Date 1999-09-17

Publication De Standaard

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords kortrijkmalissekortrijkseverbredingidacentrumregiosteunpuntsmetverdieping

Model voor "Kortrijkse school" in de dans

Model voor "Kortrijkse school" in de dans

Van onze medewerker KORTRIJK -- Een steunpunt voor dans in de hele West-Vlaamse regio: dat is de opdracht die "Dans in Kortrijk" zichzelf oplegt. De nieuwe productieruimtes in Toren Tack kunnen het centrum in een stroomversnelling brengen. Een gesprek met de nieuwe directeur Koen Kwanten.

Dans in Kortrijk startte beloftevol in het begin van de jaren '90. Willy Malisse van Limelight en Roos De Smet van CC Stadsschouwburg zetten een unieke samenwerking tussen een cultureel centrum en een kunstencentrum op, om dans te programmeren en te produceren in Kortrijk.

In die stad viel toen op dat vlak nagenoeg niets te beleven. Het succesvolle "Danse à Lille" in de zusterstad vlak over de grens, was wellicht een inspiratiebron.

Het pionierswerk van Malisse en De Smet leidde in 1997 tot een structurele erkenning van Dans in Kortrijk. Precies toen werd het vreemd genoeg wat stil. Ida De Vos (danseres/choreografe) werd aangetrokken als directeur, slaagde er niet in de organisatie het verwachte elan te geven en vertrok weer. Toen kwamen Koen Kwanten (ex-Klapstuk) als directeur en Dik Hollander (ex-Lantaarn Rotterdam) als adviseur.

Na zowat een jaar hebben zij een nieuwe blauwdruk klaar voor Dans in Kortrijk.

-- Waaraan was de malaise, net na de erkenning, te wijten?

,,Een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden. Ida De Vos had slechts een beperkt budget, 8 miljoen frank, en geen productieruimte. Het bleef wachten op de Toren Tack. De Stadsschouwburg en Limelight concentreerden zich opnieuw meer op hun eigen werking. Er waren ook de verbouwingen van de schouwburg.

Ten slotte was er, na de startperiode voor '97, ook een soort identiteitscrisis van het centrum. Was het nu een platform voor receptieve werking voor het brede publiek, of was het eerder gericht op het ondersteunen van kunstenaars?''

-- Wat zijn dan de grote lijnen van jullie werking?

,,Twee woorden: verbreding en verdieping. Verbreding betekent dat we gaan werken als een steunpunt voor dans in de hele regio. Met onze knowhow van het veld kunnen wij die organisaties uitstekende diensten bewijzen in het programmeren van dans.

Het blijkt ook dat er een publiek is voor dans; voor Vandekeybus loopt het bijvoorbeeld storm. Wij kunnen en willen dat draagvlak verbreden, zodat er ook ruimte komt voor andere dan de grote namen. Dat is de enige legitimatie voor een danscentrum in Kortrijk. Breekijzers hier zijn Anno '02 en Brugge 2002, die resoluut de kaart van de creatie trekken.''

-- Wat bedoel je met verdieping?

,,Met de Tack-toren hebben we een prachtig instrument in handen om artiesten in residentie te laten werken. We moeten hier nu zorgen voor een specifiek werkmodel, dat verschilt van dat in andere kunstencentra. Gewoonlijk beperken die zich als coproducent tot het geven van geld en een repetitieruimte, en garanderen zij een aantal voorstellingen. Vaak moet de kunstenaar daarna voor een volgend project weer van nul af aan beginnen.

Wij willen een context creëren waarbinnen het werk van die kunstenaars beter tot ontplooiing kan komen, waar zij een klankbord hebben voor hun activiteiten. We noemen dat 'De Kortrijkse School'.

Twaalf ervaren podiumkunstenaars als Jérôme Bel, Emio Greco, Lynda Gaudreau hebben zich verbonden aan het centrum. Tweemaal per jaar komen zij samen met jonge choreografen als Brice Leroux, Sarah Chase, Sharon Zuckermann, Charlotte Van Den Eynde. Er wordt werk getoond, maar er worden ook nieuwe dingen geprobeerd en geprogrammeerd. We hopen dat dit een stimulerende context zal zijn voor jonge choreografen.'' Pieter T'JONCK