Date 1997-02-05

Publication De Standaard

Performance(s) The very seat of honour

Artist(s) Fabre, Jan

Company / Organization

Keywords copraijhonourseatraadselachtigrenéeachterwerkfluwelenspankingheupgewiegfabre-choreografiën

Pak slaag uitgelokt maar niet gekregen

"The very seat of honour" is niet gebouwd op de gebruikelijke spanning in Fabre-choreografiën tussen de strenge, onveranderlijke en onbuigzame wetten van het ballet en de eigen verschijning van de dansers. Renée Copraij zet hier, met een dans die verhoudingsgewijs ongehoord "fanciful" is, een karakter neer. De dans staat schijnbaar in het teken van een verhaal.

Het openingsbeeld bepaalt de sfeer: een chaise longue waarin een vrouw verveeld noten ligt te kraken en er nauwelijks een oppeuzelt. Negentiende-eeuws bouderen, ennui. Het is een vertoning, opgevoerd voor ons, toeschouwers. Als de vrouw even later haar overjurk uittrekt, zien we haar in een -- binnen de context -- seksueel prikkelend, fluwelen tenue. Een bijzonder detail, een fluwelen kussentje vlak boven haar achterwerk, dat onder de jurk wellicht haar rondingen moet doen uitkomen, vestigt nu de aandacht op het achterwerk -- "the very seat of honour".

De dans die Copraij uitvoert is een mengvorm van verleidend heupgewieg, klassieke passen en merkwaardig-kronkelige bewegingen vanuit stilstand. Een kruising van Balanchine en Gene Kelly, dixit Fabre. De handen staan nooit stil, maar voeren hun eigen choreografie uit. De steelse, guitige of stereotiep uitdagende, of zelfs gewoon woeste blikken die ze de zaal inwerpt vertellen wat de danseres hier wil uitlokken; "spanking", een pak slaag op de billen, naar aloude Victoriaanse gewoonte. En het is duidelijk dat ze niet krijgt wat ze wil.

Dat is de verhalende aanleiding van het stuk. Merkwaardig is echter de circulaire structuur. Het steeds weer hernemen, zij het met stijgende intensiteit en kleine variaties, verandert dit verhaaltje in een vreemd zinnebeeld van de verhouding tussen wie vraagt en wie bevraagd wordt.

Copraij wordt steeds minder een karakter, haar trekjes lijken steeds minder persoonlijk. Het beeld roept op de duur zoveel bijbetekenissen op, dat het zo raadselachtig wordt als een sfinx. Of ook: zo raadselachtig als wat de mensen in de werkelijkheid bij elkaar zoeken.

"The very seat of honour". Productie Troubleyn i.s.m. Kaaitheater. Dans: Renée Copraij, choreografie : Jan Fabre. Studio Kaaitheater, maandag 3 februari.