De zon komt op. Het is een prachtige lenteochtend.
De zon komt op. Het is een prachtige lenteochtend.
Eric De Kuyper
'Dat je wiet een zaklantaarn de maan kunt nabootsen leek het tienjarig kind dat hij toen was, aan het magische te reiken.' Eric De Kuyper over theaterbelichting in de jaren 1950 en over de negentiende-eeuwselichtspektakels van
In die tijd speelden ze poppenspel. Een hele winter lang werd er gebouwd en geknutseld. De meeste energie ging in de voorbereiding zitten. De opvoering zelf leek op een formaliteit, ter afsluiting van de voorbereiding.
Ook dat er zoiets als een stuk diende gespeeld te worden, was bijzaak. Ze beschikten immers slechts over drie draadpoppen: een prinses, een prins en een heks. Met deze drie personages kon je overigens een heel eind geraken. (
Alle aandacht en zorg ging naar de decors en meer nog naar de belichting. Met een bureaulamp bereikten ze het effect van 'volle zon' en met de blauwgroene slingerverlichting van de kerstboomversiering toverden ze de dag om tot nacht. Dat diende met veel handigheid te geschieden want over zoiets als een 'dimmer' beschikten ze niet. Het mooiste was echter het effect dat ze verkregen met een zaklantaarn: de maan kwam op en gleed achter de takken van de bomen. Hier werd dagenlang mee geoefend om de perfectie van de illusie te benaderen. Dat je met een zaklantaarn de maan kunt nabootsen leek het tienjarig kind dat hij toen was, aan het magische te reiken.
16 ••• etcetera 78
Ik houd in het theater nog steeds van magie en illusie. Het theater als doos waarin wonderbare dingen gebeuren. De zwarte doos en het lijsttoneel lijken me toch nog altijd het mooiste te zijn wat er is.
Iets ouder geworden, bleef ik gefascineerd door wat er op een toneel allemaal met licht kon gebeuren. Wat ik in die dagen in de KVS te zien kreeg (einde jaren 1950), was uiteraard niet veel meer dan de traditionele belichting met de voorgeschreven effecten. Nu eens realistisch, dan weer neigend naar het expressionisme. Het was niet meer dan het werk van een goede vakman achter het licht-orgel, maar ik bleef even geboeid als door onze kinderlijke poppenspeleffecten met de kerstversiering en de zaklantaarn.
Een lichtorgel: wat een mooie en juiste benaming! De ruimte wordt bespeeld, het decor wordt afgetast, de acteurs krijgen een aura: het toneelbeeld komt tot leven.
Het licht is een natuurlijk element dat in het theater totaal kunstmatig wordt voortgebracht. Alle kenmerken die het licht in de werkelijkheid heeft, kunnen aan de hand van elektriciteit en vaardigheid worden nagebootst. En nog veel meer, want van
bühne bereikbaar is. Reden dus om voor die kunstvorm een aparte en wat dat betreft een onvervangbare status te blijven opeisen. Maar ik moet mij beperken en zal het niet hebben over dat abstracte licht, dat zuivere licht.
In het tekstboek lees je: 'De zon komt op. Het is een prachtige lenteochtend.' Of: 'De zon gaat onder en er dreigen onweerswolken.' Op het toneel zie je het. Wat een wonder!
In het begin van de 19de eeuw was een van de grote spektakelvormen — even populair als de panorama's, maar over de wereld minder verbreid - het diorama. L-J.M.
achter je bureaulamp: je ziet enkel wit. Houd het nu voor je bureaulamp: je ontdekt de tekening! Doe dat nu met verschillende bladen papier, en verzet de lamp van voor naar achter.
Bij de schouwspelen van
Illusie van beweging enkel teweeggebracht door die tweedimensionale doeken. En alles uitsluitend teweeggebracht door licht dat beweegt voor en achter die doeken.
De recensent van The Times schreef: 'The most striking effect is the change of light. From a calm soft, delicious, serene day in summer, the horizon gradually changes, becoming more and more overcast, until a darkness, not the effect of night, but evidently of approaching storm - a murky tempestuous blackness - discolours every object, making us listen almost for the thunder which is to growl in the distance.' En zo gaat de schrijver een lange paragraaf verder.
