Buda wil artistieke
werkplaats worden
ANALYSE | Attack met nieuwe lijnen
(tijd) - In Kortrijk liep vorige week het Attack festival, de erfgenaam van de vroegere'Dans@Tack festivals. De subtiele naamswijziging is een aanduiding van een diepgaande wijziging in het Kortrijkse kunstenlandschap. Drie organisaties bundelen er de krachten in een nieuw kunstencentrum Buda.
Buda bundelt de activiteiten van Dans in Kortrijk, Limelight en Beeldenstorm. Dans in Kortrijk is een danswerkplaats waar jonge choreografen in de luwte van de provincie een oeuvre kunnen ontwikkelen. Limelight ontstond in de jaren 80 als het eerste kunstencentrum van Kortrijk. Het ontplooide een vooral receptieve werking (het nodigde gezelschappen uit) en kwam zo steeds meer in het vaarwater van het vrij actieve Cultureel Centrum van de stad. Maar het kende ook het Happy New Ears festival voor nieuwe muziek en ontplooide een actieve filmwerking. 'Beeldenstorm' is een organisatie voor hedendaagse beeldende kunst, die de stille ambitie koestert ook een rol te spelen als een internationale posthogeschoolopleiding beeldende kunsten.
Tel alles bij elkaar op en je krijgt een organisatie waarin alle kunsttakken vertegenwoordigd zijn. De nadruk ligt vanaf nu vooral op experiment en grensoverschrijdende kunstbeoefening, naar het succesvolle voorbeeld van 'Dans in Kortrijk'. In tegenstelling tot Vooruit in Gent of STUK in Leuven, die tegelijk een receptieve werking en een 'werkplaats'-rol vervullen, ligt daar dus resoluut de nadruk op de werkplaats. Het CC van Kortrijk kan als tegengewicht ten volle zijn rol als receptief centrum vervullen. In de toekomst zou 'Buda' een viertal keer per jaar met een klein festival naar buiten treden, met nu eens de nadruk op bestaand werk van artiesten die werken in het centrum, en dan weer een puur creatiemoment.
Krijtlijnen
Die ontwikkeling was al een tijd verwacht. De cultuursocioloog Rudi Laermans ontwierp enkele jaren geleden al een blauwdruk voor de culturele ontwikkeling van de stad. De krijtlijnen van zo'n discipline overschrijdende werkplaats werden er al in uitgetekend. Meteen werd daar ook een locatie aangekoppeld: het Buda-eiland, dat ligt tussen twee Leie-armen in het hart van de Kortrijkse binnenstad. Daar bevinden zich de Broeltorens en het stedelijk museum. Voor de rest is het eiland echter een vreemd, wat rommelig aandoend samenraapsel van oude en nieuwe gebouwen. Je treft er resten aan van het industriële verleden van de stad, zoals het oude fabriekspand 'Heilig Hart' en de toren van de brouwerij Tack.
Die toren werd enkele jaren geleden op kosten van de stad al verbouwd tot een werkplek voor kunstenaars, de fabriek krijgt binnenkort dezelfde bestemming. Anderzijds werd het eiland de laatste jaren in hoog tempo volgebouwd met bejaardenflats en een groot hotel. Wel is er nog het Pentascoop-complex, dat lange tijd de motor was voor de heropleving van het gebied. Die bioscoop heeft zijn activiteit nu echter verlegd naar een groot Kinepolis-complex aan de rand van de stad. Het concern gaf zijn gebouwen op Buda in erfpacht aan de stad. Na een inwendige verbouwing is daar ruimte voor twee kleine podia en enkele bioscoopzalen. Infrastructureel biedt het eiland zo alles wat een kunstencentrum nodig heeft om kunstenaars te begeleiden van het eerste idee tot de definitieve montage of presentatie van een voorstelling, performance, film of tentoonstelling.
Netwerk
Het net afgelopen festival gaf een voorproefje van wat de bezoeker van Buda te wachten staat. Vroegere festivals waren een soms nogal verwarrende mix van onrijp, zelfs mislukt werk en briljante creaties. Het sterke punt van die festivals was altijd dat ze konden bogen op een zeer actief internationaal netwerk van verwante organisaties in het buitenland. Met enige zin voor overdrijving kan je stellen dat een artiest die enkele jaren later internationaal doorbrak, ooit wel eens in Kortrijk gepasseerd was, met of zonder succes.
Afgelopen jaar beheerste het gezelschap 'Superamas', toen nog een illustere onbekende op de meeste Europese podia, bijvoorbeeld de festivals met verbluffend sterk werk. Je merkt ook dat de banden blijven bestaan: op het festival liep je in de bar veel artiesten tegen het lijf die nu niet op de affiche stonden.
Het festival presenteerde echter weinig creaties, maar leek vooral een parade van bevriende kunstenaars, die eerder al hun sporen verdiend hadden in een van de organisaties die samen Buda vormen. Zo was bijvoorbeeld Eric Joris te gast die met zijn ensemble Crew nog eens 'Crash-sessie' bracht. Je wordt als kijker individueel onderworpen aan een hoogst verwarrende technologische omgeving, die je noties over waarneming en identiteit behoorlijk aan het wankelen brengen. Heine Avdal stond er met 'Box with holes', alweer een werk dat je individueel moet meemaken en dat sterk inspeelt op de manipulatie van de zintuigen. Een nieuw werk daarentegen was 'Code series' van de Oostenrijkse Anne Juren. Deze keer geen experiment, maar een prachtig staaltje van pure, abstracte dans. Pieter T'JONCK