In de Gense Vooruit is het de komende tien dagen all about the money. Onder het motto 'Art for sale!' zoomt de tweede editie van het mulitisciplinaire kunstenfestival The Game Is Up! in op de soms geheimzinnige band die het Schone en het Verhevene met het slijk der aarde onderhouden. Schoon en verheven als we zijn, krijgt u van ons zeven tips, helemaal gratis en voor niets.
Bauer en Bryssinck: niet te versmaden
In 2004 maakt de Amerikaanse danseres en choreografe Eleanor Bauer, toen nog studente bij PARTS, de hilarische solo Eleanor!, een onverbloemde promotie voor haar 'product', namelijk choreografie. Niet verwonderlijk dat Vooruit haar uitnodigde voor een festival over de band tussen kunst en commercie. Bauer verstaat trouwens uitstekend de kunst om moeilijke kwesties helder voor te stellen. Haar nieuwe werk At Large, gemaakt met danseressen Famke Gyselinck en Manon Santkin en videaste Inneke Van Waeyenberghe, onderzoekt de spreiding van een kunstproduct als dans. Kun je het door merchandising (T-shirts, video's, boekjes, een screensaver...) bij het grote publiek brengen? En hoe verandert dat dan de aard van het werk zelf? Welke vorm de 'echte' voorstelling zal aannemen is voorlopig een raadsel, maar dat het je niet onberoerd zal laten, daar mag je wel van uitgaan.
Hans Bryssinck (foto) is een buitenbeentje in de podiumwereld: hij komt immers uit de wereld van beeldende kunst en film. Bryssinck beantwoordt niet bepaald aan het beeld van de eenzaam wroetende kunstenaar: hij zoekt voor zijn werk steeds nieuwe samenwerkingsverbanden op. Het resultaat getuigt echter onveranderlijk van een sterk zin voor absurde, lichtjes venijnige humor. Op dit festival 'doet' hij het samen met modeontwerper Christoph Hefti. Ze brengen een One Man Snow, een onemanshow voor twee performers met als leidraad de vraag hoe je als kunstenaar financieel overeind blijft.
Chadbourne speelt Bach op banjo
Om de vele projecten en samenwerkingsprojecten op te sommen waar Eugene Chadbourne de jongste veertig jaar bij betrokken was, zou je ettelijke krantenpagina's nodig hebben. De 54-jarige gitarist, banjospeler, componist en improvisator par excellence is dan ook van alle markten thuis: hij maakte spraakmakende radioprogramma's, schreef voor allerlei bladen, richtte het platenlabel Chadula op en maakt zelf het artwork van zijn platenhoezen. Tot dusver nam hij meer dan honderd langspelers op, die vooral uitblinken door hun stilistische veelzijdigheid. Chadbourne put zijn unieke speelstijl uit blues, rock, country, noise en freejazz en zowat alles daartussenin en is daarnaast de uitvinder van bizarre instrumenten zoals de 'elctrische hark'. Ook wordt hij als een van de grondleggers van de lofibeweging beschouwd.
Tijdens de jaren tachtig was hij, samen met Kramer, actief bij de avantrockgroup Shockabilly, maar eenkennigheid is wel het laatste wat je Eugene Chadbourne kunt verwijten. Zo maakte hij muziek aan de zijde van dwarsliggers als John Zorg, Fred Firth, Derek Bailey en Carla Bley, maar associeerde hij zich even vlot met popbands als Violent Femmes, Camper Van Beethoven en They Might Be Giants. Humor is Chadbourne niet vreemd. Tenslotte hebben we het over iemand die ooit een plaat maakte waarop hij composities van Johann Sebastian Bach een banjobehandeling gaf. Tijdens The Game Is Up brengt hij niet alleen een set vol opmerkelijke covers, hij gaat ook de confrontatie aan met de jonge Gentse band The Germans, die op 17 maart hun debuut-cd Elf Shot Lame Witch uitbrengt.
Snaargeestige experimenten
Wie wil weten waar Sonic Youth de cement vandaan haalde waarmee het de voorbij 25 jaar zijn gitaarmuren metselde, moet absoluut naar het concert van Rhys Chatham. Samen met generatiegenoot Glenn Branca legde de New Yorkse componist, gitarist en trompettist het fundament van wat later noiserock zou worden. Aanvankeijlijk ging hij in de leer bij avant-gardisten als La Monte Young, Tony Conrad en electronicapionier Morton Subotnick, maar zijn leven zou drastisch veranderen na het zien van een Ramonesconcert in 1977. Onder invloed van pounk en new wave begon hij te experimenten met grote gitaarensembles: in 2005 schreef hij zelfs in opdracht van de stad Parijs A Crimson Grail, een compostie voor 400 electrische gitaristen. Tienduizend mensen woonden de uitvoering tijdens het Nuit Blanchefestival bij. Chatham werkte ook samen met danseres Karole Armitage en cineast Robert Longo.
