Archief Etcetera


Gepassioneerd theater



Gepassioneerd theater

Dora Van der Groen ensceneert Thyestes' van Hugo Claus

Dora Van der Groen toont ons nu zelf wat zij al jarenlang aan het conservatorium aan haar studenten leert: hoe ironie en passie in het acteren mekaar niet in de weg staan.

Robert Carsen, de Canadese regisseur die tekende voor de merkwaardige Tosca-opvoering bij de Vlaamse Opera, vertelde me dat voor een regisseur de belangrijkste vraag luidt: ' What is it about?' Het antwoord moet de richtlijn zijn van elke regie. Zo stel ik me bij Thyestes de vraag waarom Dora van der Groen dit gruwelverhaal op de planken wilde brengen. Niet alleen om ons te laten griezelen met het wedervaren van Thyestes en zijn broer Atreus, want dat lijkt een te smal uitgangspunt. Seneca, Nero's leermeester, vertelt een extreem wreed verhaal waarin de ene broer zijn neven te eten geeft aan hun vader, enkel en alleen om aan zijn wraaklust te voldoen. Het gaat over extreme afgunst, blinde woede, kannibalisme.

Thyestes, Het Zuidelijk Toneel / H. Sorgeloos

In de jaren zestig, toen Hugo Claus de Latijnse tekst prachtig hertaalde, paste deze overdrijving binnen de stroming van het 'théâtre de la Cruauté' van Artaud, dat toen dank zij Peter Brook en Jerzy Grotowski opnieuw aan de orde was. Met het theater van de wreedheid wilde Antonin Artaud een geestelijke reiniging teweeg brengen. De wreedheid, zoals je ze kunt vinden in John Fords Tis Pity She's a Whore, beweerde hij, zou werken als een shocktherapie. "Door die wreedheid," schrijft B. Hunningher in De opkomst van modern theater, 'wekt theater echter geenszins tot uiterlijke wreedheid op, want de emotie van de tragische acteur neemt een vorm aan, die enkel essentie reflecteert en daarmee niet daadwerkelijk maar puur universeel gericht is. Wat overblijft is een reinigende werking als door een meedogenloze zelfanalyse en zelfontdekking.' Als je over deze bedoeling van Artaud leest, en je je dan voor de geest roept welk een futloze en verwarde opvoering Ivo van Hove eerder dit seizoen van Fords stuk heeft gebracht, ben je geneigd te besluiten dat onze eigen jonge theatermakers erg vreemd staan tegenover zulke ambities.



Thyestes, Het Zuidelijk Toneel / H. Sorgeloos

Nostalgie en ironie

Dit zijn de koele jaren negentig, denk je dan. Zulk een mentaliteit zal Dora Van der Groen wellicht niet bevallen, en wellicht heeft ze willen aantonen wat er bij het hedendaags theater ontbreekt. Was dat haar opzet? Ja en neen. Ja, omdat de vertoning in de eerste plaats het sterke verhaal wil laten zien. Nostalgie naar het hysterisch theater van de jaren zestig en zeventig is nochtans niet de diepste impuls want anders had Van der Groen geen ironische dimensie ingebouwd. De vertoning begint met een scène die baadt in de esthetiek van de jaren zestig: de proloog van Tantalus wordt gespeeld met een pathetisch lichaam en een retorische stem, en het geheel wordt bekroond door rookwalmen, naakte lichamen, luide muziek en wild gedans. Zelfs de stroboscoop, het cliché van die jaren, wordt er bijgehaald. Met dit virtuoos stijlcitaat zet Dora Van der Groen de toeschouwer op het verkeerde been, want op het einde van deze orgie verschijnt er plots een tuinkabouter (Dora Van der Groen zelf, zo blijkt) die ons meteen terugplaatst in de onschuld van de kleutertuin. Zo zal de hele vertoning lang het geweld in een gespannen verhouding blijven staan tot de ironie.

Na deze proloog begint het eigenlijke stuk. We bevinden ons in een abstracte ruimte ontworpen door Jan Versweyfeld: een open plek afgezoomd met groflinnen doeken, overgoten door een fel, egaal wit licht. Twee elementen verwijzen naar een geheiligde plaats: vooraan staat onnadrukkelijk een godslampje, en achteraan hangt er een geassembleerde sculptuur die verwijst naar de ramskop van Atreus. Het rituele wordt voorbehouden aan de mensen die aan het gezag deelnemen. Zo is het teken van de macht: in rood gedrenkte voeten (bloed? wreedheid?). Als Atreus zijn broer Thyestes uit verbanning terugroept en hem als medekoning installeert, wordt dit getoond dank zij een heel banale actie, waarbij er een perverse voetwassing plaatsheeft: Atreus dompelt de voeten van Thyestes met zeer veel zorg in een teil en zijn voeten komen er bloedrood uit te voorschijn. De keukenbanaliteit krijgt een uitzonderlijke spanning door de intense zorg waarmee dit gebeurt. Dit is het diepste wezen van elke rituele handeling. Kleine gebaren gaan zwanger aan grote betekenissen.

