Date 1999-11-13

Publication De Standaard

Performance(s) Five Part Weather Invention

Artist(s) Brown, Trisha

Company / Organization Trisha Brown Company

Keywords middellijngrijswaardenpenseelstrekentegenlichttekeningkleurjazzariaschaalcoulissen

Hartveroverend dansfeest: Trisha Brown brengt wereldpremière in deSingel

HET scènebeeld van Five Part Weather Invention wordt gedomineerd door een reusachtig uitvergrote pentekening van Terry Winters die wat weg heeft van werk van Cy Twombly. Je ziet gekribbelde cirkels die, enigszins als een hart, samenkomen in een verticale middellijn. Horizontale penseelstreken doorkruisen de tekening.

Erboven is, als in een testbeeld, een schaal van grijswaarden en een schaal van de drie basiskleuren afgedrukt. Het is, op zijn manier, een verbeelding van wat er choreografisch te beleven zal zijn: de schalen van grijswaarden en kleuren staan voor de eenvoudige basiselementen van het bewegingsmateriaal, kostumering en de muziek. Ze verwijzen ook naar het spel met licht en tegenlicht, kleur en zwart-wit die het stuk, als een lichtchoreografie (Jennifer Tipton) binnen de choreografie, zullen ritmeren.

De kribbels en zwarte penseelstreken wijzen dan weer op de variaties, uitlopers en zelfs (letterlijk) uitschuivers op eenvoudige geometrische patronen, cirkel, dwars- en langslijn, die het stramien van de dans vormen.

De warreling van lijnen op de tekening en in de dans zelf lijkt mij intiem verbonden met de swing van de muziek van Dave Douglas. Je kan die muziek voor trompet, accordeon, viool en contrabas nog moeilijk jazz noemen. Daarvoor zitten er te veel andere, ook en vooral (hedendaags-)klassieke fragmenten in. Maar de typische verschuivingen van ritme en melodie van de jazz bepalen toch sterk de kleur van het werk.

Zoals de titel aanduidt, bestaat het werk uit vijf delen, drie voor kleine groep, en twee voor de negen uitvoerders samen. In het eerste deel, "Aerial Maneuvers'', lijken drie dansers, gestuwd door het licht, zowat uit de coulissen op het podium te vallen. Of eerder te zweven, elk met een andere kleur.

Deze aanzet doet wat denken aan de gewichtloosheid van ouder werk van Brown als Set and reset, maar misschien is dat slechts een indruk. Voor je het bewegingsmateriaal goed kan bevatten, ruimen de drie plaats voor een solo van Kathleen Fisher, die snel rondtolt over de scène in tegenlicht, als een pen die heel snel over het papier van de scène schaatst. Drie anderen vervoegen haar in "Aria#1''.

"Bounding lines'' zit in het midden van het stuk. Het is bijzonder verwarrend en grappig tegelijk, omdat de dansers verstrikt lijken te raken in de complexiteit van de bewegingen die ze moeten uitvoeren. Eerst moeten ze met de handen boven het hoofd warrelen terwijl de voeten een precies groepspatroon uitzetten. Het lijkt wel alsof het ene het andere tegenspreekt en ze voortdurend naar elkaar kijken om te weten hoe het moet.

Even later belandt een kleinere groep midden op de scène, waar ze unisono merkwaardige sprongen maken. Ze lijken vooruit te vliegen, maar houden tegelijk nagenoeg pas op de plaats. En dan valt een danser. Even later nog een. De een na de ander lijken ze in hun sprong neer te storten, om snel weer recht te krabbelen en schutterig aan te sluiten bij de dans.

"Scherzo'' voor twee dansers dat daarna volgt, is een soort omkering van de openingsdans, waarbij de dansers uiteindelijk net aan de rand van de coulissen voorover blijven hangen. De finale, "Aria #2'' sluit het stuk op indrukwekkende wijze af. De dans evolueert rond de middellijn van het podium, en net als in M.O. of L'Orfeo bewegen de dansers daar omheen, alleen is dat nu veel chaotischer.

In de laatste ogenblikken, als alles in zuiver tegenlicht gebeurt, lijkt het ten slotte alsof de dansers samenvallen met de warrige, dikke middellijn van de tekening die het podium beheerst.

Over Canto/Pianto, het eerste deel van de avond, is daarmee nog geen woord gezegd. Geïnspireerd op barokopera is het totaal anders van aard, maar minstens even inventief.

Trisha Brown maakt, en dat is zeldzaam, choreografieën die door hun ongelooflijke vernuftigheid "dans voor danser'' zijn. Tegelijk, hoe abstract ook, bieden ze op een magische manier ook voor niet-getrainde kijkers een hartveroverend, emotioneel zeer rijk feest voor het oog.

Nog op 13 november om 20 uur in deSingel in Antwerpen, 03-248.28.28.