Tijdens The Game Is Up brengt hij zijn dertig minuten durende compositie Guitar Trio uit 1978, maar ze heet nu G3 omdat het aantal gitaristen inmiddels is opgedreven tot zes à tien en er ook een drummer en een bassist meedoen. Vorig jaar voerde Chatham het werk uit met leden van onder andere Sonic Youth, Tortoise en Godspeed You! Black Emperor. In Gent laat Chatham zich assisteren door lokale muzikanten, afkomstig van The Van Jets, Das Pop, Arid, Franco Saint De Bakker, General Mindy en de bands van Ann Pierlé, Gabriel Rios en Flip Kowlier. Nog een tip voor snaarliefhebbers: op 8 mart speelt de Franse avant-gardegitarist Noël Akchoté uitgebeende jazz- en bluesversies van hits van Kylie Minogue. Horen is geloven.
IJslands gefonkel aan de Belgische hemel
Er gaat geen concertseizoen voorbij of er komen wel een paar nieuwe IJslandse groepen uit de hemel vallen. In Brussel loopt nog tot half juni het Iceland on the Edge festival, maar in Vooruit hielden ze al in 2004 hun sterrenkijker op de Etoiles Polaires gericht. Kira Kira was er toen ook al bij. De muzikante, performance-artieste en beeldend kunstenares, die eigenlijk Kristín Björk Kristjánsdóttir heet, is een splifiguur van Kitchen Motors, een creatieve denktank waar talloze IJslandse kunstenaars bij betrokken zijn. Haar nom d'artiste, die 'fonkeling' betekent, ontleende Kira Kira aan een Japans kinderboek. Aan conventies laat ze zich weinig gelegen liggen: ze houdt van experimenteren en vertrouwt daarbij steevast op haar intuïtie. Haar gelaagde soundtrack voor films, dansvoorstellingen of installaties steunen op laptopelectronica, maar ook op gitaar, duimpiano, melodica, muziekdozen en allerlei zelf ontworpen tuigen. Haar cd Skotta, genoemnd naar een vrouwelijke kwelgeest uit de IJslandse mythologie, maakt Kira Kira nog in haar eentje, maar dankzij haar nieuwe zeskoppige band is haar geluid veel rijker geworden. Liefhebbers van Múm en Amiina zullen haar fragiele, dromige speelgoedmuziek gedocumenteerd op de fraaie ep Minimonsters en de weldra te verschijnen cd Our Map to the Monster Olympics zeker waarderen. OOk van de partij in Gent is Parachutes, een aan Sigur Rós gelieerd duo dat grossiert in ijle maar warme sferen. En ook Pondus is te bewonderen, twee mijmerende songwriters-gitaristen wier liedjes afwisselend doen denken aan Tom Verlaine, Nick Drake, Murder en Young Marble Giants
Denk groots, maak een trilogie
In oktober 2002 ging in Brussel het eeste deel van Big, een trilogie van het Frans-Oostenrijkse ensemble Superamas, inn première. In 2006 werd de trilogie afgerond. Nu zijn in Gent voor het eerst alle delen van dit monumentale werk samen te zien.
Big gaat over thema's als markteconomie, showbusiness, liefde, lust en geluk. Of anders gezegd: over de grote thema's die de hedendaagse mens bezig houden. Maar waarom is deze trilogie nu de pièce de résistance van een festival dat de relatie tussen kunst en commercie onderzoekt?
Superamas: "We geloofden aanvankelijk zelfs dat Vooruit het festival speciaal voor Big opgezet had. Pas achteraf hadden we door dat het al bestond. Ons werk snijdt immers precies dat thema aan. Wij nemen de notie van de kunst als 'waarde' op de korrel. We beschouwen ons niet als artiesten. We opereren wel in het vel van de kunst, maar daarom zijn we nog geen kunstenaars in de romantische zin van het woord. Wij maken 'Post Art', zoals Rudi Laermans opmerkte. We maken vormen die naar de kijker uitspraken doen over de wereld waarin we leven, niet over de stand van zaken in de kunsten. En uiteraard kun je niet spreken over de hedendaagse realiteit zonder te spreken over marktmechanismen. Dat is de essentie van de Big-trilogie."
