Date 2005-02-08

Publication De Tijd

Performance(s) De vier temperamentenLichaampje, lichaampje aan de wand...Quando l’uomo principale è una donnaZij was en zij is, zelfsEtant donnésAngel of Death

Artist(s) Fabre, Jan

Company / Organization

Keywords febwarholduchampetantdonnésdoodsdriftvaginafabresuomosolo

Het lichaam tussen erotiek en doodsdrift: ACHTERGROND | Focus op Jan Fabre in Brussel, Antwerpen, Tongeren en Brugge

Het lichaam tussen erotiek en doodsdrift

ACHTERGROND | Focus op Jan Fabre in Brussel, Antwerpen, Tongeren en Brugge

(tijd) - Jan Fabre mag dan al de grootste dans-, theater- en operapodia van de wereld veroverd hebben, hij mag dan al alomtegenwoordig zijn in het internationale kunstcircuit, dat belet hem niet onverdroten verder te creëren en produceren. In de komende weken toert hij met enkele recente solo's en een herwerking van een stuk uit 1991.

Solo's spelen sinds de jaren 90 een grote rol in Fabres theaterwerk. Toen maakte hij de 'De vier temperamenten', vier solo's waarin telkens één performer uit zijn eerdere werk centraal stond. Niet toevallig hadden ze zonder uitzondering door hun uitstraling een markante bijdrage geleverd aan het werk. Fabre bouwt zijn theaterwerk op vanuit intensieve oefensessies met zijn acteurs. Hij drijft ze vaak tot de grens van hun uithouding, tot op een punt waar onvermoede aspecten van hun persoonlijkheid aan het licht komen. Jan Fabre in een vroeger gesprek: 'Ik beschouw de theatrale ruimte als een drukkookpan. Ik organiseer een structuur en een enscenering die een grote druk uitoefenen op de acteurs. Die acteurs, dat zijn mijn krijgers van de schoonheid. De goede krijgers gaan verzet plegen tegen de situatie waarin ik ze dwing. Dat conflict onthult veel.' Het onthult ook veel over de regisseur. Theater is voor hem een experiment, geen demonstratie van uitgekristalliseerde concepten. Fabres teksten zijn dan ook geen rechtlijnig betogen, maar intuïtieve notities waarin tegenstrijdige gedachten en beelden zonder enige overgang naast elkaar staan.

In deze reeks was vooral 'Lichaampje, lichaampje aan de wand...', de solo met Wim Vandekeybus, een van de betere Fabre-regies. Centraal in de monoloog van Vandekeybus stond de idee dat wij ons maar bewust worden van ons lichaam door de blik die anderen op ons werpen. We zijn er als het ware in gevangen. Die blik zuigt de performer leeg, zoals het verhaal van dit stuk suggereert. Maar die dwang en dressuur - allebei thema's in Fabres werk - kunnen nooit totaal zijn. Naast dat cultureel geconditioneerde lichaam is er ook nog een 'wild' lichaam, dat bestaat uit bloed, botten en spieren. Het wordt gedreven door zijn driften. De samenleving heeft het moeilijk met dat ontembare lichaam, maar ze wordt er ook door gefascineerd. Dit stuk thematiseert die spanning en voorziet ze van pakkende beelden. Het is een verre voorafspiegeling van het recente 'Je suis sang'.

Meteen is ook een basisthema van Fabres werk aangegeven: erotiek en het verbreken van grenzen staan centraal in zijn werk. Hij toont een verbeelding die zich niet laat beperken door de schema's en onderscheiden die de samenleving opdringt. Bij Fabre staat de grens tussen man en vrouw, tussen genot en pijn, leven en dood steeds onder druk. Hij toont nooit een conventionele erotiek. Zijn erotiek wordt steeds geschaduwd door een even sterke doodsdrift. Hij laat zich evenmin iets gelegen aan conventionele schema's over man en vrouw of liefde en lust. Integendeel, Fabre confronteert ons met een wereld waar alle grenzen opgeheven zijn.

In een recente solo, 'Quando l'uomo principale è una donna' brengt Fabre, in de persoon van danseres Lisbeth Gruwez, een huldeblijk aan de vrouw. Maar dan wel een vrouw die opkomt als man en eindigt als een in olijfolie gedrenkte verbeelding van Courbets roemruchte schilderij 'L'origine du monde' waarin een vagina centraal staat.

Duchamp en Warhol

Dat Fabre altijd al gefascineerd werd door dadaïsten of neo-dadaïsten als Marcel Duchamp en Andy Warhol wekt dan ook geen verwondering. Zij exploreerden de dubbelzinnige verhouding tussen het kunstwerk en de toeschouwer. Vele werken van Fabre verwijzen rechtstreeks naar teksten of beelden van Duchamp en Warhol. Zo is 'Zij was en zij is, zelfs' een solo uit 1991 met Els Deceukelier die Fabre nu herwerkte, enkel te begrijpen vanuit Duchamps enigmatische glasraam 'La mariée mise à nue par ses célibataires'. Tegenover de mechanistische verbeelding van de erotische aantrekkingskracht bij Duchamp plaatste Fabre een expliciete verbeelding van een maagd in een wit kleed die verteerd wordt door lustgevoelens.

Deze solo werd onlangs aangevuld met een tweede deel, 'Etant donnés', dat alweer een evocatie is van een postuum ontdekt werk van Duchamp. 'Etant donnés: 1° la chute d'eau, 2° le gaz d'éclairage' biedt door kleine spleten, als in een peepshow, een blik op de vagina van een vrouw. Dat gegeven verwerkte Fabre tot een theatermonoloog waarin de vagina ook een stem krijgt in een dialoog met haar bezitster.

'Angel of death' bouwt dan weer voort op het personage Andy Warhol, de man die zijn leven zelf tot kunst verhief. Aanvankelijk ging het om een film. Daarin schrijdt choreograaf William Forsythe naakt, op een slip na, door het anatomisch museum van Montpellier. De film evoceert prangend Warhols kijk op de doodsheid van de consumptiesamenleving.

In de theaterversie is het publiek gevangen in een gesloten doos. Op de vier wanden zijn projecties van Forsythe te zien. Fabre voegt aan die filmbeelden twee figuren toe. De eerste is saxofonist Eric Sleichim. Als een duivel sluipt hij grijnzend rond langs de wanden. Zijn muziek wekt de levenloze gestalte van Ivana Jozic, die op een klein verhoogje tussen de toeschouwers ligt, tot leven. En wat voor leven. Naakt op een zwarte slip en bh na kronkelt en krult ze, met gekromde klauwen en een bekken dat alle kanten uitgaat, als een hedendaagse, pornografische griffioen. Alle aantrekking en afstoting van de perverse verleiding zijn hier vleesgeworden nabijheid. Dit ambigue wezen heeft, net als Warhol/Forsythe in de film, nauwelijks een eigen leven: het teert op de adem van de kijker, maar kan daarmee nauwelijks overleven.

Pieter T'JONCK

· 'Zij was en zij is, zelfs/Etant donnés', op 10 feb. om 20.30u. in première in de Velinx in Tongeren, waar ook een festival loopt rond het werk van Fabre. Op 26 feb. in Bozar in Brussel.· 'Quando l'uomo...' staat van 11 (Belgische première) tot 18 feb. in de Singel in Antwerpen.· Het Cultuurcentrum Brugge biedt in zijn 'Focus op Jan Fabre' van 21 feb. tot 1 maart beide opvoeringen, resp. op 21-22 en 23-24 feb.www.bozar.be, www.develinx.be, www.desingel.be, www.cultuurcentrumbrugge.be