Date 2003-03-22

Publication De Tijd

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords filmmeycraigbasismateriaalabeeleschrijfttakenlijstjealibideurspionnetjecounter

Nieuwe media in de dansscene

Nieuwe media in de dansscene

De laatste tijd gebruiken veel dansvoorstellingen 'nieuwe media'. Ze bevorderen die zelfs tot basisthema van een voorstelling. Er werden recentelijk ook films naar dansvoorstellingen gemaakt. Die voortdurende kruisbestuiving tussen dans en media is wellicht geen toeval. Pieter T'Jonck

Gordon Craig, een belangrijke theatervernieuwer uit het begin van de vorige eeuw, beweerde dat in de toneelspeelkunst het teksttheater vergelijkbaar is met proza, terwijl dans pure poëzie is. Craig, erg beïnvloed door zijn relatie met danseres Isadora Duncan, droomde er dan ook van acteurs te vervangen door 'übermarionetten'. Oscar Schlemmer zette die gedachte in het Bauhaus even later ook in werkelijkheid om. Craigs bewering mag dan overdreven lijken, ze raakt wel aan een waarheid: over het algemeen zijn dansers zich, meer dan acteurs, bewust van het primaire medium waarmee ze werken. Naast de theatermachine zelf is dat uiteraard het eigen lichaam. Wellicht zijn dansers en choreografen daarom ook gevoeliger voor de impact van andere media op hun werk. Ze zijn vaker en nadrukkelijker dan acteurs bezig zijn met onderzoek naar de manier waarop nieuwe, technologische media, bepalen hoe we naar elkaar kijken. Ze proberen ook vaker uit hoe je een voorstelling in een ander medium als film kan 'vertalen'.

Als zo vaak was Anne-Teresa de Keersmaeker hierin een voorloper. Niet alleen bezorgde ze, met of zonder Thierry de Mey, vele verfilmingen van haar werk. In 'Erts' bijvoorbeeld zette ze video ook op overrompelende wijze in om de kijker te raken. 'Counter phrases', een film/voorstelling van Thierry de Mey, gaat nog verder. De Mey gebruikte dansen uit 'April me', de laatste grote voorstelling van De Keersmaeker, als basismateriaal voor een haast autonome filmische compositie, gemonteerd op drie parallelle schermen. Hij schrapte de oorspronkelijke muziek bij de dans uit de film en vroeg een keur aan hedendaagse componisten muziek bij deze beelden. Dat keert de gewone gang van zaken, waarbij de muziek de dans voorafgaat, om. Het is de dans, bemiddeld door de film, die het basismateriaal levert voor de muziek. Hoewel de montage op een soms wat te nadrukkelijke manier inspeelde op de spanning tussen het medium dans en het medium film, was dit een bijzonder opmerkelijke gebeurtenis.

De film is ook een schoolvoorbeeld van de aanpak van De Mey als filmregisseur. In het zog van Craig beschouwt hij dans als theatrale poëzie, als 'puur' theater. Een dansvoorstelling verfilmen dwingt tot een bezinning over de eigen middelen van het filmmedium. Het dwingende verloop van de tijd, zo belangrijk in dans, kan bijvoorbeeld niet herhaald worden in een film: film werkt niet met pure tijd, maar met suggestie en montage. En ook: op de planken aanvaardt men dat je als een gek molenwiekt, in een film wordt dat al snel lachwekkend.

Maar film kan, anders dan danstheater, wel ruimte, klank en standpunt manipuleren om de blik van de toeschouwer te structureren. In het bijzonder maakt film het mogelijk de danser heel dicht te benaderen. Hij toont zo paradoxaal genoeg veel beter de eigen inbreng van de danser: film legt sneller de vinger op het verschil tussen de danser en zijn 'partituur'.

De Mey is een meester in deze moeilijke vertaaloperatie. Zijn films zijn autonome composities met dans als basismateriaal. In 'Rosas danst Rosas' bijvoorbeeld vertaalt hij het lange wachten van de eerste beweging van het stuk in een indrukwekkende travelling door een oud schoolgebouw. Tijdsduur (het theatereffect) wordt vertaald in afstand (het filmisch effect). Met totaal andere middelen blijft hij zo altijd een zeer getrouwe vertaler van de structuur en vorm van zijn basismateriaal, de oorspronkelijke dansvoorstelling.

Elektronische storm

De kaarten liggen helemaal anders bij 'Alibi', de verfilming van Maarten vanden Abeele van het gelijknamige stuk van Meg Stuart. Een voorstelling die overigens op zich al druk gebruik maakt van media als video om zijn effecten te construeren. Vanden Abeele reduceert de oorspronkelijke duur van de voorstelling tot een klein half uur, en laat zo van de oorspronkelijke structuur van het stuk nagenoeg niets heel. De film heeft meer van een 'elektronische storm' die over het scherm jaagt dan van een registratie van een voorstelling. Hoe onorthodox dit ook is, de impact van de film is onvergetelijk.

