Contact
Contact
Hoe worden bewoners beïnvloed door de stedelijke architectuur? Kan de creatie van behavioral spaces in de publieke ruimte van de passant een participant maken? Hoe verhoud je je als toeschouwer tot een 'actieve' omgeving?
Het inbedden van interactieve technologieën in de publieke ruimte heeft op twee vlakken nieuwe perspectieven geopend: ten eerste voor stedelijke infiltratie met een grote betrokkenheid op de bewoners en ten tweede voor de herbetekening van de publieke ruimte zelf. Het publieke domein wordt stelselmatig kleiner en vaak geven private ruimtes zoals autosnelwegen en stadspleinen de valse illusie publiek te zijn. In een dergelijke stedelijke context verliest de burger zijn actieve rol als betekenisvolle deelnemer aan het publieke leven en verdwijnt hij in een mistwolk van private, verborgen doeleinden die impliciet worden verspreid door de valse aanspraken van de publieke en passieve ruimte. Interactieve
immersieve technologieën kunnen de burgers stimuleren om tot actie te komen en op die manier de urbane ruimte inpassen in de stad en de behoeften van haar bewoners.
Alles wat je altijd had willen weten over behavioral spaces, responsive environments, mixed media-installaties en architectuur.
In deze tekst wil ik pleiten voor de noodzaak van 'immersieve', interactieve invullingen van de publieke ruimte. Waarin het hele lichaam wordt betrokken op die ruimte - in tegenstelling tot de commerciële mobiele technologieën waar je enkel een duim voor nodig hebt- en de bewoners de kans wordt geboden zich opnieuw op een actieve manier tot hun omgeving te verhouden. Ik wil hier de notie introduceren van de beha-vioral space, die de ruimte en de leefomgeving een nieuwe betekenis verleent. Vanuit
22 •M etcetera 96
een aantal concrete projecten zal ik deze gedrag-sturende plaatsen in de stad bespreken en nagaan welke betekenis de architectuur kan spelen in de exploratie van dit ontluikende onderzoeksdomein.
De herkomst van de behavioral space
Interactief ontwerpen (interactive design) is ontstaan uit de traditionele wisselwerking tussen mens en computer, en die op zijn beurt uit de vraag om digitale codes om te zetten in een begrijpelijke taal voor mensen die geen affiniteit hebben met informatica-technologie. In navolging van andere creatieve disciplines, hebben het interactieve design en de elektronische kunsten in belangrijke mate bijgedragen tot de ontwikkeling van tastbare, draagbare, ruimtelijke en genetwerkte interfaces. Behalve het ontwerpen van toepassingen als een muis of een toetsenbord, stimuleerde deze technologische vooruitgang de ontwikkeling van alomtegenwoordige interactieve systemen en werd de erkenning van de ruimte als mogelijke interface opnieuw bevraagd.
In interactieve omgevingen worden verschillende types van interfaces aangewend om complexe en dynamische gedragingen op gepaste wijze tot uitdrukking te brengen en om menselijke acties of gevoelens te vatten. De expressies en handelingen van mens en computer zijn synchroon en vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden. Myron W.
Toen het gros van het onderzoek naar de verhouding mens-computer zich toespitste op de lichamelijke interfaces voor een virtuele realiteit, zoals de augmentedglove in-
terfaces, ontwikkelde
De miniaturisering van de technologie heeft het mogelijk gemaakt om de verwezenlijkingen van de informatica in te zetten voor toepassingen op kleine, goedkope, draagbare toestellen. De netwerkontwikkeling heeft de weg vrijgemaakt voor de alomtegenwoordigheid van de informatica en heeft interactiviteit binnengebracht in ons dagdagelijkse leven. De immersieve, fysieke ruimtes, zoals ze omschreven worden door
etcetera 96 090
23
Recycled Soundscapes,
'Kan je van theater spreken als er geen acteur op de scène staat?'
'Het is moeilijk mijn achtergrond als academicus of theoreticus te scheiden van mijn artistieke visie.
etcetera 96 090 26
De behavioral spaces
In zijn proefschrift '
In het geval van de actieve behavioral spaces, verandert het gedrag van de ruimte onder invloed van de actieve deelname van het publiek. De installaties die werden gerealiseerd door
aanwezigen. Hun beweging wordt opgevangen door de kostuums en het camerasysteem en affecteert zo het geluid en de visuele projecties die alle kanten van de ruimte beslaan. Hoewel de actieve behavioral spaces opzettelijk in beweging kunnen gezet worden, ligt de schoonheid ervan net in het interageren in en met de ruimte en in het ontdekken van het gedrag ervan dat verandert en aanzwelt doorheen de tijd.
