Date 1984-07
Publication Etcetera
Performance(s) In het tuinhuis • Eczeem • Rosemary Clooney's Baby • An Ideal Husband • Ueber die Dörfer • Globe
Artist(s) Rijnders, Gerardjan
Company / Organization
Keywords rijnders • tuinhuis • hoeveel • globe • eczeem • schreber • bowles • schrijven • wolfson • rosemary
Gerardjan Rijnders: "Ik heb vanuit mezelf weinig aan te dragen behalve als ik dat inbed tussen modellen die ik pik."
Je zegt in een brief aan
"Ik had heel lang zitten nadenken over het scènebeeld, een massa tekeningen gemaakt. Wat je nu te zien krijgt is eigenlijk gebaseerd op het schilderij Nighthawks van
NRC-criticus
"Een man kan alleen verwoorden wat hij is, een man dus. Je weet dus nooit of het woord dat een vrouw gebruikt voor hetzelfde staat wat je zelf ervaart. Het grote zwarte gat in de strijd tussen de geslachten. Ik ben geneigd aan te nemen dat er geen essentieel verschil bestaat. Maar het is wel zo - dat is me bij dit stuk ook opgevallen - dat vrouwen, omdat ze pas veel later zijn gaan schrijven of erkend werden als schrijvers, dingen verwoorden die mannen al lang verwoord hebben. Het is niet opzettelijk, maar wel heel opmerkelijk dat deze voorstelling begint met twee meisjesvoeten, wat voor mij te maken heeft met een vrouwelijke Oidipous. Mannen (schrijvers) zijn daar al sinds Oidipous zelf mee bezig, terwijl vrouwen die problematiek nog moeten doorwerken, op hun manier. Vrouwen als
Het je van die 'herkenning' bij de actrices gebruik gemaakt?
"Niet door te discussiëren. Maar er kwamen wel andere verhalen los, van
Bij de eerste opvoering van
"Bij de creatie van
Maar dezelfde zieken zie je ook bij
"Het publiek was absoluut niet gewend aan stukken waarin twee figuren aan tafel een halfuur prietpraat zitten uit te wisselen, en de reactie was dat of de figuren, of de acteurs gek waren, of dat het geen toneelstuk meer was. De reactie is zo primitief denk ik: de vorm van het stuk wordt verward met de realiteit waar het over gaat."
En dat wordt nu wel geaccepteerd?
"Niet eens door allemaal. Ik hoor als reactie dat de enscenering liefdeloos is, maar dat hoor ik al van toen ik begon te regisseren. De mensen missen een soort opluchting, het grote bevrijdende emotionele moment. Dat er ook niet is, dat bestaat niet in het leven. De tragedie missen ze."
Tegen het orgasme
"Het thema van het stuk, en het thema van Jane Bowles, is heel freudiaans: het gevecht tegen het genot, tegen het orgasme. Zodra de moeder weg is, zie je dat element bij de anderen even opduiken in de vorm van heftig kaarten, veel drinken, dan pas komt er wat leven in. Die
In In het Tuinhuis bestaat er weinig samenhang tussen het spreken van mensen en hun handelen. Is dit een affiniteit met je eigen stukken (2)? Ook daar worden dingen gezegd die niet in het minst logisch samenhangen.
"Ja, dat is de reden waarom ik zo gefascineerd ben door het werk van Jane Bowles. Dat mensen plots over dingen beginnen die helemaal niet aan de orde zijn, zonder zich daar vragen bij te stellen. Maar dat ervaar ik niet als iets merkwaardigs, maar iets heel gebruikelijks in de realiteit zoals ik die om me heen waarneem."
Hoe bouw je zo'n stuk op?
"Als ik al notities maak voor stukken die ik wil schrijven, dan zijn het meestal gesprekken die ik opvang. Als ik er bij het schrijven niet uitkom, grijp ik naar die notities en laat iemand eens zo praten. Dan kan ik weer verder. De neuroloog
Waar staat 'structureren' dan voor?
"Herschikken of iets extra's doen. Tot ik denk: dat is het. Soms is informatie die ik aan het publiek wil geven niet duidelijk - als het b.v. belangrijk is te weten hoe oud een figuur is - dan schrijf ik dat er wel even bij."
Je schrijft het liefst komedies. Is dat omdat daarin het niet overeenstemmen van denken en handelen, de gaten in het bewustzijn, het scherpst naar voren komen? Is dat de essentie van humor?
"Ja, dat zeker. Maar je schrijft natuurlijk altijd een toneelstuk over jezelf, en ik heb niet het lef om serieus over mezelf te schrijven. Als ik maar een houvast heb, of alibi's, dan kan ik ook nog iets over mezelf kwijt raken.
Je gebruikt veel teksten van anderen,
"Nee, ik heb eigenlijk vanuit mezelf weinig aan te dragen, behalve als ik dat stevig inbed tussen modellen die ik pik. Het is dezelfde reden als waarom ik geen tragedies kan schrijven, behalve als ik mij verschuil achter mensen als Wolfson en
Of een streepje
Je zou kunnen zeggen dat Rosemary Clooney's
"Dat is natuurlijk de vraag: wat is realiteit? Daar zal ik me niet in bewegen. De
Zowel de tekst als hetgeen op de scène komt wil je dus zien als een autonome werkelijkheid, die enkel realistisch is in die zin dat hij niet wil nabootsen wat er is, maar gewoon dingen toont?
"En er dus wel naar verwijst. Maar dat verwijzen moet dan maar in de breinen van de toeschouwers gebeuren."
