EEN VISCONTI

Terwille van de film heeft hij het stuk helemaal herschreven.

«Ik heb het stuk «vergeten». Ik heb alleen de situaties overgehouden met dezelfde personages en ben helemaal herbegonnen. Er zijn weinig dialogen dezelfde gebleven. Het is nu meer de geschiedenis van de gevangene die thuiskomt. De film is nog steeds gesitueerd in de periode omstreeks 1960 en in een arbeidersmilieu. Ik verkies arbeiders omdat die meer direct uitdrukking geven aan hun gevoelens en gedachten. In een burgerlijk milieu gebeurt dat meer hypocriet.»

Heeft dat enige invloed op de toon en de stijl van de film? «Niet in de zin dat het weer een proletarische film zal worden zoals dat meestal het géval is wanneer men over het arbeidersmilieu handelt. Ik doe nu iets dat mij misschien niet in dank zal afgenomen worden. Ik ben namelijk met opzet sterk afgeweken van dit image ten gunste van een esthetische benadering. Het zal er zowat uitzien als een Visconti. Ik vind dat arbeiders evenveel recht hebben op het esthetische als helden en aristocraten.»

Wat is volgens Claus het ware thema van «Vrijdag»?

«Hoe je probeert in leven te blijven met dromen en fantasmen. Hoe je de realiteit poogt te benaderen»,

GEEN TALENT VOOR FAMILIE

Waarom precies langs het incestthema?

«Omdat Racine en de Grieken het mij al voorgedaan hebben. Maar dat is natuurlijk niet mijn enige motief. De familie is een goed klimaat voor drama, Vanuit de familie heb je een betere kijk op de samenleving, ofschoon dat weldra zal veranderen. Het is een instelling die stilaan verdwijnt.

Gelukkig maar. Ik heb niets tegen familie, zolang ik zelf maar niet hoef. Ik heb er geen talent voor. Zoals Beethoven», voegt hij er met een ironisch lachje aan toe...

Veeleer dan een aanslag op de familie ziet hij in het incest een bevestiging ervan:

«Waar een taboe heerst, moet het regelmatig doorbroken worden precies om het te bevestigen.»

RITUEEL

Merkwaardig genoeg heeft Claus in de behandeling van dit taboe-onderwerp, althans voor wat de structuur van «Vrijdag» betreft elementen ontleend aan de instelling die, vanwege zijn morele autoriteit op de samenleving die erin beschreven wordt, een van zijn mikpunten is, met name de kerk, meerbepaald de mis.

«Vrijdag» heeft inderdaad de structuur van eenkatholieke mis. Ik wou iets ritueels aan dit stuk geven en het katholieke misritueel staat nu eenmaal het dichtst bij ons. Het stuk (en de film) zit er vol referenties naar, maar je wordt het slechts gewaar op een onduidelijke manier. Bij voorbeeld in terloopse zinnetjes als «Je moet wat water in je wijn doen».

WEDLOOP MET HINDERNISSEN

Of Claus ook ruimte laat voor improvisatie op de set?

«Ik heb natuurlijk zeer kunstig een draaiboek gemaakt, maar ik improviseer wel veel in overleg met de cameraman, ja. Niet met de dialogen. De tekst is heilig!»

Verlopen de opnamen zichtbaar in een ontspannen sfeer dan beschrijft Claus deze «Vrijdags-verfilming als toch weer een wedloop met hindernissen.

«De tijd is kort, het materiaal beperkt, het weer slaat tegen. Maar kom, de omstandigheden mogen niet ideaal zijn vind ik. Omwille van het avontuur. Je mag wel gerust schrijven dat ik hijgend over de eindstreep zal komen.»

L. TRAPPENIERS