Date 1998-05-16

Publication De Standaard

Performance(s) Et de toutes mes terres rien ne me reste que la longueur de mon corps

Artist(s) Wijckaert, Martine

Company / Organization

Keywords wijckaertpolitiekemartinemiddeleeuwenangstenhenryofwelkingdomkoningsdrama’sopzijgeschoven

Een vracht Shakespeare

Als er iets duidelijk werd, na Ten oorlog van de Blauwe Maandag Compagnie, dan wel dat het samenvatten van Shakespeares acht koningsdrama’s over de "War of the roses" in een voorstelling, allerminst evident is. Martine Wijckaert probeert dit huzarenstukje nu, met steun van Théâtre de la Balsamine en KunstenFESTIVALdesArts, over te doen.

Ondernemingen als deze vragen een lange speelduur. Er is een sterke dramaturgie nodig om de relevantie van deze ingewikkelde politieke geschiedenis van de late middeleeuwen en de renaissance aan te tonen. Martine Wijckaert doet het niet in negen, maar in ruim drie uur. Dat maakt van Et de toutes mes terres rien ne me reste que la longueur de mon corps een tot mislukken gedoemde onderneming.

Een kleine dertig centrale personages voorstellen, dat betekent dat je per personage 7 tot 8 minuten hebt. Een simpele rekensom als deze laat het onmogelijke van de onderneming al zien. Maar bovendien zijn die personages allen verwikkeld in uiterst complexe familierelaties. Om de politieke touwtrekkerij te begrijpen waarbij nu eens de ene, dan weer de andere de bovenhand haalt in een decennialange strijd om de kroon, is daarom ofwel een behoorlijk inzicht van de kijker vereist in het wezen van de politieke veranderingen van die tijd, ofwel zijn zeer subtiele tekstaanpassingen nodig.

In dat laatste geval wordt het mogelijk om de aandacht eerder te richten op meer tijdloze of abstracte aspecten van het verhaal, zoals bijvoorbeeld de verwording van de menselijke verhoudingen, nadat heilige principes zijn opzijgeschoven voor het beginsel van de ruil en de waar. De gevolgen die dat kan hebben voor de structuur van de psychologie van een personage is een ander, verwant, aspect dat zo in het daglicht kan treden.

Wijckaert maakt hier echter geen duidelijke keuze. Enerzijds vertelt zij het volledige politieke verhaal, zonder veel stappen over te slaan. Zij evoceert daarbij op vrij nadrukkelijke wijze de periode van het gebeuren. De opdravende edellieden dragen ook allen min of meer juiste kostuums, die verwijzen naar de Middeleeuwen.

Anderzijds zegt ze in een inleidende nota onomwonden dat het haar betrachting is de fundamentele onzekerheden en angsten van de twintigste eeuw bloot te leggen.

Welnu, daarvan barst mijn klomp. In het beste geval wordt dat aspect gedragen door een bijna steeds overschreeuwde, zwaar aangezette emotionaliteit in de dictie en de gestiek van de acteurs, die meer dan eens (zoals in het geval van het ongelukkige koppel Henry VI en Marguerite de'Anjou) tot bijna karikaturale voorstellingen leidt. Niet echt de manier om fundamentele angsten duidelijk te maken, dunkt mij.

Dit valt de acteurs nauwelijks ten kwade te duiden: het is immers onmogelijk om de evolutie van een man als Henry VI op een dik half uur ten gronde uiteen te zetten. In het geval van Richard III wordt dit stramien ronduit grotesk. Het tot een flinterdun moordverhaal ingedikt stuk spoedt zich, zonder veel nuances, en met een mijns inziens schabouwelijke vertolking, naar de laatste nachtmerrie, "My kingdom for a horse". Gelukkig is het dan afgelopen.

Slechts enkele acteurs weten, ondanks alles toch één min of meer interessante figuur neer te zetten. Ik denk dan in het bijzonder aan Jean-Jacques Moreau als hertog van York. Zijn interpretatie van deze rol is bijzonder interessant omdat hij een ook nu nog zeer herkenbare figuur neerzet: de gewetenloze, op winst en macht beluste intrigant, die om zijn doel te bereiken van alle ideologische walletjes eet. Maar dat is toch een wel zeer magere oogst voor zo'n lange zit met potentieel uiterst boeiende teksten.

De Kriekelaar, Gallaitstraat 82, Brussel tot en met 22 mei. Reservering: 070-23.38*89.