Zwemmen in herinneringen
DANS - Sarah Chase
De Canadese choreografe Sarah Chase is al jaren een meer vertrouwde gast op de Europese podia dan in haar geboorteland. Dat is niet zo verwonderlijk: haar werk mag dan op het eerste gezicht erg toegankelijk zijn, toch is haar benadering van dans net iets te buitenissig om succes te oogsten op de behoudsgezinde podia van de Nieuwe Wereld. Als Chase danst, vertelt ze immers onveranderlijk ook verhalen, vaak erg persoonlijke geschiedenissen. Bewegen lijkt bij haar spontaan vertellen uit te lokken en omgekeerd. In 'Dance Stories' komen veel facetten van die praktijk in een voorstelling samen.
Pieter T'JONCK
Een vroeg staaltje van de dans-vertelkunst van Chase waren de solo's 'Muzz' en 'Lamont Earth Observatory'. Al dansend spreekt ze er over haar eigen leven en dat van haar voorouders. Die openhartigheid lokt een merkwaardige vorm van intimiteit uit, die mijlenver af staat van de obsceniteit van bekentenissen in televisieprogramma's. Ze dist dan ook geen groteske of schokkende gebeurtenissen op, maar veel kleine taferelen die opvallen door hun raak gekozen details. Een duidelijke rode draad is er niet in te vinden. Wel vormt een bijzonder element uit een verhaal, als in een estafette, telkens het vertrekpunt voor een volgend. Net als de dans kunnen de verhalen echter alle richtingen uit waaieren. De verhaaltjes raken zo aan alle mogelijke levenssferen. Ze lijken zich als een fijn web steeds verder uit te breiden tot alles met alles te maken heeft. Zo ontstaat voor de duur van de voorstelling voor de toeschouwer ook de vreemde illusie dat ze potentieel met zijn eigen ervaringswereld kunnen samenvallen.
Chase hernam dit procédé radicaler in 'A small room'. Deze voorstelling had een uiterst ongebruikelijke vorm. Een uur lang legde Chase voor telkens één toeschouwer, of eerder gast, de kaart met een zelfgemaakt kaartspel. Het had iets weg van tarot, al waren de afbeeldingen ontleend aan haar eigen geschiedenis en die van haar (verre) voorouders. Ze spon de uitleg bij de kaarten uit tot steeds grotere lijnen. Het eindigde ermee dat je ergens ook wel een gemeenschappelijke voorouder of toch minstens een gemeenschappelijk verleden bleek te hebben. Waar of vals, in de gebruikelijke betekenis van het woord, speelden hier geen rol. Het spel leidde tot de fascinerende ontdekking van mogelijke verbindingen of parallellen tussen ogenschijnlijk totaal uiteenlopende personen en geschiedenissen. Als toeschouwer kreeg je door het kaartleggen de prikkelende ervaring dat in het verhalen vertellen de dingen op magische wijze samenhang kunnen verwerven. Alles wordt een verhaal, en de ware toedracht, de 'werkelijkheid', als ze al te achterhalen valt, valt daarbij in het niet.
Appelpudding
In 'Dance Stories' gaat Chase verder op dit elan. Nu gebruikt ze echter niet haar eigen leven als uitgangspunt, maar neust ze in de levens van wildvreemden.
