TONEELGROEP CENTRUM NIEUWS

11e jaargang 8/9 april/mei 1982

Hugo Claus

NRC/ Handelsblad-interview met Lien Heijting over toneelschrijven:

toneelschrijven zou een métier zijn dat heel obscure eisen stelt. Dat is onzin. Men projecteert nog steeds de wetten van het "well made play" op elk toneelstuk. In de beeldende kunst zou zoiets ondenkbaar zijn, daar zijn de ontwikkelingen minder geremd door wetten en regels. Bij een doek van Appel hoor je niemand klagen dat het clair-obscur of de gulden snede ontbreekt.

'Het is een veel voorkomend misverstand dat men bij de woorden drama en dramatisch meteen aan conflicten denkt, aan een logische opbouw van een toneelstuk met een exposé en een duidelijk plot dat langs bepaalde lijnen tot ontknoping komt. Ik wil me gedragen als een papoea die daarvan geen enkele weet heeft, ik wil er geen rekening mee houden.'

Over De Verzoeking:

'Misschien vormt de religie een groter bestanddeel van mezelf dan ik me realiseer. Maar ik ben toch niet gelovig, niet religieus. Wat mij interesseert is de wijze waarop de mens zich kan losmaken van het dagelijks leven, de staat waarin de hartstocht, de passie boven komt. De religie is een vorm die ik gebruik om dat te laten zien. De Verzoeking gaat niet zozeer over God, over een non die een god wil bereiken, die zich van katholieke symbolen bedient om een mystieke vorm van extase uit te drukken.

Het gaat mij om de beweging naar een staat van vervoering. Zo'n beweging, zo'n passie moet je in concrete beelden beschrijven en het katholicisme is voor mij nu eenmaal iets concreets.'

Over het schrijven'.

'Het geeft altijd een heerlijk gevoel wanneer je 's avonds de regels telt. Het

gaat dan niet om de kwaliteit maar uitsluitend om de hoeveelheid woorden. Dat is een beetje de infantiele kant van het schrijverschap.'

Over politiek:

'Omdat je een schrijver bent hoef je toch niet altijd het geweten van de natie te zijn? Dat is een eis van veel mensen, dat we allemaal Bölls en Grassen worden. Ik houd me het liefste overal buiten. Ik ben een pessimist, wat de maatschappelijke spanningen betreft. De meeste fenomenen slaan mij met radeloosheid. Zo'n betoging tegen kernwapens, ik geloof niet dat Reagan daar ook maar een kwart seconde van wakker ligt. Zo'n beweging beschouw ik als een parade die alleen heilzaam is voor de mensen die er zelf in mee lopen, want als je naar de geschiedenis kijkt dan zie je slechts willekeur, chaos en wat de doorslag tot een bepaalde ontwikkeling geeft blijkt achteraf altijd iets anders te zijn dan men vooraf kon vermoeden.'

'Die hollandse eerlijkheid, daar heb ik ook zo'n hekel aan. Als je hier iemand op straat ontmoet dan krijg je een hele litanie te horen over pijnen, schoonmoeders. Nee, geef mij dan maar de goede manieren, de hypocrisie, want de eerlijkheid à tout prix vind ik een ramp. Liegen is veel meer een spel van de verbeelding.'

Telegraaf-interview met Peter Liefhebber. Over het regisseren van zijn eigen teksten: 'Je moet het vermogen hebben om een schroefje om te draaien en de materie te beschouwen als van iemand anders. Dat trek ik door tot in het karikaturale. Soms weet ik helemaal niet wat de volgende regels zijn, zo lukt het me te verdringen dat die teksten van mijzelf zijn. Ik kan zonder ironie zeggen: Hier heeft de auteur zich vergist, want dat komt niet uit in mijn mise-en-scène.'

Over Een Hooglied:

'Een Hooglied bestaat uit wat willekeurig bij elkaar geraapte brokstukken lyriek van een primitief woestijnvolk, waar geen Jezus aan te pas komt. Bovendien heb ik de stelling dat de meeste vertalingen van het Hooglied fout zijn. Ik heb mij gebaseerd op een letterlijke vertaling, woord per woord. De gewone vertalingen leggen verbanden tussen woorden die heel vaak tamelijk willekeurig zijn, aangezien er geen leestekens staan. Er staat bijvoorbeeld letterlijk: Neem mij de woestijn vol leliën. Er wordt dan altijd van gemaakt: Neem mij mee, de woestijn is vol leliën, of zoiets. Ik laat "mee" eruit. Niet om het prikkelender te maken, maar omdat het er zo staat en niet anders en omdat het pure liefdeslyriek is.

Trouw-interview met Hanny van der Harst

Over Een Hooglied en De Verzoeking: 'De stukken complementeren elkaar. Ze laten beide een vorm van extase zien.

Het principe van De Verzoeking is de onvervulde begeerte, een staat van verlangen die onvolkomen moet blijven, omdat er anders niets meer te hunkeren valt. De vervoering van deze non wortelt in het aardse. Dat is de basis van alle mystiek. Er moet een verbinding zijn tussen het smerigste en het hoogste. Is die er niet dan wordt het ijl gezwam, à la Bhagwan.'

Over Een Hooglied:

'De erotische elementen zaten altijd al in de verzen." Ze zijn alleen steeds versluierd door de woordkeuze en de zinsbouw van de vertalers. Toen ik een letterlijke, vertaling, las, merkte ik dat de woorden, wanneer ze zo zonder leestekens achter elkaar stonden iets zonderlings kregen. Er werden verschillende interpretaties mogelijk. Uitgaande van die basistekst heb ik bij mijn bewerking ook andere varianten laten meespelen. Zo zet ik de toekomstige en de tegenwoordige tijd van bepaalde werkwoorden zij aan zij. Dat geeft de tekst meer dynamiek.'

Over de voorstellingen: 'De-toeschouwers moeten meedenken. Ze krijgen de voorstellingen niet op een schaaltje aangeboden. Het is heel spannend, want alles hangt af van die ene persoon. Omdat je er dichtbij zit, zie je alles. Als het goed gaat, is het prachtig, maar valt de concentratie van de spelers weg dan is het meteen heel vals. Dat maakt zo'n voorstelling gevaarlijk, je loopt risico's. Maar daar houd ik van.

De Verzoeking, geschreven en geregisseerd door Hugo Claus en gespeeld door Jacques Commandeur is vanaf 13 april als avondvoorstelling te zien in de grote zaal van de Bellevue. Na de eerste week: elke week van donderdag tot en met zaterdag.

De Verzoeking is een monoloog van een oude, dikke, vlaamse non die tegen haar zin het middelpunt wordt van een huldigingsfeest.

Een Hooglied is de bewerking door Hugo Claus van het Hooglied van Salomo, erotische woestijnlyriek uit het Oude Testament waarin een man en een vrouw een lofzang houden op de liefde. Het stuk wordt gespeeld door Henriëtte Tol en is in april en mei als lunchvoorstelling te zien op donderdag en vrijdag om 12.30 uur en als speciale nachtvoorstelling op zaterdag om 23 uur.