De passieve behavioral space daarentegen, ontwikkelt zich onafhankelijk van de menselijke interactie. Deze omgevingen zijn niet responsief naar de aanwezigen toe en ontwikkelen hun eigen autonome gedrag. In de video-installatie
tiek wordt klank ook als een lichaam beschreven, namelijk met een attack, een sustain period en een decay. Je hebt een aanslag, een niveau van aanhouden en dan iets dat afsterft. En dus beschouwen wij in
'Een constante in het werk dat ik tot dusver heb gemaakt is het performatieve van het onmenselijke. Dat was eerder al aan bod gekomen in mijn onderzoek aan de universiteit, omdat ik vaststelde dat dit gegeven tot uiting kwam in een aantal performances en installaties. Kijk naar
'Ik weet niet of academici en kunstenaars elkaar begrijpen, maar ik zit nu eenmaal op het snijvlak van beide domeinen en ik vind het treffend dat ze zo vaak worden gepositioneerd in termen van ratio versus intuïtie. Ik beschouw intuïtie eerder als een indi-
etcetera 96 090
25
ken, maar in andere voorbeelden wordt het gedrag geaffecteerd door minder voorspelbare data zoals de omgevingsfactoren in het
Tussen actieve en passieve organische ruimtes in vinden we omgevingen waarin de ruimtelijke veranderingen zich onafhankelijk van de menselijke activiteiten voordoen, maar waar ze steeds geaffecteerd zijn door de variabele en onvoorspelbare gegevens van de bezoekers. De parameters die het gedrag van deze ruimtes beïnvloeden kunnen het aantal mensen in de ruimte of simpelweg hun aanwezigheid zijn, maar ook erg intieme gegevens van de inwoners zoals de hersenactiviteit of een galvanische huidreactie. De
mixed media environment waarvan het gedrag beïnvloed wordt door persoonlijke gegevens van de toeschouwers, die geregistreerd worden door de kostuums die ze dragen. Sommige van deze gegevens, zoals het ademhalingsritme, kunnen desgewenst gecontroleerd worden, maar andere, zoals de hartslag, vallen moeilijker te sturen.
Behavioral spaces in de stad
Bij mijn interactieve stedelijke projecten ligt de focus op het verhogen van het menselijk bewustzijn van de stedelijke site en hun aanwezigheid erin. Door een vervorming van contextparameters, door prikkelende en speelse interfaces, en door de zintuiglijke en sociale onderdompeling in de stadsfabriek wordt er gestreefd naar een kritische beleving van de stedelijke ruimte. Deze projecten kunnen omschreven worden als actieve behavioral spaces waardoor er tijdens het werkproces vele vragen opdoken, de meeste socio-cultureel van aard: hoe zit het met de huiselijkheid en de geborgenheid van de stedelijke ruimte, met de toe-eigening van pu-
blieke ruimtes door middel van informaticatechnologieën, en met het sociaal gedrag in stedelijke responsive spaces?
De transformatie van een actieve behavioral space is nooit eindig. De waaier aan parameters die op dergelijke ruimtes wordt toegepast, is voortdurend in beweging. De menselijke aanwezigheid en activiteit stimuleert complexe ruimtelijke gedragingen, die op hun beurt de sociale interactie tussen de inwoners van de ruimte bevorderen. Interactie, gebaseerd op collectieve gewaarwordingen, heeft een ingrijpende invloed op de sociale en zintuiglijke ecologie van de plaats.
Deze en aanverwante onderwerpen zijn helder gerepresenteerd in drie van de interactieve publieke omgevingen die ik onlangs heb ontwikkeld.