De voorstellingen waren doorlopend, van 11 uur tot 16 uur, en duurden zoals gezegd slechts een vijftiental minuten. Dit gebeurde allemaal met daglicht. Een uitermate ingenieuze (en door
Na dit eerste tableau werd de hele zaal op haar as gedraaid met toeschouwers en al, en schoof zo voor een tweede tableau. Het was immers veel te ingewikkeld om de doeken te
etcetera 78
17
ZWARTE EN WITTE BEELDEN
verplaatsen en te verhangen; ze bleven nagenoeg een jaar hangen en werden dan vervangen door een 'nieuw programma'.
In elke geschiedenis van de film, wordt een hoofdstukje aan het 'diorama' gewijd. Wellicht omdat
Ik denk dat ik het ook sprookjesachtig mooi zou hebben gevonden. De fascinatie zal wel met het manipuleren van de tijd te maken hebben gehad: één volle dag van 24 uur wordt in vijftien minuten gecondenseerd. Het verloop van de tijd wordt mogelijk - en zichtbaar - gemaakt door middel van licht. Het zichtbaar maken van zoiets onzichtbaars als tijd, daar gingen de diorama's over. En evenveel als het kijken naar een beeld, kijk je naar licht en de wijzigingen van het licht.
Tijd, licht en beweging... Met eenvoudige, ja naïeve middelen een heel abstract idee concretiseren, dat is toch fantastisch! Ik moet dan altijd denken aan de uitspraak van
Zoals het netvlies zich tegenover licht en donker in het algemeen verhoudt, zo verhoudt het zich ook tegenover donkere en lichte individuele objecten. Als licht en duister haar in het algemeen verschillende stemmingen geven, dan zullen zwarte en witte beelden die het oog tegelijkertijd bereiken, de toestanden die door licht en duister op elkaar volgend ontstaan, naast elkaar bewerkstelligen. Een donker object verschijnt kleiner dan een lichter object van dezelfde grootte. Als men van op een afstand kijkt naar een witte boog op zwarte achtergrond en naar een zwarte boog op witte achtergrond, dan zal men de laatste ongeveer een vijfde kleiner dan de eerste inschatten, ook al zijn de bogen volgens de zelfde passerlijnen uitgeknipt. Als men het zwarte beeld een vijfde groter maakt, dan verschijnen beide gelijk.
Zo merkte
Elk beeld neemt een specifieke plek in op het netvlies, een groteTe of een kleinere, alnaargelang het dichterbij of verderaf gezien wordt. Als we de ogen sluiten onmiddellijk nadat we in de zon gekeken hebben, dan verbazen we ons erover, hoe klein het achtergebleven beeld verschijnt.
Als we daarentegen met geopende ogen vervolgens naar een muur kijken en het voor onze ogen zwevende spookbeeld vergelijken met de andere objecten, dan zullen we het altijd groter zien naarmate bet oppervlak waarop het gevangen is, verder van ons is. Dit fenomeen laat zich met de wet van het perspectief goed verklaren, want het kleine object dichterbij dekt het grotere verder verwijderde object af. [...] Deze beelden verdwijnen beetje bij beetje, en wel doordat ze tegelijk in duidelijkheid en in grootte afnemen.
johann
18
• •• etcetera 78
Auteur Eric De Kuyper
Publicatie Etcetera, 2001-10, jaargang 19, nummer 78, p. 16
Trefwoorden licht • maan • daguerre • zaklantaarn • bureaulamp • diorama • zwarte • doeken
Namen Appia • DTV • Daguerre • Erste Abteilung • Graal • Gurnemanz aan Parsifal • Mündien • Physiologische Farben • Propp • Q©t§ • Raum • Samtliche Werke • Sarnen-vallei • Tycho de Brahe • Wilson • Wolfgang von Goethe • Zeit • Zur Farbenlehre
Development and design by LETTERWERK