Date 1997-12-23

Publication De Standaard

Performance(s) Knecht van twee meesters

Artist(s) Corso, Arturo

Company / Organization KNS

Keywords corsocommediamaskersgoldonikaderverhaalboodschapartedellacteurslijklucht

Arlecchino bij KNS op de dool

Antwerpen -- Arturo Corso, die ooit triomfen oogstte met de regie van Mistero Buffo van Dario Fo, brengt in de KNS een bewerking van Goldoni's Knecht van twee meesters, een meesterwerk van de commedia dell'arte. Net zoals destijds wil Corso zich niet beperken tot een vrijblijvend blijspel. Aan de fratsen van Arlecchino, die van de dwaasheid en intriges van de burgerij gebruik maakt om een dubbel loon op te strijken, voegt hij een dubbele boodschap toe. Hij roept op tot maatschappelijk engagement en wijst op de teloorgang van een theatertraditie.

Die tweede boodschap klinkt nogal verbitterd. Corso verpakt Goldoni's verhaal in een kaderverhaal over een theatergezelschap dat uit de Venetiaanse schouwburg gegooid wordt, en op zoek gaat naar een nieuwe standplaats. Die vinden ze in Antwerpen, op de Grote Markt. Toeval of niet, deze verhaallijn klopt met de situatie van het huidige KNS-gezelschap dat na dit seizoen ophoudt te bestaan. Dit kaderverhaal is vooral didactisch van aard. In een sneltreintempo worden de belangrijke momenten in de historische ontwikkeling van de "commedia" aan het publiek getoond: de stap van uitsluitend mannelijke acteurs naar de deelname van vrouwen aan het spel, de wijze waarop maskers ingezet werden, enzovoort.

Ook de specifieke speltechniek van de "commedia", met het gebruik van maskers, vaste types met een eigen speelstijl en het belang van improvisatie, worden in korte, min of meer grappige scènes verduidelijkt. Aan het einde van het stuk vervangen ledenpoppen met typische kostuums en maskers de acteurs een na een. Een stem uit de klankboxen kondigt aan dat dit theatermuseum gesloten zal worden, en dat alles verkocht wordt aan de meestbiedende.

Als troost wordt ons de komst van een nieuw "virtueel theater" aangekondigd. Waarop alle acteurs, nu als bezoekers aan het museum, een virtual reality helm opgezet krijgen. Voor wie het dan nog niet verstaan heeft (weg met de virtuele realiteit, leve het theater!) worden deze helmpjes ten slotte door het brandgordijn platgedrukt. Deze boodschap mist de beoogde kritische waarde, maar heeft wel een nauwelijks te verteren dosis pathetiek.

Die zou je voor lief nemen, indien je daarnaast echte commedia dell'arte te zien kreeg. Maar ondanks verdienstelijke inspanningen van acteurs als Aron Wade, Peggy De Landtsheer of Herbert Flack, komt het ding door de loden last van de didactiek van het vermanende vingertje, niet van de grond. Van subversiviteit is al helemaal niets te bespeuren. Wat overblijft is een lichte verbijstering: hoe kwam het dat dit twintig jaar geleden wel werkte, terwijl nu alleen een muffe lijklucht opstijgt?

Tot 17 januari in de Bourlaschouwburg, tel. 03-231.07.50.