Geert Sels, theaterrecensent van De Standaard, reageert op het Ten Oorlog-dossier in Etcetera 63
De beste grappen worden in alle ernst verteld. In Etcetera 63 stond daar een prachtig voorbeeld van. De recensenten hadden niet de voorstelling Ten Oorlog gerecenseerd, maar hun eigen verwachtingen, zo stond op pagina 21 te lezen. Mag ik erop wijzen dat de dagelijkse oefening voor een recensent erin bestaat zich zo veel mogelijk voor te bereiden op een voorstelling, waarvoor hij/zij zoekt naar neutraal materiaal om op te steunen, om invullingen en verwachtingen te vermijden. Mag ik er ook nog op wijzen dat ik het toetsen van intenties van makers aan de voorstelling (zogenaamde intentionele kritiek) als te reductionistisch beschouw en liever aan het team van Test Aankoop zou overlaten. Ik vermoed dat veel van de wrevel over de berichtgeving van Ten Oorlog veroorzaakt wordt door lezers, waaronder tekstschrijvers voor Etcetera, die geen onderscheid maken tussen een journalistieke bijdrage en een recensie. Het is trouwens omdat critici een 'recensie' schrijven dat kranten korter, oppervlakkiger werk afleveren dan een 'kritiek' in een magazine.