Luk
LUK PERCEVAL EN MARK VAN DENESSE
'Voor het lichtontwerp vertrek je van een inhoudelijk gegeven'
ETCETERA: Jullie werken met zijn tweeën aan een lichtontwerp. Hoe verloopt die samenwerking concreet?
MARK VAN DENESSE: Luk hecht heel veel belang aan licht. Als hij aan een regie begint, heeft hij al beelden in zijn hoofd en dat vind ik belangrijk. Je hebt regisseurs die de laatste twee weken voor de première beginnen te denken: ach ja, we moeten ook nog iets met het licht doen. Dan is het al te laat natuurlijk. Ik vind het prettig samenwerken, omdat we in een heel vroeg stadium met het licht bezig zijn. We zijn nu een maand voor de première en we weten exact welk beeld we willen creëren. Dat beeld proberen we samen te realiseren, daar werken we aan tijdens de repetities en met de acteurs. Naarmate de rol van de acteurs meer geplaatst is, wordt alles - acteurs, decor, licht - steeds meer een homogeen geheel, al een tijd voor de première. Met dat volledige pakket verder repeteren geeft iedereen een goed gevoel, zowel de acteurs als onszelf. Er zijn geen technische beslommeringen meer op de laatste ogenblikken. Het gebeurt wel eens dat we twee dagen voor de generale besluiten om iets helemaal anders te doen, maar dat zijn heel extreme situaties.
ETCETERA: Sta jij, Luk, in voor de dramaturgie en
LUK PERCEVAL: We werken echt samen. Maar het is belangrijk dat iemand als Mark er is, omdat hij zich bewust is van de mogelijkheden van elk type spot. Ik heb in die twintig jaar als lichtontwerper wel ervaring opgedaan, maar de techniek evolueert zo sterk dat iemand zich heel erg met de technische kant moet bezighouden. VAN DENESSE: Het is ook een aanvoelen. Voor
tal dingen waarvan ik dacht dat ze zouden kunnen werken. Ofwel klikt het onmiddellijk, ofwel vindt Luk het niets. Dan moet ik snel iets anders bedenken. Door vaker samen te werken, kom je sneller tot goede concepten en verlies je sowieso minder tijd. Je hebt sneller een basis waarop je verder kan. Daar zitten dan nog wel foutjes in, of details die niet kloppen, maar dat kan je gaandeweg opklaren.
ETCETERA: Hoe ontstaat het lichtontwerp concreet, bijvoorbeeld in relatie tot de regie? Hoe kom je van de opbouw van niets tot iets?
PERCEVAL: Ik heb in het begin een hele goede leermeester gehad:
etcetera 78
31
een jaar of vijf met
Ik vind dat het er in de eerste plaats over gaat wat je collectief wil vertellen: met de regisseur,
met de acteurs, de decor- en de lichtontwerpers. Tijdens de repetitie ontdek je hoe je samen het verhaal kunt vertellen. Bij dit stuk hebben wij ook samen gaandeweg ontdekt dat we het van elke anekdotiek moeten ontdoen: je ziet mensen verschijnen en verdwijnen en je weet niet vanwaar ze komen en waar ze naartoe gaan. Om alle schaduw te vermijden, gebruiken we zijwaartse belichting waardoor je precies dat gewenste effect krijgt. Zulke beslissingen ontstaan in een gezamenlijk gesprek.
Mark heeft er nu voor gekozen om licht vanuit de coulissen te laten schijnen. Dat betekent dat acteurs alleen belicht zijn als ze in het licht lopen. Buiten de lichtbron zijn ze zwart. Het is dus aan de acteurs om met dat licht te spelen. Zij moeten weten wanneer ze het 'vangen'. Vandaar dat we heel lang met licht repeteren. Lichtontwerp is niet alleen licht opstellen en balansen opmaken, maar ook aan je acteurs een opdracht geven. Ze moeten bij deze voorstelling bijvoorbeeld weten dat als het licht van achter hun tegenspeler komt en zij dat licht niet zien, dat ze dan zelf volledig zwart zijn. Ze kunnen dus keuzes maken ten opzichte van het licht en met die keuzes gaan spelen. van denesse: Zoals het er nu uitziet gaan we met één lichtstand werken. Maar we werken wel met een systeem waarbij de lichtbundels die van links en van rechts komen, gebroken worden. Ie krijgt continu een wisseling op gezichten en daardoor wek je de illusie dat er verschillende lichtatmosferen zijn. Je hebt het gevoel dat er iets gebeurt, maar er gebeurt niets. Van niets iets
maken, dat is de kunst bij het licht. Elke beweging krijgt dan ook een functie ten opzichte van het licht. Als je naar links kijkt, vang je licht op bijvoorbeeld. En dat kan ook een reden hebben waarom je naar links kijkt. Dat wordt dan ook geaccentueerd, zonder dat je met speciale lichtstanden en trucjes moet gaan werken. Het is er, je moet er alleen op het juiste moment op een juiste manier mee omgaan.