Weerloze mens

Machthebbers worden als vreemde, dreigende wezens voorgesteld: hun haar zit onder een witte verf, hun voeten zijn rood. Daartegenover staat de kleine, kwetsbare mens heel herkenbaar en dichtbij: de kinderen van Thyestes, die gretig slachtoffer zijn of de man die de tekst van het koor spreekt, en is zoals wij, de weerloze stervelingen die buiten het machtsspel staan. Het koor is hier 'een klerk' (Eddy Vaes). Hij is 'een gewone man in een gewoon pak, die zijn jas uittrekt en zuchtend 'allez' zegt en zich aan de 'klus' zet (Wim Van Gansbeke). Hij blijft eerst een commentariërende figuur, die de band vormt tussen de toeschouwer en het gebeuren. Bij zijn eerste verschijnen uit hij zijn verontwaardiging en levert hij in een paar sterke replieken het bewijs dat god niet bestaat. Hij is 'het rustpunt met woedende onrust als onderstroom' (Loek Zonneveld). Het verhaal van de bode levert het hoogtepunt van het stuk op. Dora Van der Groen heeft de rol aan een vrouw gegeven (een verbluffende Elsie De Brauw) en hierdoor kan ze een erotische spanning opbouwen tussen man en vrouw: 'De actrice die de bode speelt, begint haar vreselijke verhaal van de kindermoord stotterend, dan komen de woorden in golven totdat ze moet kotsen. De man aan wie ze haar verhaal doet, een éénkoppig koor, houdt haar vast, streelt haar, en terwijl ze zich aan hem vastklampt, komt de rest van het verhaal. Een vrijpartij uit doodsnood, opgaan in de ander vanuit de wens er even niet meer te zijn. Erotiek en geweld als twee onvervreemdbare grootheden' (Marian Buijs). Het gruwelijke van de buitenwereld wordt als verscheurend in het eigen lichaam ervaren, en de seksuele daad (triomf van het leven? wanhopige warmte? perverse geilheid?) komt als een incongruente troost over het ondraaglijke relaas heen. De climax van de wreedheid valt samen met de climax van het orgasme. Zo blijft de epische uitkomstloze strijd van de broers die vechten als twee vreemde, wreedaardige reptielen, op een grote afstand, terwijl het lijden van de mens heel dichtbij en lijfelijk is.

Doorprikken

Dora Van der Groen voegt aan haar verhaal nog een derde dimensie toe, dank zij twee detonerende momenten: er is de kabouter, over wie we het reeds hadden, en er is het laatste moment van de vrijpartij tussen de bode en het koor. Als de scène afgelopen is, staan de acteurs recht en vraagt Elsie De Brauw: ' Good?' en antwoordt Van Watermeulen: "Excellent". Deze replieken kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd. Ik zag het als het ogenblik waarop de acteurs uit hun rol stappen, en De Brauw, na haar prestatie die getuigt van een grote vrijheid en durf, nog even de steun van haar collega moet hebben. Het komt als een koud moment na de eruptie van het warmbloedige acteren een ogenblik eerder. Dora Van der Groen wil er steeds op drukken dat ook in de hevigste momenten alles maar spel is, toneel, theater, en dus niet 'echt' ernstig. Het is mij niet duideliik vanwaar dat gebaar komt, en al evenmin in hoeverre het iets wezenlijks bijdraagt tot de centrale boodschap. Het maakt zelfs, zeker ook door het gebruik van het Engels, een ietwat modieuze indruk.

Dat is dan misschien het verrassendste in deze voorstelling: dat deze doorprikkende momenten overkomen als iets wat talrijke jongere theatermakers kenmerkt. Hebben we hier dan de bron van deze mentaliteit ontdekt, en is de invloed van Dora Van der Groen, als lesgeefster aan het Antwerpse Conservatorium, zo ingrijpend geweest, dat ze in grote mate de karakteristieke toon bepaald heeft van een ganse boeiende generatie? Zo toont Dora Van der Groen ons achteraf wat er in de jaren tachtig bij zo velen aan de hand is geweest. En, als het ware en passant, toont ze ook nog eens hoe deze relativering het gepassioneerd en gekund acteren niet in de weg mag staan, want precies daar schuilt de kracht van het theater. Voor mij gaat deze Thyestes in de eerste plaats hier over. Daarom is deze opvoering in zijn veelvuldige aspecten een hoogtepunt van het toneelseizoen.

Johan Thielemans


Development and design by LETTERWERK