Als er iets de hedendaagse realiteit tekent, dan wel de alomtegewoordigheid van de media, het spektakel en de lichaamscultus. Niet verwonderlijk dus dat Big 1 de vorm heeft van reality-tv, dat Britney Spears in Big 2 opduikt en dat Big 3 zich in een fitnessclub afspeelt. Dat is erg herkenbaar materiaal. Het wordt bovendien lichtjes karikaturaal voorgesteld. Je moet dan ook vaak hartelijk lachen om de verhaaltjes in de trilogie. Maar dat lachen vergaat je wel. In elke aflevering van Big worden de scènes keer op keer hernomen, telkens met kleine wijzingenen. En die laten onveranderlijk de minder leuke keerzijde van de medaille zien.
Superames: "Je ziet de werhelijkheid altijd door een gekleurde bril. Je kijkt naar dingen op de manier die de media je opdringen. Big 3-Happy/End gaat er zo over dat we er op allerlei manieren toe gebracht woren om een zeker geluksbeeld na te streven. Geluk is handelswaar geworden. je kunt het kopen. In big maken we zichtbaar dat die verhaaltjes fictieve constructies zijn. We brengen kijkers ertoe om hun eigen denkbeelden krititsch te analyseren. Overigens beweren we allerminst dat wij de waarheid in pacht zouden hebben. Onze eigen ervaringen zijn vaak het baismateriaal voor een stuk. Wij zijn evenmin ongevoelig voor de verleidingen van de markt. Wij maken evengoed deel uit van die realiteit. Maar dat nieemt niet weg dat je er teglijk over kunt nadenken"
En net dat feit, dat Superamams niet spreekt van buitenaf maar ons als ervaringsdekundige begeleidt op en avonturentocht door de hedendaagse markt, maakt deze trilogie tot een meesterwerk.
Wat zou Jezus kopen?
Last van een koopverslaving? Reverend Billy en zijn Church of Stop Shopping er om u daarvan te verlossen. In overvalste tv-priesterstijl en geruggensteund door dertigkoppig gospelkoor prkeet de Amerikaanse activist en antiglobalist in winkelstraten en -centra tegen ons doorgedreven consumentisme.
Over leven en werk van Reverend Billy werd onlangs een documentaire gemaakt met als titel een intrigerende vraag: What Would Jesus Buy? In de film, die werd geproduceerd door Morgan Spurlock (zie ook Super Size me), wordt gewaarschuwd voor de nakende Shop-o-calyps. Om de koopduivel te bezweren bedrijft Reverend Billy onder meer creditcard- en Starbucksexorcisme. Op het podium van de Vooruit belooft de predikant zaterdag "een bezwerende ceremonie". Tijdens de tweede week van het festival zal hij de winkelstraten van Gent afstruinen om er de koopverslaafde menigte toe te spreken.
Het gratisverhaal als kunstvorm
Het systeem ondergraven, alleen maar door het consequent toe te passen. De Franse kunstenaar Matthieu Laurette doet het al jaren, met veel financieel en artistiek succes.
Laurettes band met het thema van het festival is overduidelijk: de kunstenaar werd wereldberoemd als de man die overleeft door enkel producten te kopen met een 'niet-tevreden-geld-terug-garantie' of in te gaan op elke promotieactie waarin iets gratis wordt aangeboden. "Je moet je wel een beetje organiseren", zei Laurette twee jaar geleden in deze krant, "maar eenmaal je het systeem door hebt en je je de marketingsmechanismen van multinationals eigen hebt gemaakt, is het een fluitje van een centje. Het enige wat je nodig hebt, is tijd en een cassière met veel geduld."
Met zijn moneybackproject was Laurette de fagelopen jaren een graag geziene gast in zowel tv-shows als respectabele musea. Zo stelde hij al tentoon in het Guggenheim in New York, het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Centre Pompidou in Parijs. In 2001 werd hij geselecteerd voor de Biënnale van Venetië, waar hij zijn zelfportret toonde dat een volgeladen winkelkarretje voortduwt. Een waarschuwing voor de middenstand uit het Gentse: toen Laurette twee jaar geleden exposeerde bij Deweer Art Gallery in Otegem, bracht hij ook een bezoek aan de plaatselijke GB. De buit - twee volle boodschappentassen - werd in de galerie geëxposeerd.