Sarah Chase: 'Het uitgangspunt van de voorstelling is eenvoudig. Ter voorbereiding maak ik kennis met drie mensen, die ik voordien van haar noch pluim kende. De eerste dag bezoek ik, samen met beeldend kunstenares Tine van Aerschot en muzikant Bill Brennan, vier uur lang de woning zonder dat de bewoner er is. Je staat versteld hoeveel je te weten komt over iemand, gewoon door zijn woning te zien. Vreemd genoeg is het alsof de woonst van een onbekende ook een spiegel wordt van je eigen leefwereld. De volgende drie dagen ontmoet ik dan de bewoner voor een gesprek van drie uur. Drie uur is de limiet: als je de informatie wil absorberen dan kan er na drie uur echt niets meer bij. Ik begin altijd met mijn eigen kaartspel. Zo leg ik ook letterlijk 'mijn kaarten op tafel'. Ik speur minder naar een samenhangend verhaal dan naar treffende details, die ene bijzonderheid die een gebeurtenis tot leven wekt. Vandaag ontmoette ik bijvoorbeeld iemand die het had over de dood van zijn moeder. Hij herinnert zich dat hij op de dag dat ze stierf bij een verwant appelpudding, een favoriet gerecht van zijn moeder, at. Net die dag smaakte de pudding, waar hij dol op was, heel slecht. Even later kreeg hij het bericht dat zijn moeder overleden was. Beide gebeurtenissen zijn voor hem voor altijd verbonden gebleven. Iedereen heeft zo zijn eigen galerij van symbolen, kleine gebeurtenissen of dingen die belangrijke momenten symboliseren. Die wil ik op het spoor komen. Ik wil ze openbreken om de ervaringswereld die erin besloten ligt te hervinden.'
De formule van de voorstelling in Brussel is langzaam gegroeid. Chase: 'Aanvankelijk, in Salzburg, baseerde ik mij op een bezoek aan iemands woning, zonder de bewoner zelf te ontmoeten. Tot ik in een flat belandde waar ik totaal in het ongewisse bleef over de bewoner. Dat was niet zo verwonderlijk: de bewoonster had de flat nog maar net betrokken, en bleek tot overmaat van ramp ongewoon meticuleus en netjes te zijn. Er waren geen sporen van haar aanwezigheid blijven hangen in de ruimte. Terwijl een lang verblijf er net toe leidt dat sporen van iemands aanwezigheid en persoonlijkheid overal neerslaan. In Duitsland, waar ik uitgenodigd werd door 'Theater der Welt', had ik daarom wel gesprekken met de bewoners. Ik voerde het stuk echter ook op in hun woning. Dat was niet zo'n gelukkig idee, want het bleek emotioneel een harde dobber. Een groot deel van het publiek bestond namelijk uit vrienden en verwanten van de bewoners. Dan voel je je te verantwoordelijk voor de wijze waarop je iemand voorstelt. Hoe dan ook maak je een selectie uit wat iemand je vertelt. Als je uit veertig verhalen er net de tien zwartgalligste uitpikt, en de muziek onderstreept dat dan nog eens, dan kan het portret van die persoon aardig vertekend zijn.'
Geen voorstellingen in privé-woningen dus in Brussel. Na haar 'verhalen-strooptocht' gaat Chase aan de slag in de Studio van het Kaaitheater. Daar mijmert ze al dansend over wat ze aan de weet gekomen is.
Chase: 'Je geest zwemt rond in de informatie die je opgezogen hebt. Het werkt als een 'stream of consciousness'. Elk verhaal opent vensters op nieuwe richtingen in je associaties. Details uit het verhaal van een persoon botsen op of resoneren met die van een ander. Als kijker zie je dus de levens van drie mensen door een lens. Je ziet mijn interpretatie, en daar speelt ook mijn eigen levensverhaal in mee. Hopelijk gaat ook de kijker mee in die associatieve beweging. Ik imiteer de bewegingstaal van mijn 'informanten' echter niet. Ik vertrek van een vooraf bepaald bewegingsthema, een spiraal die ik beschrijf door de ruimte. Ik koos die vorm omdat ze je in een trance brengt. Ze maakt je vatbaar voor de interferenties tussen de patronen in de levens van mensen. Die patronen planten zich voort in je geest als golven op het water, en waar ze botsen ontstaan nieuwe figuren. Bewegen blijkt, zelfs wetenschappelijk gezien, een probaat middel om je vermogen tot associëren aan te scherpen. Als je rekent, nadenkt of schrijft, blijkt dat je ogen telkens in heel andere richtingen wegdraaien, alsof ze zich richten naar het gebied in de hersens dat dan actief is. Als je daarbij ook beweegt, wordt dat effect nog sterker. Gewoon door te bewegen waar je rond in het ongeëvenaard grote, nauwelijks geëxploreerde gebied van de herinnering. Publiek is daarbij heel belangrijk. Als ik alleen ben, overloop ik mijn herinneringen wel, maar kan ik onmogelijk spreken. Pas met toeschouwers erbij ben ik ook in staat om luidop te vertellen. Het publiek trekt de verhalen als het ware uit mij tevoorschijn.'
