'Neo-avant-garde blijft hardnekkig overleven'
Danser en performer Mårten Spångberg wil respect voor dansgeschiedenis
(tijd) - De danser en performer Mårten Spångberg staat met drie eigen stukken op het podium van de Studio van het Kaaitheater in Brussel. De naam Mårten Spångberg zegt het grote publiek wellicht niet veel. In het circuit van experimentele dans en theater is de man echter niet alleen in zijn thuisland Zweden, maar ook in België zowat alomtegenwoordig. Nu eens als toeschouwer, dan weer als dramaturg of danser.
Mårten Spångberg volgde tot zijn 19de een opleiding als klarinettist. Toen daagde het hem dat hij minder geïnteresseerd was in de muziek zelf dan in de wijze waarop ze geënsceneerd wordt. Spångberg: 'Ik stortte mij daarom op theaterwetenschap, musicologie en filosofie. Door een toeval belandde ik uiteindelijk bij de dans. Ik schreef voor een operatijdschrift dat enige aandacht aan dans moest besteden om subsidies binnen te halen. Als jongste redacteur was ik de klos. Tot mijn verbazing merkte ik echter dat dans belangwekkende kwesties aan de orde stelde. Er bestaat een groot verschil tussen wat je kunt uitdrukken in gewone taal en wat door het lichaam kan worden uitgedrukt. Dans en performance zijn de plaatsen bij uitstek waar die twee uitdrukkingswijzen op elkaar botsen. Het is ook een vluchtige kunstvorm. Dans wordt enkel bepaald door een uitwisseling van acties die achteraf geen enkel spoor nalaten. Dat vond ik fascinerend.'
Hoe omschrijf je je positie in die danswereld?
Mårten Spångberg: 'Ik probeer mijn eigen denkbeelden te formuleren aan de hand van het werk van anderen. 'i.e. All All Over Over All All et.al.', dat we donderdag spelen, maakte ik samen met de Zweedse architect Tor Lindstrand. We vragen ons hier af hoe je bepaalt wat er al dan niet getoond wordt. In de jaren 70 was theater vaak enkel een middel om mensen een inzicht te scheppen in de politieke werkelijkheid. Men kwam er al snel achter dat dat niet werkt. Zo kreeg je in de jaren 90 theater dat de toeschouwer wilde laten nadenken over de blik zelf, wat het betekent om te kijken naar iemand die zich ook bekeken weet. Ik vroeg me af of een voorstelling niet nog een stapje verder kan gaan en zichtbaar kan maken waar die blik op zich dan weer vandaan komt. Hoe maakt de theatermachine de blik van de kijker, en wat kan in die blik wel of niet worden gerepresenteerd? Ik gebruik hiervoor fragmenten uit historische choreografieën. Een belangrijk deel van de voorstelling bestaat echter uit een 22 minuten lange 3D-computeranimatie van Tor Lindstrand, die speciaal voor de Studio van het Kaaitheater gemaakt werd. Op een scherm zo groot als de zaal wordt een replica van de zaal zelf geprojecteerd. De toeschouwers krijgen zo het gevoel dat zij zich op het podiumbevinden en de zaal in kijken. Op dat ogenblik begint het beeld echter te bewegen en gebeuren allerlei dingen in de virtuele zaal. De film is zo goed gemaakt dat hij een sterke impact heeft op de toeschouwers. Al vaker merkten we dat die zich onwillekeurig bewegen tijdens de evenementen in de film. Dat is dan de eigenlijke choreografie.'
Ook in 'Avant-garde' overschouw je de dansgeschiedenis. Wat is hier het uitgangspunt?
Spångberg: 'De neo-avant-garde oefent nog steeds een grote invloed uit op onze kijk op kunst. In de beeldende kunst denk ik aan de periode tussen Yves Klein en Marina Abramovic, in dans aan alles wat zich tussen Merce Cunningham en Gerhardt Bohner aandiende. Mijn vraag is hoe we ons van die invloed kunnen ontdoen. Niet om die avant-garde te ridiculiseren of af te schrijven. Wel om beter te begrijpen wat daar echt op het spel stond. Dat lukt niet zolang rond dat werk een aura van onaantastbaarheid blijft hangen. In de psychoanalyse zegt men wel eens dat iedereen twee keer moet sterven: één keer in de werkelijkheid en een keer op symbolische wijze. Welnu, de neo-avant-garde is dan wel feitelijk dood, maar blijft symbolisch hardnekkig overleven. Veel publicaties, met hun buitensporige aandacht voor de artiesten eerder dan de werken, zijn daar ook schuldig aan. Met mijn montage van historische fragmenten probeer ik daar iets aan te doen.'
Wat is de inzet van 'Nature'?
Spångberg: ''Nature' is van 'Fame International', een in 1994 opgerichte groep mensen die, ondanks het gebrek aan een formele dansopleiding, toch gebeten waren door performance. Een zelfhulpgroep eigenlijk: we wilden van die obsessie af. Maar dat lukte enkel door twee stukken te maken. Het ene, 'Beautiful', gaat over schoonheid en cultuur. En na cultuur volgt uiteraard natuur. 'Nature' is opgezet als een allegorische representatie van de natuur. Allegorie is uiteraard taboe in hedendaags theater. We steken dan ook vooral de draak met de taboes in de theaterwereld.'
Pieter T'JONCK
'i.e. All All Over Over All All et.al.', gevolgd door 'Artists'-talk' is te zien op wo. 12 febr., 'Avant-garde' op don. 13 febr. en 'Nature' op vr. 14 febr, telkens om 20.30u. in de Studio's van het Kaaitheater, O.L.Vrouw-van-Vaakstraat 83, 1000 Brussel. Inlichtingen: 02/201.59.59 of www.kaaitheater.be