"Als een schrijfster b.v. zegt 'Ik wil een tuin', dan vind ik het heel lui om als decorontwerper of regisseur zomaar een tuin neer te zetten. Die op een tuin lijkt alleen maar omdat dat gevraagd wordt. Dan moet het of meteen een ruïne zijn, of het woestijn, of helemaal niets, of een streepje."
"Inhoud ontstaat niet zonder dat er een brein aan te pas komt. Het theater waar bij één of ander relevante uitspraak meteen de uitroeptekens aanflitsen, het illustratieve theater, dat interesseert me niet. Dat is het verschil tussen didactiek en esthetiek."
Zoals Barthes die in
"Daar lig ik vaak met acteurs mee in de clinch. In die zin dat ze mij dwingen als regisseur om een zin te interpreteren, terwijl ik het liefst iedere zin zoveel mogelijk betekenissen zou geven, en de toeschouwer laten kiezen. Het gevaar is dat het op een gegeven moment totaal betekenisloos is. Zelfs heel kleine technische dingen, daar heb je dat mee. Met acteurs die geschoold zijn in klassieke zin, zoals Elisabeth Andersen, heb ik daar voortdurend conflicten over. Op een eerlijke manier. 'Nee, ik wil niet die beklemtoning die het verklaart.' Terwijl zij zegt: 'Ja maar, daarvoor heb ik mijn vak geleerd.' Ik vind het absoluut niets om
Maar waar ligt eigenlijk de grens van betekenisloosheid?
"Dat weet ik niet, dat moet ik per keer uitmaken. Iemand die volgens mij voortdurend op die grens balanceert is
"Ik denk dat het belangrijk is als je toneel speelt - en dat geldt vooral voor regisseurs - voortdurend je vak ter discussie te stellen. Als je geleerd hebt dat de eerste voorwaarde voor theater is dat je zicht- en hoorbaar bent, dan eis ik van mijn acteurs dat ze niet zichtbaar en niet hoorbaar zijn. En je hebt van de 'cracks' die absoluut weigeren. Het is alleen maar moeilijk om te werken met mensen die niet flexibel zijn, of die heel goed in hun hoofd hebben dat ze alleen maar op dié manier theater willen maken en op geen andere. Maar het gaat er echt niet om een bepaalde stijl te leren, het gaat er juist om elke stijl af te leren, om de essentie van de tekst op een juiste manier vorm te geven. Je hebt heel veel aan dingen die je kunt of aan dingen die je gezien hebt, maar uiteindelijk moet je zorgen dat er iets nieuws, als was het maar een combinatie van stijlen ontstaat. Dat is de moeilijkheid van toneelmaken."
Doorkabbelen
In het recente interessante theater worden de acteurs meer betrokken bij het dramaturgische werk, ze voltrekken mee de tekstanalyse, waar hen vroeger veel meer - formele - opdrachten vwerden gegeven. Hoe doe jij dat?
"Ik bereid een stuk voor met dramaturgie, haal er een paar essenties uit. Zoals ik in mijn stukken het best kan reageren op bestaande modellen en gegevens, zo repeteer ik ook. Ik geef een acteur in eerste instantie geen enkele opdracht, hij komt met iets en daarop kan ik dan reageren. Als mensen dat niet doen of kunnen, dan kan ik er vrij weinig mee. Of ik geef hen een heel duidelijke en grove opdracht, waar ze iets mee moeten doen. En dan praten we daarover."
Iemand als
"Nee, ik zal hem lang laten doorkabbelen, ook al is het volgens mij niet dàt. Maar dan gebeurt er, misschien ondanks die acteur, iets dat ik denk te kunnen gebruiken. Ik reageer eerder daarop, minder op 'Dat is het niet'. Tenminste in de eerste fase van het repetietieproces. Na verloop van tijd is het wel duidelijker hoe het moet en dan kan je ook preciezer en concreter ingrijpen."
Je acteert zelf, heeft dat invloed op het regisseren en omgekeerd?
"Ik denk het wel, maar hoe het precies ligt weet ik niet. Ik acteerde de laatste jaren vooral bij Discordia. Je leert de tekst van buiten, je repeteert nauwelijks en gaat op. Bij
Plankenkoorts?
"Ja, behoorlijk, maar dat is ook het aantrekkelijke ervan, het is leuk dat je totaal niet weet wat er gaat gebeuren. Je weet niet eens of je tegenspeler zijn tekst wel kent."
Van
"Nee, hoogstens een voordeel omdat alle aandacht aan de tekst kon gegeven worden. Acteurs willen wel eens de neiging hebben zichzelf belangrijker te vinden dan de tekst. Dat kunnen wij niet eens. Wij presenteren gewoon die tekst, vol dubbelzinnigheden. En bij dat stuk is dat dan heel goed, en bij
De repetitieperiode is voor meer traditionele acteurs gewoon een middel om af te kicken als het ware.
"Vaak wel, maar ik wil wel wat meer. Dat hangt natuurlijk ontzettend af van het stuk dat je kiest."
Zou je
"Volgend seizoen ga ik dat proberen bij een produktie:
(1) "
(2) Gerardjan Rijnders' stukken zijn gebundeld in Gerardjan Rijnders,
(3) Schreber is een klassiek geval van het verband tussen paranoia en maatschappelijke dwang. Het stuk dat Rijnders samen met
Rijnders' plannen vanaf '84-'85
Bij
Daarna: operaplannen (Puccini's