De machine als acteur
KUNSTENFESTIVALDESARTS
De jongste jaren is de discussie over de grens tussen theater en beeldende kunst in alle hevigheid weer opgelaaid, niet het minst omdat veel kunstenaars zich met hun projecten op de grens tussen beide disciplines lijken te begeven. In '5', een installatie/ performance van Kris Verdonck, bijgestaan door klankkunstenaar Aernoudt Jacobs, wordt het thema wel bijzonder scherpgesteld.
Pieter T'JONCK
Veel van die ondernemingen halen min of meer expliciet hun inspiratie bij experimenten die vanaf de jaren 60 opdoken. Niet alleen werd 'minimal art' toen door Michael Fried bedacht met het - pejoratief bedoelde - epitheton 'theatraal', omdat het hier ging om een enscenering van de act van het kijken zelf, een kunstvorm als de performance ging onder neo-dadaïsten en anderen - Yves Klein, Marina Abramovic, Rudolf Schwarzkogler - zelf de toon zetten. Hun werk had vaak een min of meer expliciet maatschappijkritische ondertoon, al was het maar omdat de performance, als een niet-verhandelbare vorm van beeldende kunst, alle geplogenheden van het museum- en kunstcircuit onder druk begon te zetten.
Het vroege performancewerk van Jan Fabre erkende trouwens expliciet de specifiek theatrale component van de performancekunst: na zijn performances boog hij steevast voor het publiek. Daar brak Fabre echter tegelijk met de canon van de performancekunst. De wijze waarop die zich presenteerde, week immers door de manier waarop en de plaats waar het publiek op de actie betrokken werd in sterke mate af van de klassieke theatersituatie. Hier wordt een specifieke plek 'leeg' gemaakt voor de theatrale actie.
Was er dus sprake van een belangrijke theatralisering van de beeldende kunst, het omgekeerde kun je niet per se zeggen van het theater. Natuurlijk waren de jaren 60 de hoogdagen van het maatschappijkritische theater, maar slechts zelden werd de impact van het theater als instituut en als maatschappelijke mogelijkheid expliciet onder de loupe genomen. Enkel in New York, en dan vooral onder dansers, was er sprake van een openlijke en vaak zeer maatschappijkritische conceptualisering van het medium, waardoor het vaak zeer dicht in de buurt van de performance kwam. Toch bleef onder meer de techniciteit van de dans een doorslaggevende rol spelen, terwijl techniek binnen de beeldende kunst net in een verdacht licht kwam te staan.
Vijf
Het KunstenFESTIVALdesArts brengt nu, in '5', een werk van Kris Verdonck, bijgestaan door klankkunstenaar Aernoudt Jacobs, een installatie/performance die het grensgebied tussen beide kunstvormen verkent. De installaties vormen voor Kris Verdonck samen een verhaal over paniek en fragiliteit, over mechaniek en leven. In de vijf installaties lijkt het wel alsof het de machines zijn die het acteren waarnemen, terwijl de levende acteurs veeleer attributen zijn. 'Dancer #1' ensceneert bijvoorbeeld een slijpschijf waaraan een zware stalen L is bevestigd. De machine draait op hoge toeren, maar wordt door het zware tegengewicht voortdurend uit balans gebracht en krijgt zo het karakter van een held die in een panieksituatie naar evenwicht zoekt, maar zichzelf uiteindelijk na een goede vier minuten letterlijk opbrandt. Bij deze performance is er geen acteur of danser te bespeuren.
Dat is wel het geval voor 'In' en 'To Sleep'. In beide gevallen zie je performers waaruit schijnbaar alle leven geweken is. Bij 'In' gebeurt dat door een man in pak en een vrouw in een pakje van een dienster op te sluiten in een groot glazen aquarium. Ze worden beademd door een grote zuurstoffles terwijl een warmtepomp het water op temperatuur houdt. Met open ogen kijken de acteurs vanuit het water de toeschouwers aan, alsof ze op sterk water staan. In 'Intercourse' wordt de menselijke aanwezigheid dan weer gesuggereerd door louter mechanische middelen: een batterij microfoons brengt de suggestie van een vrijend stel in een verder volstrekt lege ruimte over. In 'How It Works' ten slotte is weer alleen een machine aan het woord: een robot rijdt zelfstandig rond in een ruimte en projecteert de beelden die hij registreert op een kamergrote wand.
Kris Verdonck kreeg oorspronkelijk een opleiding als theaterregisseur, maar werd daarna aan het HISK in Antwerpen aanvaard als postgraduaatstudent beeldende kunst. Zijn vertrekpunt blijven alle vormen van live-kunst, maar hij verschuift de presentatiecontext. Hij gebruikt de concentratie van een groep kijkers op een werk - de typische theaterconditie - om werken te tonen die een minimale dramatiek of menselijke aanwezigheid vertonen en daardoor intrinsiek even goed als beeldend werk beschouwd kunnen worden. Door die verschuivingen verandert de impact van de werken op de toeschouwers op een vaak erg onverwachte wijze.
Verdonck vertrekt voor deze reeks performances van drie intrigerende inspiratiebronnen. Allereerst is er het werk van Beckett, die in werken als 'Gezelschap' de menselijke aanwezigheid als een spookbeeld laat verschijnen. 'Over marionettentheater', het verhaal van Heinrich von Kleist over de merkwaardige verhouding tussen de marionettenspeler en zijn marionet, over de eigenaardige overdracht die de marionet een betoverende vrijheid van expressie toelaat, vormt daarvoor een tegengewicht. Een derde inspiratiebron ten slotte vormt 'Cataract', een tekst van Rainald Goetz over onder meer perceptie.
'5'
van Kris Verdonck & Aernoudt Jacobs
is te zien in BSBbis van 11 tot en met 15 mei, telkens om 20 en 22 u. Inlichtingen en reservering: 070/22.21.99 of www.kunstenfestivaldesarts.be