In de installatie
recte vorm van kennis, terwijl de conceptuele benadering een meer directe omgang met kennis veronderstelt. Men gaat er soms van uit dat artistiek werk als vanzelf een intellectuele stempel draagt als de artiest een academische opleiding heeft. Men neemt aan dat je vertrekt van een plan of een schema. Voor mij is een zekere schizofrenie echter fundamenteel. En ik doel dan niet op een medische, klinische schizofrenie maar eerder schizofrenie als een metafoor om het creatiemoment te beschrijven. Als academicus gebruik je immers duidelijk afgelijnde theoretische concepten. Je definieert begrippen, gebruikt die in je argumentatie en richt je op een bepaald, vooropgesteld punt. Heel die bagage schuift naar de achtergrond als ik een artistieke toepassing maak. Dat moet ook, want in het andere geval zou ik blokkeren omdat theoretische arbeid voor mij onvermijdelijk een soort paranoia inhoudt. Intuïtie speelt hoe dan ook in beide praktijken, de theoretische en de artistieke, een rol. Het verschil is eerder gradueel: in de kunsten wordt een intuïtieve benadering makkelijker aanvaard als methodologie, terwijl de paranoïde academische middens gebrand zijn op de geannoteerde legitimatie van elke argumentatieve stap. Je kan daarom ook niet spreken van theorie versus praktijk. Maar het is wel zo dat academici de impact van intuïtie onderschatten of wegschuiven. Terwijl intuïtie voor mij even goed gedefinieerd kan worden als een verschoven vorm van kennis.'
'Met het oog op de podiumkunsten is de metafoor van het netwerk nog niet voldoende geëxploreerd. Vernieuwingsgolven binnen de podiumkunsten hebben altijd te maken met andere disciplines. Guy Cassiers,
26
••• etcetera 96
aanwezigen van de
van het gebouw wordt een verlichte doorgangsbuis doorgetrokken naar de omringende stedelijke ruimte, wat een opeenvolging van transformaties van privaat naar publiek in gang zet. De passanten worden tijdens hun tocht door de lichtbuis onverwachts ondergedompeld in een donkere en labiele ruimte. Ze dienen hun bewegingen af te stemmen op de onstabiele ondergrond, een uitgestrekt oppervlak dat op het water drijft, en de ruimte te exploreren zonder zichtbare coördinaten. Deze ogenschijnlijk inhoudloze ruimte incorporeert de bezoekers in een aangroeiende en verbindende realiteit: ze interageren met elkaar door de dynamiek van licht en geluid en ontdekken op die wijze een ruimte die verbonden wordt door multipele constellaties.
In Recycled Soundscapes resulteert de collectieve activiteit in een doelbewust aangepaste omgeving, gebaseerd op geluiden die al aanwezig zijn in de publieke ruimte. De bewoners kunnen experimenteren met de auditieve aspecten van de ervaring van de stad.
Recycled Soundscapes biedt met behulp van ondermeer geluidsdesign de mogelijkheid om zich even te ontdoen van de heersende en vaak stresserende mallemolen van het stadsleven. De uitkomst is een interactief systeem waarmee de publieke urban sound-ecologie georkestreerd wordt. Het systeem bestaat uit een serie van kinetische interfaces op menselijke schaal die naar een accentverlegging en aandachtsverschuiving streven. Door gebruik te maken van de geluidscontext van een bepaalde locatie wordt de reflectie in de publieke ruimte aangemoedigd, en krijgen de bewoners de kans om een akoestisch landschap te creëren dat naar behoeven kan worden uitgebreid, veranderd, en tot publieke performance gemaakt. Het biedt de gelegenheid om geluiden die doorgaans moeilijk worden opgemerkt -menselijk, natuurlijk, machinaal- te beluisteren en op te nemen. Door te spelen met het samenbrengen van verschillende geluiden, ontplooit er zich tevens een geheugen, en krijgt die bepaalde plek een karakter toebedeeld doorheen de tijd. Door gebruik te maken van wat
beeldende kunsten. Nu breekt een periode aan waarin meer theoretisch onderlegde mensen aantreden. En daarmee bedoel ik niet alleen academici maar ook architecten, ingenieurs en ontwikkelaars van software, zoals in het geval van
etcetera 96 090
27
er al in de context voorhanden is, eerder dan het aanbieden van nieuwe stimuli, wordt de kwestie van het toe-eigenen van de immateriële stedelijke omgeving mogelijk gemaakt.
Naast deze collectieve interactie, loopt de inzet van het hele lichaam in interactie als een rode draad doorheen deze projecten. In
zelfs van een ritueel en creëert een bijna sacrale omgeving.
