BRUSSEL -- Wie de film "Paris, Texas" van Wim Wenders gezien heeft, waarvan het scenario geschreven werd door Sam Shepard, zal ongetwijfeld in de enscenering van Shepards "Fool for love" door het BKT eenzelfde sfeer van leegte (en zinsverbijstering) kunnen registreren. Niet alleen werd er voor het decor teruggegrepen naar eenzelfde inspiratiebron (Edward Hopper) en speelt het verhaal zich af in een onbestemd Amerika, in een desolaat motel ver van de grote steden, maar bovendien gaat het weer over traumatische verwantschapsrelaties van mislukkelingen.
Ook door zijn opbouw, de detective-achtige ontrafeling van een incestueuze relatie tussen een halfbroer en halfzuster, heeft het verhaal veel weg van een variante op de Oedipusmyte. Het decor bestaat uit een plateau, waarop een dubbel bed staat, met op de achtergrond een wand met een langwerpig raam: een motelkamer. Naast het plateau zit tijdens de hele duur van de voorstelling een oude man (een sterke vertolking van Rudi Van Vlaenderen) op een stoel, naast een cola-automaat uit de jaren '50.
Die oude man is de vader van Eddie (Dirk Buyse) en May (Mia Grijp), kinderen die hij verwekte bij twee verschillende vrouwen. Eddie en May hebben ooit, zonder de precieze toedracht van hun afkomst te kennen, een relatie met elkaar gehad, en kunnen elkaar niet meer loslaten, verbonden door hun geheim. Toch ontvluchten ze elkaar voortdurend. Daarin verschillen ze niet van de vader, die zijn hele leven lang geregeld spoorloos verdween, zijn droombeeld van de ideale vrouw najagend, zonder veel bekommernis om zijn werkelijke vrouwen.
Die vaderfiguur, en met hem de hele myte van de nieuwe wereld, behekst ook zijn kinderen. Hoewel de vader definitief verdween toen zijn dubbele leven aan het licht kwam, blijft hij aan de rand van de scène rondspoken. Als het stuk begint, komt Eddie opnieuw May ophalen om "een nieuw leven" te beginnen, ergens in een caravan in de vrije natuur, ver van alles. Het is van meet af aan duidelijk dat hij weer zal verdwijnen, dat het idyllische droombeeld van een leven met May nooit werkelijkheid zal worden.
Enigszins voorspelbaar komen dan de minnaars van Eddie en May opdagen. Zij zijn de katalysators van de dramatische aktie: de onthulling van de traumatische verhouding Eddie-May-vader, de vaststelling van een overgeërfd, ondefinieerbaar, onverzadigbaar en alomvattend verlangen, waarvoor vooral Eddie met zijn doelloos zwerven (er worden behoorlijk wat kilometers gereden) en door zich te bezatten, op de vlucht is.
Je ontkomt bij dit stuk niet aan een sterk déjà-vu-gevoel. Het stuk doet zowel in zijn tematiek als in zijn konstruktie denken aan Amerikaanse toneelliteratuur als "In het tuinhuis" of "Tramlijn Begeerte". Het gekke aan de regie van Ger Thijs is dat deze versie van het stuk, zonder enige buitennissige ingreep, en zonder sterk af te wijken van de akteerstijl die bij dit soort werken gangbaar is, veel weg heeft van een koele, afstandelijke maar toch wel geïnteresseerde observatie van de Amerikaanse "condition humaine".
Het is moeilijk te bepalen waaraan dat te wijten is, wellicht ligt het in kleine details zoals de fysieke aanwezigheid van de akteurs die niet erg "Amerikaans" aandoet. Het gevolg is wel, hoewel er op de vertolking en de regie weinig of niets af te dingen valt, dat het verhaal lichtjes ongeloofwaardig wordt. En precies de bereidheid van het publiek om volledig op te gaan jn het verhaal is noodzakelijk voor dit teatergenre.
Elke donderdag, vrijdags en za om 20u.30 en elke zondag om 15 u, van 21 nov. tot 22 dec. in het BKT, Kapellemarkt 8, Brussel. Reservaties: tel. 02-511.80.75.