Als politiek commentaar mislukt "Kasimir en Karoline"
Van onze medewerker ANTWERPEN -- Voor toneelgroep De Roovers is Kasimir en Karolineaanleiding om voluit commentaar te geven op de toenemende rechtse opmars, ook en vooral in Antwerpen. Maar als deze enscenering al een verdienste heeft, dan ligt ze zeker niet in die openlijke keuze voor "politiek theater".
De première van "Kasimir en Karoline", het stuk uit 1932 van Odon Von Hörvath, gespeeld door de Roovers in een Toneelhuis-productie, staat erg laat op het seizoen geprogrammeerd. Heeft dat te maken met de verkiezingsdatum? Von Hörvaths portret van uitgerangeerde proleten en gewetenloze grootburgers geeft een wrang beeld van het klimaat waarin het nazisme de macht zal overnemen.
Politieke ambitie heeft dit stuk zeker. Alleen de vorm al. Een spektakel dat sterk geïnspireerd werd door circus-voorstellingen, voortgestuwd door de live-muziek van het uitstekende ensemble Think of One, doet bijna onwillekeurig terugdenken aan de hoogdagen van het genre met Mistero Buffo.
De keuze voor deze vorm is op zich echter niet gratuit. Von Hörvaths stuk speelt zich immers af op de bierfeesten van München en is ook opgebouwd als een reeks korte scènes waarin we iets te weten komen over de lotgevallen van de protagonisten, of de sfeer van deze feesten opsnuiven.
Die "sfeer" is navrant: mensen feesten om de depressie te vergeten, of om, zoals enkele jonge meisjes in een scène, een man te zoeken die hun schulden kan betalen. De kleine boef Merkl Franz (Robby Cleiren) is het prototype van de proleet in deze wereld van verschoppelingen: een kwaadaardig sujet dat zijn (on-)lusten en vrouwenhaat botviert op zijn lief Erna (Tania van Der Sanden).
Maar ook de betere klassen komen er bij Von Hörvath bekaaid van af: fascistische sabelslijpers als Speer (Sam Bogaerts) of gefortuneerde, cynische vrouwenlopers, die hun sociale aanzien misbruiken om te krijgen wat ze willen, zoals Rauch (Luk D'Heu).
Het enige wat doet dromen van een betere toekomst is de Zeppelin, die als een zilveren vis boven de kermis zweeft. Een dubieus zinnebeeld evenwel, want alleen bestemd voor "rijke stinkers", zoals de pas ontslagen privé-chauffeur Kasimir (Benjamin Verdonck) opmerkt.
Kasimir is, in zekere zin, de enige reine dwaas in dit pandemonium. Hij wil nog geloven in een rechtvaardige wereld en menselijke waardigheid. Door zijn ontslag begint de twijfel echter te vreten: zal zijn aantrekkelijk lief Karoline (Sofie Sente), die als kantoorbediende bovendien niet echt tot de "werkende klasse" behoort, nu wel bij hem blijven?
Waar De Roovers zich op verkijken is dat dit verhaal weinig verwant is met onze politieke situatie, zodat de letterlijke verwijzingen ernaar behoorlijk simplistisch aandoen. Wel boeiend is hoe ze proberen om de ruimtelijke mogelijkheden van de grote scène maximaal te exploreren om de chaos van de bierfeesten te tonen. Door de grote eenvoud van middelen (wat doeken en tegengewichten) werken ze vooral op suggestie.
Helaas verslikken De Roovers zich in de complexiteit van deze opzet: werken op de grote scène is anders dan het vroegere kleinezaalwerk. Een regisseur, of minstens een coach, had wonderen kunnen doen: als je het leven als een naargeestig circus wil voorstellen, dan is een uitgekiende timing immers primordiaal, en dat gaat nu regelmatig fout.
Ook het acteren had aan nuance kunnen winnen: de enige menselijke figuren, de protagonisten van de titel en enkele anderen, zijn immers bijna even grof-ongenuanceerd aangezet als de echt clowneske figuren. Als daaraan gesleuteld wordt en het gratuit-politieke vervalt, kan dit een mooi stuk worden. Pieter T'JONCK
Tot en met 3 juli in de Bourla-schouwburg om 20 uur (03-224.88.44).