De dynamiek van de actieve behavioral space, in het bijzonder degene die collectief is opgebouwd, kan een ruimtelijke geborgenheid construeren. Je zou die met huiselijkheid kunnen vergelijken, maar misschien enkel als een referentie, aangezien de oorsprong van het huis statisch is en vasthangt aan een particuliere locatie. De geborgenheid van de behavioral, urban space
is tijdsgebonden en dynamisch. In de stedelijke omgeving, verzadigd met zichtbare, onzichtbare en nog zichtbaar wordende gegevens, zijn privacy en geborgenheid onbestaande en quasi utopische concepten.
In relatie tot de hedendaagse architectuurtheorie, zouden veel concepten die onderzocht worden in het veld van de virtuele ar-
'Ik denk dat je iemand dieper of sterker kan prikkelen door het lichaam of de zachte zintuigen in te schakelen dan door louter een beeld te presenteren.'
'Ik ben lang geïnteresseerd geweest in een systeem dat werkt met magnetische resonantie, zoals in medische scanners. Dat soort machines veronderstelt dat technologie almaar meer verkleind wordt. Dat is op zich een goede ontwikkeling, maar daar staat tegenover dat alles doorgaans op de maat van het lichaam moet blijven, omdat technologie via onze zintuigen werkt, onze vingers, oren, ogen,... Ik wilde precies die stap in het proces eruit knippen en rechtstreeks communiceren met de zenuwbanen via magnetische resonantie. Het basisprincipe bestaat al en vindt zijn toepassing bijvoorbeeld in apparatuur die blinden toelaat streepjescodes te zien aan de hand van impulsen op de oogzenuw. Ik wilde dit gegeven uitbreiden naar alle zintuigen. Want hoe klein technologie ook wordt, je hebt toch nog steeds een interface nodig, een scherm, een videoprojector,... Maar wat als de interface er tussenuit wordt gehaald? Vanuit dat idee is mijn zoektocht ontstaan naar mogelijkheden om verschillende zintuigen in de communicatie te betrekken. Waarom zijn de artistieke sector of de podiumkunsten zo gericht op het audiovisuele aspect, terwijl de dagelijkse ervaring veel rijker is, zeker door de aanwezigheid van zoveel technologie? Je zit in de metro waar je trillingen voelt, drukverschillen, het klimaat heeft zijn invloed, de kwaliteit van de lucht, airconditioning, dat soort elektromechanisch of geïndustrialiseerd klimaat -al die systemen zijn heel bepalend maar we zijn er niet bewust mee bezig. Dat is zowat het thema waarmee ik ben begonnen.'
'Ik vind het interessant om anderen een ervaring, een omgeving te geven die een lichamelijke betrokkenheid uitlokt. Ik denk dat je iemand dieper of sterker kan prikkelen door het lichaam of de zachte zintuigen in te schakelen dan door louter een beeld te
28
••• etcetera 96
chitectuur herbekeken moeten worden in het licht van het onderzoek naar behavioral space. Ze bieden ons een kans om de immaterialiteit van de ruimte te herdenken, en ruimte te beschouwen als een actief topologisch gegeven. Van de digitale architectuur en het filosofische discours hebben we geleerd dat we kunnen spreken van een actieve ruimte als de ruimte vorm krijgt door de interagerende krachten tussen dynamische elementen in een proces van onafgebroken en muterende transformaties. Net als de digitale elementen en de virtuele architectuur vervormen de menselijke acties en lichamen in de tijd.
De rol van de architectuur
De structuur die de behavioristische ruimte creëert, is samengesteld uit een materiële en een immateriële component. Het immateriële, ontastbare gedeelte kennen we doorgaans als de ruimte. In deze ruimte staat de logica van de interactieve omgeving naast de contextuele, of biometrische, parameters
die gefundeerd zijn op de binnen- en buitenkant van deze logica doorheen de tijd. Immaterieel zijn de sociale en zintuiglijke relaties in de interactieve omgeving, en ook de gecreëerde atmosfeer. Het materiële, tastbare gedeelte dat dienst doet als gastheer van de behavioral space, is wat we meestal als de architectuur, of de geconstrueerde omgeving bestempelen. Bovendien omvat deze harde structuur de interfaces en de fysieke systemen die tastzin, smaak, gehoor, zicht en reukzin stimuleren.
