Date 1998-12-18

Publication De Standaard

Performance(s) Shakespeare dringend gesucht

Artist(s) Lamers, Joris Jan

Company / Organization Maatschappij Discordia

Keywords vloeravondlamersacteursfarbelheinarsouffleur-regisseurdansfuifintonatiewisselinggesucht

Discordia houdt zen-oefening

Discordia houdt zen-oefening

Van onze medewerker LEUVEN -- Wat heb je nodig om theater te maken? Een groot decor, veel kostuums en acteurs aan de ene zijde van de scène, een met stomheid geslagen publiek aan de andere? Niets van! Wat oude rommel, enige zitbanken en een stevige vloer zijn al wat nodig is voor Maatschappij Discordia om er op een avond twee stukken door te jagen, met nog een feestje toe.

Toch is zo'n avond minder simpel dan de middelen doen vermoeden. Niet omdat Discordia van grote boodschappen kond doet, integendeel. Maar de wijze waarop ze met die beperking omgaan, stemt wel tot nadenken.

Het gezelschap poetste het vlekkerige parket van de Zuilenzaal in Leuven grondig op, om een net afgelijnd vierkant glanzend in de was te zetten. Waarom doe je zoiets, tenzij vanwege een bijzonder soort toewijding aan het theaterwerk? Elk aspect, ook het onbenulligste, heeft zijn belang. Het heeft iets van een zen-oefening: in het poetsen van de vloer je hoofd leeg maken van elke pretentie -- het grote gebaar! de grote waarheid! -- om zo ruimte te maken voor iets anders, onbekends.

Die nadruk op de vloer geeft ook aan dat Discordia de scheiding tussen publiek en zaal zo klein mogelijk wil maken. Het is een open invitatie om het spel te beschouwen als deel van, of zelfs alleen aanleiding voor een avond waarin enkele kwesties aan de orde kunnen zijn, en waar verder plezier kan gemaakt worden met een dansfuif.

Het eerste "stuk" van de avond bleek op 15 december geen "echt" stuk, maar een monoloog van Jan Joris Lamers, waarin hij improviseert. Hij raakt thema's aan die impliciet al in het gebaar van de poetsbeurt van de vloer besloten liggen.

De vraag of het achttiende-eeuwse theater, waar het gebeuren de zaal was, en de acteurs vooral fiorituur, niet "juister" was. Of de vaststelling, aan de hand van de figuur Beuys, dat wie "kunst" wil zien eigenlijk net niet ziet wat er echt te zien is.

Die blijvende bevraging van alles en iedereen is ook de grondtoon van Discordia's werkwijze. Dat bleek ook uit het tweede stuk, Shakespeare dringend gesucht van Heinar Kipphardt (DDR) uit 1953, een bijtende satire op het kunstbedrijf in de boeren- en arbeidersstaat.

Personagewissels worden enkel aangeduid door een intonatiewisseling en een andere bril op de neus. De acteurs zitten pal tegen de publiekstribune aan, met Lamers als souffleur-regisseur tussen de toeschouwers. Dit lijkt in alles een publieke tekstrepetitie.

De Koning speelt bovendien slechts een rol, die van de pathetische voorvechter van het theater Farbel. Meestal bouwt hij de souffleur gewoon na, struikelend over zijn eigen woorden. Dat herleidt zijn personage helemaal tot een marionet, een verwarde stotteraar, een held tegen wil en dank. Of hoe het aanfluiten van alle vaststaande regels van het theater tot een verrassend sterk, komisch effect leidt.

Wie naar "well-made plays" op zoek is, zal bij Discordia weinig van zijn gading vinden. Voor wie echter geboeid wordt door acteurs die vanuit een lange ervaring de grenzen van het theatermaken blijven verkennen, op een soms uitzinnig komische manier, is deze reeks voorstellingen een waar plezier. Pieter T'JONCK

Vanaf 18 december speelt Discordia in de Beursschouwburg in Brussel.