De esthetiek van de zwaartekracht
In een lange gang van de oude
"Als er een reden is voor wat ik doe, dan is het wel volgend gegeven: als je jezelf bewegingen ziet maken, dan kan je wel zeggen wat daar typisch aan is, maar als je jezelf erop betrapt exacte bewegingen te maken (plukken aan haartjes op je kin b.v.) is het duidelijk dat je er niet bewust over aan het denken bent. Zelfbewustzijn maakt dat je al die dingen vernietigt... Het is zoals mensen die weten dat ze gefotografeerd worden en dan een fotografisch gezicht gaan opzetten, omdat ze er goed uit willen zien voor het nageslacht." (
Wat je op die dia's ziet: gezichten, geschilderde portretten en een naakt op een chaise-longue, snapshots van sportmanifestaties, ruimtes in verval en wilde natuurbeelden. Je vindt er dezelfde dualiteit tussen bewuste pose en totale spontaneïteit in terug. Ondertussen wijzigt constant het beeld dat je krijgt van het totale gebeuren door het steeds verder uiteenschuiven van de tribunes, tot op een bepaald moment dat diffuse, vale beeld van een verwaarloosde lange gang omslaat in een transparante ordening van verspringend gekleurde dwarsbalken; op het einde van de gang een volledige regenboog bijna. Dat omslaan van de waarneming van ruimtes, klanken en bewegingen van ongecontroleerd in bestudeerd 'structureert' de voorstelling, hoewel allerhande lijnen deze voorstelling blijven doorkruisen zonder dat een logische samenhang zichtbaar wordt. Een van die lijnen is een man die af en toe, verkleed als een grote witte hand, het beeld doorkruist en interfereert met de handelingen van de dansers (als hij op de grond gaat liggen, gaat Paxton boven op hem liggen en sluit de hand zich rond hem) of stuntelig beweegt (een stoel manipuleren, een grote hoop papier proberen bijeen te vegen). Als een fil rouge markeert deze hand de voorstelling en sluit ze ook af: de hand maakt een zwaaibeweging en de lichten flitsen een na een uit. In het begin zijn er ook sporen van het vroeger werk van Paxton te merken: het verslepen van planken dat al in
De kern van de bewegingen van
Alle dansen speelt zich af tussen twee gaasschermen die tegen de tribunes aan staan en opgeschoven worden naarmate de tribunes verder uiteenschuiven. Het beeld van het dansen wordt daardoor schimmiger, alsof je vooral contouren ziet; en dat roept de schimmige foto's van de sportmanifestaties op, maar wat je hier ziet zijn geen foto's maar tableaux vivants in een soort camera obscura. Binnen die donkere kamer is alles voorstelling geworden; ook die momenten waar de dansers eigenlijk niet dansen maar gewoon opduiken uit een van de lokalen die op de gang uitgeven om naar de anderen te kijken. Dat kijken is deel van een voorstelling waar bewuste structuren, esthetiek een epifenomeen zijn van een onderzoek. Het kijken van de toeschouwers daarentegen maakt de voorstelling, ook als onderzoek, pas mogelijk. "... Omdat alles op scène versterkt wordt, kan je je de eigen motoriek bewust maken en naar boven brengen... Eigenlijk is zwaartekracht mijn esthetiek." (
De gang wordt steeds langer, steeds schaarser verlicht, het lijkt alsof er steeds minder gedanst wordt omdat de dansers vaak nog slechts op een grote afstand in een diep perspectief te zien zijn, gehuld in de nevelachtige waas van de schermen. Een rustpauze is het einde.
Auteur Peter De Jonge, Pieter T'Jonck
Publicatie Etcetera, 1985-06, jaargang 3, nummer 11, p. 12
Trefwoorden tribunes • paxton • bewegingen • dansers • gang • steve • gaasschermen
Namen Ave Nue • Bound • Contact Improvisation • Dailly-kazerne • Peter De Jonge Pieter T'Jonck • Steve Paxton • Stuc
Development and design by LETTERWERK