Licht als focus
etcetera: Hoe intuïtief werk je, of hoezeer vertrouw je op een verworven vocabularium uit vroegere ervaringen?
perceval: Er zijn sowieso beperkingen, waardoor je niet eindeloos kan blijven uitvinden. Een theaterruimte heeft, wat licht betreft, misschien twintig richtingen. Je kunt frontaal, van boven, van onder, diagonaal,... je licht laten komen, en dan heb je alle richtingen uitgeprobeerd. Wanneer er bij de repetities een dimensie ontbreekt, omdat er geen licht hangt en de scène veel te vlak overkomt, dan kan je door je ervaring wel inschatten wat je kan gaan doen. Dan weet je: als ik nu een licht op twintig meter hoogte linksboven hang, dan geeft dat dit soort effect met een
etcete ra: Je praat over het licht als 'focus' voor de acteur en over het feit dat alles in samenspraak met de acteurs gebeurt. In hoeverre is die samenspraak mogelijk?
perceval: Ik vind eerlijk gezegd dat wat de acteur vindt, er niet zoveel toe doet. Het is natuurlijk belangrijk dat de acteur gesteund wordt en dat hij een instrument in handen krijgt dat zijn vertelling kan versterken. Maar ik heb al voorstellingen belicht waar de acteurs blind van het licht van de scène kwamen. Bij
Nous sommes des adultes civilisés
32
• ••etcetera 7S
Driepuntsbelichting
dat het licht de voorstelling en de vertelling ten goede komt, dan zullen ze het er wel mee eens zijn. Ze zullen natuurlijk niet dankbaar zijn vanwege de hoofdpijn die ze achteraf hebben. In het laatste stuk van
etcetera: Licht is belangrijk in het opbouwen van een concept voor je eigen voorstellingen. Wat brengt jou ertoe om licht te ontwerpen voor anderen?
perceval: Dat is eigenlijk een hobby, een amusement. Ik werk gewoon graag met licht. Als ik naar films kijk, ben ik ook heel veel bezig met het licht. Ik ben bijvoorbeeld fan van
die daar op een dramatische manier mee speelt. In een slaapkamer zet hij net dat soort lampje neer, dat op zo'n manier schaduwen werpt op de lichamen, dat het bovenste gedeelte rood is en het onderste wit. Het maakt je blik wakker. En dat is ook een onderdeel van theaterbelichting: verrast worden door een ander perspectief. En dat doet
Goddelijk
etcetera: Je bent heel erg betrokken bij het lichtontwerp van je eigen producties. Gebeurt dat op dezelfde manier voor andere producties? In hoeverre kijk je dan bijvoorbeeld nog als regisseur? perceval: Nee, als ik als lichtontwerper meewerk aan een andere productie, kom ik er pas in een heel laat stadium aan te pas.
kindse manier
Als regisseur werden mij bij
etcetera: Wat is je voornaamste vaststelling over het hedendaagse lichtontwerp in vergelijking met een aantal jaren gelden?
van denesse: Vroeger had je twee types spots, nu heb je er misschien dertig. Met één spot kan je nu in tegenlicht een hele scène uitlichten. Dat kon vroeger niet, dus je was al verplicht om er nog wat front bij te zetten. De manier van lichten was vrij klassiek, meer gericht op het decor. In de KVS en de
etcetera 78
Auteur Clara Van den Broek, Arne Lievens, Katrien Darras, Luk Perceval, Mark Van Denesse
Publicatie Etcetera, 2001-10, jaargang 19, nummer 78, p. 31
Trefwoorden licht • lichtontwerp • denesse • perceval • acteurs • mark • schaduw • amlett
Namen Amlett • Asem • Corneel Maria Ryckeboer • Dutroux • Franz Marijnen • HMI-lamp'§ • HQI-lamp • Hamlet • Het Toneelhuis • Jan Decleir • Jan Decorte • Joko • KNS • Londen • Luk Perceval • Mark voor • Nederland • Perceval en Mark Van Denesse • Q©t§ • Steve • Ten Oorlog • Vlaanderen • Wong Kar Wai
Development and design by LETTERWERK