BRUSSEL -- Het drama van Othello speelt zich af in Venetië en Cyprus, en dat geeft de goede "couleur locale" voor de gore manipulaties om de macht van Jago. Het schrappen van de sfeerschepping door decor en kostumering daarentegen, vervangen door een pikzwarte proefkooi waar rode lampen aangeven dat de aktie zich aan het ontrollen is, scherpt de onverbiddelijke logika van het drama aanzienlijk aan -- geen kans omzich in een rijk en vooral vér verleden te wanen. De Blauwe Maandag Compagnie moet zich daar zelf ook zo ongemakkelijk bij gevoeld hebben dat ze af en toe, in deze overigens uitstekende produktie, Warre Borgmans' (Jago) schitterend komisch talent de vrije loop lieten om de spanning te breken.
De tekst is geen getrouwe vertaling van Shakespeare, eerder een hertaling (van Johan Van Assche) naar alledaagse spreektaal; "platte" uitspraken worden daarbij niet geweerd, maar staan er ook nooit zomaar. De totale tekst laat zich beluisteren als een trefzeker getypeerd burgermansidioom. Het gaat hier dan ook niet om tragische helden in dit stuk, de lange mnologen van Othello vol zelfbeklag en wrok b.v. zijn drastisch ingekort zodat we een Cassio, een Rodrigo, een Brabantio en een Othello te zien krijgen meer dan reuzen op lemen voeten zijn. Het volstaat ze te raken in dat waaraan ze hun gevoel voor eigenwaarde en hun respekt bij anderen te danken hebben, om ze te reduceren tot onredelijke, jaloerse en grillige kinderen. Een hertaling met een duidelijke opzet voor ogen dus, met het onvermijdelijke nadeel dat een aantal karakternuanceringen van het origineel verloren gaan. Een reduktie die hier en daar de poort open zet voor bittere komedie in plaats van tragedie.
De vrouwen in dit stuk staan daar min of meer buiten. Emilia (Veerle Eyckermans) b.v. is een spottende toeschouwster, die in een aangrijpende slotscène, na de moord op Desdemona, Othello de juiste toedracht van de feiten onder de neus wrijft. Desdemona zelf (Brit Alen) blijft het hele stuk door de (vermoorde) onschuld in persoon, en valt daardoor, ook al door een relatief zwakke vertolking, zelfs erg bleekjes uit.
Maar wie er zeker uitspringt, en in feite tot de enige echte hoofdfiguur van het stuk gepromoveerd wordt is Jago. Hij is de man die perfekt de drijfveren en motieven van de anderen doorziet en er voor zijn eigen baat handig gebruik van weet te maken. Het is een gewetenloze schurk, hij speelt zeer handig in op de eerzucht van Rodrigo, Cassio en Othello (Johan Van Assche zelf, Ludo Busschots en Dirk Van Dijck), hij drijft door goedgeplaatste insinuaties Othello tot zijn fatale en onterechte jaloezie ten opzichte van Desdemona en Cassio. Maar precies zijn luciede inzicht in de primitieve drijfveren van anderen, waardoor hij moeiteloos allen naar zijn hand kan zetten, maakt hem ook sympathiek.
De regie van Perceval en Joosten zit eigenaardig in elkaar. In de monologen en dialogen wordt heel veel gebruik gemaakt van een zeer direkte, nogal naturalistische speelwijze; de inkleding, de scènewisselingen, de aktiescènes daarentegen zijn geraffineerd pover en schraal. Er is b.v. geen decor, enkel een biezonder suggestieve lichtregie van Steve Kemp (een donkere scène waarin hier en daar een deel van de figuren uitgelicht worden, wanden en zelfs volledige akties zoals de ontdekking van de lijken van Cassio en Rodrigo gesuggereerd worden) en de muzikale ondersteuning van dramatische ontwikkelingen door Fred Van Hove die midden op het toneel piano speelt. De gevechten, het handgemeen tussen Brabantio en Othello b.v. hebben een biezonder verzorgde, aan commendia dell'arte herinnerende akrobatsiche kwaliteit meegekregen door dansadvies van Jan Maillard en training van Luc Nys.
Dat regisseren op twee benen draagt ertoe bij dat een herkenbaarheid stijl De collega's de beperkingen en gevaren van zo'n genre moeiteloos ontwijkt, en het triviale laat zien als een toevallige verschijningsvorm van een zeer fundamenteel handelingspatroon. Waardoor een figuur als Othello, die verregaand geridikulizeerd wordt, als een overdreven eerzuchtige en weinig luciede mannetjesputter, finaal toch weer de volle dimensie van een tragische held krijgt, maar dan wel met een tragiek die duidelijk zijn individuele geval overstijgt. Hier wordt een gooi gedaan naar een omschrijving van het failliet van een bepaalde maatschappelijke consensus over hoe en wat de "stoere, echte" man is.
Niet alles aan deze produktie is even goed. Zo zou men bezwaren kunnen hebben tegen de af en toe nogal rechtlijnige karaktertekening en gratuite grapjasserij van Borgmans. Daar staat echter wel tegenover dat Warre Borgmans en Dirk Van Dijck uitzonderlijke akteerprestaties leveren, dat de vormgeving van de aktie zeer geslaagd is, met een goede balans tussen komische en tragische episodes en vooral dat een aantal scènes, zoals de moord op Desdemona, echt naar de keel grijpen. Samen met het interessante regiekoncept doet dat de balans in het voordeel van deze produktie omslaan.
Reisvoorstellingen tot einde januari. Inlichtingen: "De Blauwe Maandag Compagnie", Keizerstraat 38, Antwerpen; tel. 03-233.49.95.