Chases voorliefde om alles met alles te verbinden, alsof de wereld een groot verhaal zou zijn, lijkt iets paranoïde te hebben. Ze twijfelt even als ik daarnaar peil, maar heeft een verrassend antwoord klaar: 'Het kan wat dwangmatig lijken, maar je kan het ook anders bekijken. Als je ervan uitgaat dat alles op alles betrokken is, besef je ook dat het geloof in de autonomie van het individu een illusie is, het meest paranoïde van alle verhalen. Ik ga ervan uit dat er geen eindpunt is, dat er geen laatste verhaal, geen laatste waarheid is. Al heel vroeg in mijn leven besliste ik dat het leven wel heel teleurstellend zou zijn als er een waarheid aan ten grondslag zou liggen die we kunnen kennen. Dus zwem ik rond in een zee van verhalen die steeds nieuwe verbindingen vormen.'
'Dance Stories'
staat van 18 tot 20 december, telkens om 20u30 in de studio van het Kaaitheater, Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat 83 te 1000 Brussel. Informatie en reservering: 02/201.59.59 of www.kaaitheater.be .
Solo met vijf
Een kleine twee jaar geleden presenteerde de Franse, in Brussel werkende choreografe Karine Ponties 'Capture d'un caillot', een duet met de expressieve Cécile Loyer op livemuziek van Jan Kuijken. Nu is ze er terug, met de solo 'Brutalis'. Hoewel, solo is wellicht niet het juiste woord. De voorstelling is immers het resultaat van een nauwe samenwerking met striptekenaar Thierry van Hasselt. Toen Ponties kennis maakte met zijn album 'Gloria Lopez' raakte ze gefascineerd door de ongewone materiaalbehandeling in Van Hasselts werk. Van Hasselt werkt immers niet met gewone tekenprocédés, maar met monotype op transparante folies. Hij brengt zwart aan op de folie en haalt daar dan weer delen van weg met white spirit. Die bewerking herhaalt hij verschillende keren zodat massa's zwart door elkaar gaan lopen, in elkaar oplossen en hier en daar licht blijven doorlaten. De resulterende tekening behoudt zo een grote beweeglijkheid. Net dat intrigeerde Ponties. Ze trok haar stoute schoenen aan en vroeg Van Hasselt om samen te werken. Zo gebeurde.
'Brutalis' werd zo een onderzoek naar hoe een lichaam zich in de massa verliest en terugvindt. Ponties: 'Het is alsof mijn lichaam telkens weer een andere huid aantrekt, zich in andere personages of bewustzijnstoestanden verplaatst. Dat proces komt nooit tot stilstand. Op de duur weet je niet meer hoe je heet of wie je bent. Je lichaam wordt een medium dat je toelaat van de ene toestand in de andere over te gaan.' Niet enkel Van Hasselt was intensief betrokken bij de wording van het stuk. Jan Kuijken is weer van de partij en componeert deze keer de muziek gelijk met de voorstelling. Drie andere kunstenaars leveren ook een belangrijke bijdrage. Omdat de tekeningen van Van Hasselt en de voorstelling zelf zo intensief omgaan met donker en licht, is ook het lichtontwerp van Florence Richard van kapitaal belang. Beeldend kunstenaar Wilfrid Roche en 'ambachtsman' Eric Domeneghetty, die vroeger al met Ponties werkte, completeren het beeld. 'Brutalis' is dus, op de keper beschouwd, geen solo, maar een kwintet met vijf kunstenaars uit verschillende disciplines.
PTJ
'Brutalis'
staat in de Brigittinenkapel, Korte Brigittinenstraat, 1000 Brussel van 12 tot 14 en 17 tot 21 december, telkens om 20u30. Inlichtingen en reservering: 02/506.43.00. 'Brutalis' is ook de titel van een nieuw album van Van Hasselt, uitgegeven door 'Dame de pic' en 'FRMK'. Meer inlichtingen: Aden België, 02/534.46.62.