Date 1987-06-20

Publication De Standaard

Performance(s) I'll go on

Artist(s)

Company / Organization Dublin Gate Theatre

Keywords molloygovernbarryunnamablekommunikatieprettigestemtrilogiegestaltedukes

Beckett kan prettig zijn: "I'll go on" van het Dublin Gate Theatre

BRUSSEL -- De naam Beckett alleen al volstaat meestal om het beeld op te roepen van een sombere, schimmige wereld vol underdogs in lompen, het stereotiepe beeld dat Maguy Marin bijvoorbeeld opriep in haar voorstelling "May B". Het kan ook anders. De solo-voorstelling van Barry Mc Govern van het Dubliner Gate Theatre met teksten uit de trilogie Molloy-Malone dies-The unnamable -- in België te gast op uitnodiging van The Irish Club -- hangt een veel complexer beeld op van Becketts universum dat o.a. recht doet aan de (nogal zwarte) humor ervan.

Gerry Dukes en Barry Mc Govern selekteerden uit de trilogie een aantal teksten die de voortschrijdende aftakeling van het zingevend individu ahw. in vogelvlucht introduceren bij de toeschouwer. Het eerste deel van de voorstelling is helemaal gewijd aan de (teatraal meest dankbare) belevenissen van de stumper Molloy. Op weg naar zijn moeder beleeft Molloy met zijn fiets (een schraag) allerhande avonturen, die pijnlijk-grappig in de kontakten met de politie-inspekteur, de vrouw met de overreden hond enz. het totale gebrek aan kommunikatie tussen Molloy en de wereld aangeven. Als Molloy dan de winden telt die hij gemiddeld laat per minuut ("extraordinary how mathematics help you to know yourself") en zijn uiterst ingewikkeld gejongleer met 16 keitjes, waar hij een na een op zuigt, uiteenzet, wordt op een uiterst prettige manier duidelijk hoe Molloy zelf ook geen "interne" kommunikatie vertoont. Er is geen psychologie, geen omschreven zelf, geen doelgerichte zingeving, er is enkel een burleske stroom van gebeurtenissen.

De toon is daarmee gezet voor het heel wat minder prettige tweede deel, waarin we een stervende Malone op een graftombe zien liggen, die dan zonder enige merkbare breuk muteert in de enkel nog woordenkramende stem, waar geen ik meer te bespeuren valt, uit The unnamable. De stem die finaal nog enkel kan meedelen dat hij doorgaat, ondanks alle "ondanksen".

Barry Mc Govern levert met deze voorstelling een sublieme prestatie. Zijn magere gestalte en benige, kortgeknipte hoofd geven op fabuleuze manier vorm en gestalte aan de verschillende figuren die hun opwachting maken in de verhalen. Alleen al met zijn stem en zijn ogen weet hij in enkele ogenblikken totaal verschillende stemmingen en personen te suggereren. Het decor fungeert daarbij in hoofdzaak als een vrij neutrale achtergrond: zes gemarmerde panelen die een vervormd diepteperspektief geven, en de speelruimte tot een driehoek reduceren. Het is vooral de lichtregie die deze achtergrond funktioneel maakt in de opvoering.

De opvoering is wellicht het meest te smaken voor wie het werk van Beckett wat beter kent, maar dat neemt niet weg dat het hoe dan ook, én als introduktie tot zijn wereld én als autonome kreatie, een pareltje is.

Nog te zien in het teater van Résidence Palace, Wetstraat 185 te Brussel op 20 en 21 juni om 8 u. (Een meer dan oppervlakkige kennis van het Engels is nodig om ten volle van de voorstelling te kunnen genieten.)