Date 2002-12-04

Publication De Tijd

Performance(s) AVrouwenvouwenDo you believe in gravity? Do you trust the pilot?Alibi

Artist(s) Sagna, CarlottaVanden Eynde, CharlotteHauert, ThomasStuart, Meg

Company / Organization

Keywords

Opgedragen aan...

Carlotta Sagna herinnert u zich misschien wel van de betoverende close-up van een triomferende Poppeia in 'Ottone, Ottone' van Rosas, of van haar belangrijke bijdrage aan het theaterwerk van Jan Lauwers. Deze danseres en actrice, zus van de choreografe Caterina Sagna, heeft echter al heel wat meer wapenfeiten op haar actief. Ze volgde een dansopleiding in het Italiaanse Compagnie Sutki in Turijn, aan de Académie de Danse Classique de Monte-Carlo en in Mudra in Brussel. Ze danste in verschillende creaties van Micha van Hoecke, Anne-Teresa De Keersmaeker, Meg Stuart en Caterina Sagna. Later ging ze zich meer en meer tot theater richten en vervoegde Cesare Ronconi's theatergezelschap La Valdoca in Italië. Ze speelde in enkele films van Jean-Claude Wouters voor ze in 1993 Needcompany vervoegde waar ze meespeelde in de drie delen van 'The Snakesong Trilogy'. Het was ook bij de Needcompany dat ze zich voor het eerst aan een eigen choreografie waagde, de dans van Tijen Lawton in 'Caligula' uit 1997. Later verzorgde ze ook de choreografie van 'Morning Song' en maakte ze samen met haar zus Caterina in 1999 'La testimone'. Nu waagt ze zich, met de steun van de Needcompany, voor het eerst aan een volledig eigen voorstelling met de titel 'A' 'zoals in 'opgedragen aan...''. In deze voorstelling spelen acteurs Lisa Gunstone, Antoine Effroy en Sagna zelf de rol van... acteurs. De voorstelling gaat over de behoefte van podiumkunstenaars om zich bemind te weten door hun publiek. Zonder de warmte en affectie van het publiek ontstaat er een enorme ontgoocheling. Als dat maar goed afloopt.

Een debuut dat blijft

Charlotte vanden Eynde was nog studente aan PARTS toen ze 'Benenbreken' en 'Vrouwenvouwen' uitwerkte. Die laatste voorstelling voor vier vrouwelijke dansers is nu in de oorspronkelijke bezetting terug te zien in CC Maasmechelen. Het blijft een verbazend werkstuk. De voorstelling opent met een krachtig beeld. Vanden Eynde zit, verpakt in een opgezwollen kanten kleed, op een stoeltje. Uit de plooien van haar kleed diept ze een schaartje op, en maakt heel precieze snedes in het kleed. Tussen de uitpuilende mousse diept ze kinderspeelgoed op. Die actie wordt abrupt beëindigd als die vrouwen haar uit het kleed hijsen en poedelnaakt achterlaten. Het eindbeeld keert de zaak om: vier vrouwen lopen een rijtje over de scène, met een draad tussen hun benen. Al stappend wurmt Vanden Eynde zich uit haar kleren die ze achter zich ophangt aan de wasdraad. Het werk is afgelopen. Tussen begin en einde zitten scènes die iets tonen van splendeur en ellende van het (vrouwen-)lichaam, van de momenten waarop het zijn eigen gang gaat en die waarop het zich ervan bewust is bekeken en beoordeeld te worden. Het is een montage van materiaal dat elke danseres 'op het lijf geschreven' is. In het begin zie je Constance Neuenschwanger minuten lang kronkelen over de grond, als een kluwen touw dat onontwarbaar verknoopt is. Tegelijk wipt Sharon Zuckerman keer op keer met strakke blik tevoorschijn, in een witte body met overmaatse cups voor de borsten. Over de diagonaal van het podium zwiept ze, als een muziekdoospopje, haar benen vervaarlijk hoog de lucht in. De oppositie met Neuenschwanger wordt dramatisch ten top gedreven als ze even inhoudt en met haar been hoog in de lucht haar voet even laat wiebelen boven het hoopje ellende dat Neuenschwanger is. Maar wie nu figuurlijk het meest in de knoop ligt is daarom niet duidelijk. Over de ander diagonaal van de scène kijken Vande Eynde en Ewelina Guzik ondertussen stilzwijgend toe. Achteraf gaan zij tegen elkaar aan staan, liggen, rollen. Eerst zie je tussen hen nog vooral kinderlijke intimiteit. Als de twee vrouwen elkaar ook ondersteboven opheffen, komen daar de vreemdste vaag-erotische associaties bij van lichaamsdelen die van plaats wisselen, bijvoorbeeld hoofden voor achterwerken. Dit spel zonder onderscheidingen krijgt zelfs iets dierlijks. De voorstelling zit vol met dit soort beelden, waarin latent aanwezige (maar daarom niet minder belangrijke) sensaties plots aan de oppervlakte komen. Ze zijn vaak van bijna didactische waarde om een bepaalde toestand van lichaam en geest te illustreren. Hoewel de voorstelling niet van humor gespeend is, is de algemene teneur ervan niet vrolijk. Het vrouwenlichaam is hier iets wat zorgen baart, geen vanzelfsprekende aanwezigheid.

Meer hernemingen

In het Kaaitheater herneemt Thomas Hauert zin solo met de onmogelijke titel 'Do you believe in gravity? Do you trust the pilot?'. De voorstelling is belangwekkend omdat ze vooruit wijst naar het bijzonder geslaagde 'Verosimile'. Het is de eerste keer dat Hauert experimenteert met de mogelijkheid om personages te creëren door zijn bewegingen te moduleren op een bijzondere wijze. Bovendien krijgt de zang hier ook een prominente plaats. De zelfgeschreven liedjes die Hauert ten beste geeft, bepalen zelfs in grote mate de structuur van de voorstelling.

In Gent onthaalt Vooruit 'Alibi' van Meg Stuart. 'Alibi' slaat je met verstomming. Magnum-foto's van massamanifestaties vormden het uitgangspunt van de voorstelling. Het stuk draait dan ook rond de spanning tussen individu en massa. De zeven performers zoeken naar manieren om iets te betekenen in een wereld waarin enkel bekendheid, dus ultieme zichtbaarheid, van tel lijkt te zijn. De grens tussen privé-beleving en publieke aanwezigheid vervaagt in deze voorstelling volledig. Zelfs als toeschouwer lijk je je niet in een theater maar in een massamanifestatie te bevinden. Het scènebeeld van Anna Viebrock is als een sporttribune in een betonnen bunker. De voorstelling opent ook met een beeld dat aan de sportwererld ontleend is. Als rugbyspelers brullen de performers in een cirkel, de koppen tegen elkaar, slagzinnen als om elkaar moed in te pompen. Dadelijk daarna ontploft de actie in talloze brutale botsingen, waar geen touw aan vast te knopen valt.