Date 1998-12-30

Publication De Standaard

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords dançasportugeselissaboncidademiljoenhedendaagseeuropaforumdançalapataag

Dansen aan de rand van Europa: Vlaming Mark Deputter over dans in Portugal

Dansen aan de rand van Europa

Vlaming Mark Deputter over dans in Portugal

Gewoon als we zijn aan het overrompelende aantal dansvoorstellingen in België, lijkt Portugal met zijn schrale aanbod wel een woestenij: letterlijk en figuurlijk de uiterste rand van Europa. Toch verscheen onlangs een extra nummer van Theaterschrift, een internationaal tijdschrift opgericht in de schoot van het Kaaitheater, volledig gewijd aan hedendaagse performance in Portugal. Voor de gelegenheid werd samengewerkt met Danças na Cidade, een van de weinige, maar belangrijke, Portugese dansinitiatieven. Dat de Vlaming Mark Deputter aan de kar trekt, is daar wellicht niet vreemd aan. Een gesprek over de onverwachte uitdagingen en perspectieven van het werk in de periferie.

Ik tref Mark Deputter in de namiddag in een prachtig, maar wat verwaarloosd, art-decocinema- en theaterzaaltje aan het Largo de Santos, een op onnadrukkelijke wijze prettig plantsoen tegenover de majestueuze Taag.

Heel Lissabon is onnadrukkelijk prettig: de golf van stadsverfraaiing heeft deze stad nog niet bereikt. Een veel oudere, wat afstandelijke en kleinburgerlijke, maar toch erg zuiders-informele stadscultuur is nog tastbaar aanwezig in de druk bewoonde straatjes vol winkeltjes en vaak kleine woningen. Er is geen geld en tijd voor decorum naast de dagelijkse besognes. Die vormen het eigenlijke schouwtoneel, met die zo markante Portugese vermenging van rassen en klassen die bijvoorbeeld van het foeilelijk aangelegde Rossio-plein een stedelijke ervaring van de eerste orde maken.

Tegen de avond zal in dit theatertje de persvoorstelling plaatsvinden van het Theaterschrift, waarna een voorstelling volgt van de resultaten van een internationale workshop. Erg gelukkig is mijn komst niet, want de keerzijde van het trage ritme van de stad is dat niemand zich veel gelegen laat aan precieze afspraken. Een technicus die twee uur te laat arriveert, is voor een vermoeide Mark Deputter een afknapper. Na een korte kennismaking met de choreografe Monica Lapa, zijn partner in Danças na Cidade én het dagelijkse leven, praten we verder in een nabijgelegen klein café.

"Na zeven jaar zette ik een punt achter mijn werk voor Stuc in Leuven. Om privé-redenen verhuisde ik in 1995 naar Lissabon. Ik nam een half jaar de tijd om de taal en de stad te leren kennen. Qua hedendaagse podiumkunsten was Lissabon toen niet veel zaaks, zoals de rest van Portugal trouwens. Het invloedrijke, maar zuiver nationaal georiënteerde, politieke theater was aan het doodbloeden. Van groot belang was echter Acarte, de afdeling hedendaagse kunst van de Gulbenkian Stichting met zijn Encontres. Dat festival fungeerde, net als Klapstuk in België, als wegbereider van hedendaagse dans, maar dan wel met vijf tot zes jaar vertraging. George Brugmans, de vroegere directeur van Springdance, haalde veel internationaal werk naar hier. Voor veel jonge Portugese choreografen en dansers was dat een ware revelatie."

"Danças na Cidade, een initiatief van Monica Lapa, ontstond in 1993 in die sfeer, als poging om jonge dansers kansen te geven om hun werk te tonen. De eerste twee jaar was dat nog volledig vrijwilligerswerk, maar vanaf 1995 volgde een eerste, bescheiden financiële ondersteuning van 400.000 frank van het ministerie van Cultuur. Dat was ook het eerste jaar dat Danças het vriendenparcours echt ontgroeide en buitenlandse gasten uitnodigde, onder anderen Hans Van de Broeck en Leine + Roebana. Door de snelle artistieke ontwikkelingen in Portugal werd het voor het festival ook minder noodzakelijk om lokale artiesten een podium te geven."

"Vanaf 1996 ging het festival daarom, deze keer met 1,2 miljoen frank subsidie, resoluut internationaal: het confronteerde Portugese artiesten als Mantero, Camacho en Fiadeiro met werk van een Meg Stuart, Jérôme Bel en José Navas. Einde 1995 raakte ik mee betrokken in de organisatie, aanvankelijk wat tegen mijn zin. Mijn 'sabbatjaar' na zeven jaar Stuc had best nog wat langer mogen duren. Maar de groei van de organisatie bleek onstuitbaar, niet in het minst door de nationale beleidswissel van rechts naar links. Cultuur was een van de domeinen waarop het nieuwe bewind het verschil wilde maken. Het resultaat voor ons was een protocol met het ministerie van Cultuur voor een jaarlijkse subsidie van 4 miljoen frank. In onze werking hebben we nu om de twee jaar een internationaal festival, met in de tussenliggende jaren tijd voor research en creatie."