Dat geldt zeker voor wie ook de voorstelling gezien heeft. Daar werd je bijna belaagd door het geweld van (video-)beelden en klanken. De personages in het stuk leken telkens weer te desintegreren tot in de eindscène alleen nog breekbare, transparante spookbeelden van lichamen overbleven. Net die moeilijk in woorden te vatten sensatie keert terug in de film. De figuren lossen op in beelden die vooral hun eigen 'beeldmatigheid' benadrukken door het gewild korrelige, vuile en zelfs chaotische beeld. De verfilming heeft daarom iets weg van de klassieke fantasie waarin iemand opgeslorpt wordt in een elektronische ruimte maar daarbij alle substantie verliest, de weg terug naar het 'echte' leven kwijt is.

Dat is, in een notendop, ook een accurate vertaling van het benauwende universum van alomtegenwoordige beelden dat Stuart in 'Alibi' op scène zette. Op zijn manier is ook Vanden Abeele dus trouw aan het origineel. Alleen gaat dat niet via de weg van een nauwkeurige transpositie van structuren die het werk van De Mey kenmerkt. Maar uiteraard: werken aan de structuur is een wezenskenmerk van het werk van De Keersmaeker, terwijl het eigene van Stuarts werk berust op de manipulatie van het beeld en de waarneming van het lichaam. Misschien behoeft iedere choreograaf wel zijn eigen cineast.

Ontsnappen

'Or press escape' van de Hongaarse Edith Kaldor is een bescheiden voorstelling die onlangs te zien was op het bijzonder leuke 'Amperdans'-festival in Antwerpen. Op een verstilde manier lijkt het een vervolg te zijn op de thematiek van 'Alibi'. Het toont hoezeer nieuwe media ons 'zijn' beïnvloeden. De opstelling kan niet eenvoudiger. Op het podium zit een vrouw, met de rug naar de kijker, voor het klavier van een pc. Haar houding verandert de voorstelling lang nauwelijks. Haar zijdelings zichtbare gelaat vertoont evenmin expressie. Wat overblijft, is een scherm, zo groot als het podium, dat toont wat ze doet op haar pc. Aanvankelijk schrijft ze een bizar verhaaltje, dat ze opslaat in een map met netjes genummerde dromen. Daarna consulteert ze een takenlijstje, dat ze altijd weer zal aanpassen. Plots wordt ongevraagd een programma 'security-update' geactiveerd. Het is een elektronisch deurspionnetje. Geleidelijk tekent zich nu iets als een plot af. Ze schrijft een brief naar haar buren in het flatgebouw. Het blijkt dat ze pas in het gebouw woont en zich ongerust maakt over een figuur die zich op de zolder van het gebouw zou verschansen. Het deurspionnetje signaleerde 's nachts zijn aanwezigheid. Althans, dat verbeeldt ze zich, want als ze het beeld uitvergroot, blijkt het uit niets dan betekenisloze kleurvlekken te bestaan. Als ze later een brief schrijft aan deze onbekende, van wie ze vermoedt dat hij illegaal in het land is, zal almaar duidelijker blijken dat hij wellicht niets anders is dan een projectie van haar eigen angsten. Je leert ook dat ze nachtenlang aan de pc gekluisterd zit en geen verblijfsvergunning meer heeft. Nu wordt ook de betekenis van haar takenlijstje steeds duidelijker: het is een opsomming van de stappen die ze moet ondernemen om die te bemachtigen.

Naarmate de voorstelling vordert, merk je dat er zich bij deze vrouw een griezelige omkering voltrokken heeft. Haar drukke activiteit leidt nergens toe. Enkel het voortdurende schikken en herschikken van materiaal op haar pc creëert de illusie dat er iets gebeurt. Maar zelfs de brieven die ze schrijft raken niet afgedrukt. Na ettelijke wijzigingen worden ze steevast afgevoerd. De machine lijkt wel de bron en de spiegel tegelijk van haar verwarring. Maar het is ook een tiran, die met zijn aanhoudende ongevraagde acties, bepaalt wat zij doet in plaats van omgekeerd. Haar lichaam, haar hele fysieke bestaan lijkt op een betekenisloze rest die aan het einde van de pc vastgekluisterd zit als het onnuttige deel van de mens-machine. De vraag of dit dans is, is bij zoveel herkenbare 'Unheimlichkeit' louter academisch.

Or press escape

van Edith Kaldor is vanaf 5 mei te zien op KunstenFestivalDesArts in Brussel.

Counter Phrases

wordt in het najaar in deSingel in Antwerpen en de Gentse Opera hernomen.