Date 1994-10
Publication Etcetera
Performance(s)
Artist(s)
Company / Organization
Keywords hchaam • dansende • mallarmé • reducerende • teksten • danskritiek • wigman • ogenblikkelijke • bundel • reyniers
De erotiek van een pas die danspas wordt
In opdracht van het
Niets is moeilijker dan schrijven over dans. En dat zowel als je het wil hebben over een individuele voorstelling als wanneer je probeert de essentiële betekenis en werking van het fenomeen te betrappen. Als je een voorstelling ter sprake wil brengen bijvoorbeeld, is het wellicht essentieel om duidelijk de aard en de opeenvolging van de bewegingen, het ruimtegebruik en de dynamiek van de dansers voor ogen te kunnen halen; een simpele opsomming van die elementen, hoe nauwkeurig ook, brengt je echter maar zelden dichter bij de verklaring wat nu bijzonder was aan deze voorstelling, of wat oorzaak was van de vervoering van het publiek. Hoe verschillend is dat niet van een theatervoorstelling. Al is ook daar sprake van een ondefinieerbare magie, die te maken heeft met de acteur - de ene "heeft het" en de andere niet - en met de bijzondere kijk van de regisseur of de scenograaf op een tekst, het is bepaald eenvoudiger om vanuit een helder relaas van de gebeurtenissen steekhoudende interpretaties en inzichten te ontwikkelen. Die kunnen van de ene criticus naar de andere dan wel verschillen, de marges waarbinnen die verschillen optreden zijn toch vrij sterk bepaald. Niet zo met dans.
"Geen enkel ding (beeldt de dans uit, nvdr), beste Phaedrus. Maar alle dingen, beste Eryximachus. De liefde evenzeer als de zee, en het leven zelf, en de gedachten... Voelen jullie dan niet dat ze het gebeuren zelf is van de metamorfosen?". Zo vat
"Vast staat dat de danseres geen vrouw is die danst, om de redenen dat ze geen vrouw is, maar een metafoor die een van de elementaire aspekten van onze vorm samenvat: zwaard, beker, bloem enzovoort, en dat ze niet danst, maar, door het wonder van verkortingen of aanlopen, met een lichamelijke schriftuur suggereert wat in gedialogiseerd en beschrijvend proza verschillende paragrafen zouden moeten uitdrukken: een gedicht, vrij van elk instrument van de schrijver. (
"De danser spreekt slechts van lichaam tot lichaam. Deze taal is de oorspronkelijkste, want ze is in staat de ondeelbaarheid van het eigene - misschien alleen maar een kleine vreugde - aan andere mensen mee te delen" zegt de fenomenoloog
Dit erotische aspect, dat onlosmakelijk verbonden wordt met de dans vinden we ook helder geformuleerd bij
Het ligt voor de hand dat zo'n beladen suggestie over de werking van dans ook een sterke bezetting ervan met verboden en taboes, en dat is-al van in de oudheid het geval. Dat leidt niet zelden tot reducerende en denigrerende opmerkingen als deze van
Nu mag je als lezer van bovenstaande gedachten denken wat je wil - en ik geloof zelf dat er bijvoorbeeld heel wat vraagtekens te plaatsen zijn bij de lichaamsmystiek die in de dans ultieme, onbemiddelde waarheden naar boven ziet borrelen -, deze tekstselectie maakt ook in een oogopslag duidelijk in welk breed discursief veld dans vervat zit. Anders gezegd, je kan dan wel de illusie hebben dat een dansvoorstelling je rechtstreeks aanspreekt, die ogenblikkelijke begrijpelijkheid blijkt een "verborgen agenda" te hebben, een reeks leeskaders die onbewust werkzaam zijn bij dat "directe" verstaan. Dat is in zekere zin een waarheid als een koe, en in een tijdschrift over literatuur zou deze kwestie een evidentie zijn. Voor dans is plat op een vreemde manier veel minder, of zelfs helemaal niet waar.
En precies daarin ligt een belangrijke hinderpaal voor het ontwikkelen van een hoogwaardige essayistiek over dans: de basisteksten zijn gewoon niet voorhanden. Een gedachte, een essay verdwijnt vaak weer zo snel als het verschenen is in de vergeetput van oude tijdschriftjaargangen. Over het bestaan van belangrijke teksten over lichaam en dans is vaak zo goed als niets geweten of ze zijn niet beschikbaar.
Daarin ligt nu net de verdienste van het boekje Het dansende hchaam - klassieke teksten over (hedendaagse) dans dat Johan Reyniers in opdracht van Klapstuk samenstelde. Op het
Het ambitieniveau van de bundel is echter beperkt: het is een eerste ontginning van een gebied dat in onze taal nauwelijks thematisch ontsloten is. Een groot aantal filosofen, schrijvers en choreografen/dansers zijn niet vertegenwoordigd in deze bundel. Dat doet echter niets af van de waarde van deze bijdrage tot een volwassen danskritiek in .
Het dansende hchaam - klassieke teksten over (hedendaagse) dans, Kritak, in samenwerking met Klapstuk, 1994, 650fr.