De twee essentiële onderdelen van de behavioral space, met name de ruimte en het geconstrueerde environment, werden door de eeuwen heen bestudeerd in het veld van de architectuur en het is een verrassende vaststelling dat zowel de theoretische kwesties als de praktijk van de interactieve ruimte geen bredere ingang hebben gevonden in de hedendaagse architecturale praktijk. De architectuur zou deze context kunnen beschouwen
als een uitdaging om de ruimte te bestuderen en om ze op nieuwe manieren aan te wenden, bijvoorbeeld door ze op een dynamische manier te ontwikkelen vanuit sociale relaties. Het onderzoek naar behavioral space bekijkt architectuur als een zoektocht van ruimte in de tijd, meer dan als een onderzoek naar het gebouw en de constructie ervan. Interactieve technologieën ontlenen hun doel en betekenis aan de toekomst van de stad en de publieke ruimte. De architectuur, die een enorme rijkdom aan stedelijke utopieën en visies op de toekomst koestert, zou daarin een belangrijke rol kunnen opnemen.
Vertaald uit het Engels door
Recycled Soundscape werd ontwikkeld in samenwerking met Yon Visell en werd ondersteund door het
presenteren. Uiteindelijk zijn dagelijkse ervaringen meer dan enkel verbaal. Het is een kwestie van subjectieve indrukken. Voor mij is het lichaam belangrijker dan onze logische, rationele manier van communiceren doet uitschijnen. Functionele communicatie is in eerste instantie audiovisueel, het lichamelijke komt erbij. We zitten dan ook meestal in een zetel voor de televisie. Maar misschien is het mogelijk om door installaties mensen gevoeliger te maken voor die andere zintuigen of andere aspecten van de ervaring waar geen aandacht aan besteed wordt. Het koekje van
'Programmeurs van technologie werken uiteindelijk altijd met standaardcodes. Een chip is opgebouwd uit schakelingen: on en off. Zulke elementaire basisprincipes sturen enorm complexe gegevens zoals de chip die terechtkomt in het gsm-toestel. Ik vraag me dan af in hoeverre die code, dat schakelprincipe, bepaalt wat we maken en hoe we het gebruiken. Ik denk dat we grotendeels in de illusie leven dat we een behoefte hebben, die we vervolgens bevredigen door iets te maken. Daarbij wordt heel veel bepaald door die bouwsteentjes, of beter: door de inherente logica van die bouwsteentjes. Naast mijn interesse in de ruisende rand, wil ik weten in hoeverre die primaire logica bepaalt hoe bijvoorbeeld een sms werkt en hoe daardoor onze taal en onze cultuur verandert. Automatisering is een bizar iets. Als je een machine manueel bestuurt, ben je je niet bewust van de manier waarop wij keuzes maken, de situatie en haar voorwaarden, de technische basislogica van alles. De sturing gebeurt op een onbewust niveau. Daar staat tegenover dat je voor elke mogelijke situatie eeri reden moet hebben als je iets wil automatiseren: alles moet consistent zijn. De wording van die technische diagrammen vind ik bizar.'
etcetera 96 090
29
ï
Auteur Karmen Franinovic
Publicatie Etcetera, 2005-04, jaargang 23, nummer 96, p. 22
Trefwoorden behavioral • spaces • interactieve • ruimte • stedelijke • actieve • space • publieke • klank • omgeving
Namen Ars Electronica • Bart Meuleman • Behavioral Kinetic Sculpture • Beursschouwburg • Bill Viola • Bouti-que Vizique • Bowl • CREW • Charlotte Vandevyver • Dans • Easy • Edwin Van der Heyden • Foam en Sponge • Giovani Artisti Italiani • Heine Avdal • Hendrik Leper • Installation Place Igor Stravinsky • Interaction Design Institute Ivrea • Jan Fabre • Johan Huizinga • Karmen Franinovic • Klank • Kontakt • Kortrijk • Kris Verdonck • Krueger • Kurt Vanhoutte • Londen • Marnix de Nys • Milaan • Movin • Patricia Portela • Pavilion • Proust • Saltwater • Senjan Jansen • Syncoptic • T-garden en Txoom • Terminal • The Recycled Soundscape • The Stopping Mind • Time's Up • Turijn • Vlaamse Gemeenschap • Whisper • Yon Visell en Lina Kusatie
Development and design by LETTERWERK