-- Wat waren de snelle ontwikkelingen in het Portugese landschap vanaf 1995 waarop je alludeert?

In 1994 werd ter gelegenheid van het Portugese voorzitterschap van de EU in allerijl het Belem-centrum gebouwd. Er was immers geen geschikt conferentiecentrum. Dat reusachtige complex aan de oever van de Taag kan je gemakkelijk verslijten voor een wat megalomane presentatie van een klein landje met weinig geld. Maar het heeft zich snel ontwikkeld tot een belangrijk cultureel centrum, dat als gebouw gunstig afsteekt tegen vergelijkbare grote cultuurtempels elders in Europa. Naast Danças werk ik daar deeltijds als curator voor dans voor de directeur podiumkunsten, Miguel Lobo Antunes.

Daarnaast is er Culturgest, gebouwd in de kelders van de bank Caixa General de Depositos, met een belangrijke programmatie van hedendaagse podiumkunsten. Met de nieuwe directeur Iracity Cardoso heeft ook Gulbenkian een nieuwe adem gevonden. En tenslotte is er met ForumDança een opleiding hedendaagse dans, al heeft die organisatie het door onzekere financiering erg moeilijk om te overleven. Een van de inspirators van ForumDança, Gil Mendo, is nu werkzaam bij het ministerie van Cultuur, dat op dit ogenblik toch om en bij de 50 miljoen per jaar vrijmaakt voor dans.

Alles bij elkaar zijn er dus op korte tijd heel wat nieuwe speelplaatsen en financiële middelen gekomen voor dans. Het aanbod internationale groepen in Lissabon is dan ook behoorlijk. En ook nationaal halen heel wat groepen en choreografen een goed niveau. Die opgang maakt deel uit van een algehele culturele opleving. De snelle economische groei is daar zeker niet vreemd aan. Portugal komt uit een lange periode van stagnatie, onder Salazar en de rampzalige koloniale politiek. Die verklaren ook het grote aantal Portugezen in de diaspora: vijf miljoen Portugezen in het buitenland tegen 10 miljoen in het land zelf.

-- Wat betekent het om aan de rand van Europa hedendaagse dans te programmeren?

Door de centrale ligging komt iedereen in België langs. Hier, daarentegen, is de meest nabije stad Madrid, evenmin een cultureel epicentrum. Als je zo letterlijk aan de rand staat, moet je je wel afvragen wat 'hedendaags' is. Is wat als hedendaags beschouwd wordt, niet in belangrijke mate gedicteerd door de economisch sterkere landen? En in welke richting moet je dan kijken, want er is niet meer één centrum dat de toon aangeeft, zoals New York in de jaren zeventig? Is het niet meer zinvol het woord in zijn letterlijke betekenis op te vatten? Zo leer je oog hebben voor de regionale varianten van het hedendaagse. Lissabon bijvoorbeeld is een stad met twee snelheden: de 'goede oude tijd' en een drang tot vernieuwing en experiment zijn hier simultaan aanwezig. Een ander aspect is de sterke, intieme band die Portugal heeft met zijn vroegere kolonies. Er is hier, ook cultureel, nog steeds een grote aanwezigheid van Brazilianen en Afrikanen.

-- Bepalen die observaties jullie werk bij "Danças"?

Wij hebben onszelf twee opdrachten gesteld. Enerzijds zoeken wij jonge kunstenaars op en presenteren we ze. Anderzijds werken we aan internationalisering: naast het tonen van buitenlands werk proberen we ook een dagelijkse uitwisseling tot stand te brengen. We introduceren mensen als Paxton, Charmatz en Claudia Triozzi of het Crash landing-improvisatieproject van Meg Stuart. Maar we verbreden onze horizon ook buiten de Europese grenzen: contacten met groepen uit de vroegere kolonies vormen een apart werkterrein. Dat is ontstaan vanuit een vraag om bijstand van een gezelschap uit Kaapverdië.

In Afrikaanse landen wordt nog vaak teruggegrepen naar in onbruik geraakte oude dansen, maar heel wat jongeren uit de steden kennen die traditie niet meer en zoeken bijvoorbeeld bij Amerikaanse zwarten naar modellen om hun stedelijke bestaan uit te drukken. Door de historische en emotionele banden tussen Portugal en zijn ex-kolonies slagen wij er gemakkelijk in communicatiekanalen te openen met deze mensen, en daar steken beide kanten heel wat van op.

Alleen loert door onze actie het gevaar van een artistieke brain drain. Waar het in onze mogelijkheden ligt, proberen we dat te ontzenuwen door lokale initiatieven zo sterk mogelijk te ondersteunen.

Pieter T'Jonck