Brussel -- De Zwitserse danser en choreograaf Thomas Hauert maakte vroeger deel uit van Rosas en richtte nadien Cie ZOO op. Net als in zijn eerste stuk, Cows in space, blijkt hij in het Kaaitheater met Pop-up Songbook opnieuw een waardig lid van een jonge generatie choreografen, allesbehalve wars van het experiment.
De titel Pop-up Songbook omschrijft hoe de voorstelling in elkaar zit. Het "songbook" verwijst naar de structuur als een snoer van afzonderlijke taferelen, als het ware een liedrecital. Het zegt ook iets over de aard van het experiment dat Hauert aangaat. Heel algemeen kan je dans omschrijven als de beweging van lichamen in een ruimte. Wat daarbij zelden centraal staat, is de rol van de menselijke stem en de impact ervan op de waarneming van een danser. Dat is hier in een aantal scènes expliciet aan de orde.
De hele titel, Pop-up Songbook verwijst naar kijkboeken waarvan de prenten bij het openslaan overeind komen als driedimensionale beelden. Net zo komen de stemmen hier in drie dimensies tot leven.
In een aantal scènes, "songs", is dat heel duidelijk. In de eerste scène staat Hauert vooraan op het speelvlak stokstijf te zingen, terwijl Sarah Ludi als een soort schaduw achter hem zijn lichaam aftast. In een andere scène houden Samantha Van Wissen en Mat Voorter een dialoog met louter klanken: gorgelen, grollen, piepen, brallen. Iets gelijkaardigs gebeurt later nogmaals, maar dan met twee dansers die tussen de sprekers bewegen. De beweging als simultaanvertaling van de klank.
De menselijke stem wordt nog op een derde manier aangewend: de klanken van de dansers worden elektronisch verwerkt tot ritmische muzikale composities, die op hun beurt weer tot een dans leiden.
Maar er is meer dan dit soort experimenten met stem en klank. Hauert is sterk begaan met de manier waarop je een voorstelling kan ordenen, hoe chaos en improvisatie zich verhouden tot een vooraf vastgelegde structuur. Dat geldt zowel voor de bewegingen als voor de totale ruimtelijke structuur van het stuk. Zo zitten er scènes in de voorstelling waarin het ontstaan van bewegingszinnen heel precies en traag ontleed wordt.
Een regelmatig raster van vierkanten op de dansvloer vormt de onderlegger voor de groepsbewegingen. In tegenstelling tot het raster bevatten ze grillige en moeilijk voorspelbare looplijnen en bewegingen. Telkens wanneer je denkt een patroon te ontwaren, blijkt de dans alweer een andere richting ingeslagen te zijn. Vooral de bewegingen die Hauert ontwikkelt zijn bepaald fascinerend. Ze zitten barstensvol innerlijke paradoxen. Voor elke richting, elk vlak dat aangezet wordt, schijnt er wel een ander te zijn dat ermee in tegenspraak is. De danser die vooruit lijkt te springen, komt nauwelijks van zijn plaats, alsof een onzichtbare wind hem terugdrijft.
Deze opbouw in paradoxen tussen regelmaat en grilligheid, tussen beweging en stilstand zit ook in de scenografie van Simon Siegmann. Een reeks grote doeken is bij aanvang als hangmatten gespannen van de ene kant van het podium naar de andere. Links even hoog, rechts als traptreden verspringend in hoogte. In het begin worden ze een voor een gelicht. Een onregelmatige configuratie komt tot stilstand boven de speelvloer en maakt plaats voor de dans. In de loop van de voorstelling zullen deze doeken nog regelmatig van plaats wisselen.
Pop-up Songbook is een intrigerende, soms fascinerende voorstelling. Het enige bezwaar is dat Hauert zijn pijlen in wel heel veel richtingen tegelijk afschiet. Daardoor heb je het gevoel dat het getoonde verre van uitgeput is en niet verder raakt dan een aanzet die in het ijle blijft zweven, zoals de doeken boven de dansvloer. Maar dat is geen bezwaar om ervan te genieten.