Date 1987-01-20

Publication De Standaard

Performance(s) Pick-up

Artist(s) Rijnders, Gerardjan

Company / Organization

Keywords rijnderskomedieschrijverdialogenpick-uprelatiesbelandenonttrektdoorgaanwege

Hoopgevend geraas en gebral in Gerardjan Rijnders' werk: "Week van de onbehaaglijke komedie"

LEUVEN -- Als er tijdens de "Week van de onbehaaglijke komedie", opgezet door het Instituut voor Teaterwetenschappen, iets duidelijk is geworden, is het -- voor mij althans -- dat de grenzen van het genre sterk vervaagd zijn. De deuren-komedie, de komedie met de sterke one-liners blijft wel bestaan, maar er is ook een soort komedie ontstaan die enkel nog het predikaat komisch opgeplakt krijgt ter wille van de ironizerende, speelse of ronduit cynische manier waarop ze doorgaans niet als "komisch" bestempelde onderwerpen aanpakt. Men kan zich b.v. afvragen of "Who's afraid of Virginia Woolf" in de behandeling van Sam Bogaerts niet een komedie is. Gerardjan Rijnders -- tijdens zijn lezing in een weinig pedagogische bui, of juist wel -- zei van zijn laatste stuk, Pick-up, zelfs niet te weten of het hier nu om een tragedie dan wel om een komedie gaat.

Eigenlijk is dat voor geen van zijn stukken vast te stellen. Het lijkt er soms op dat Rijnders een medium is waarlangs stemmen van anderen op papier belanden. Die anderen zijn dan in eerste instantie personages uit andere stukken, b.v. van Tennessee Williams, Ibsen, of in dit geval Pinter. Die personages belanden dan in uitzichtloze dialogen, zoals Rijnders zelf aangeeft omdat er op scène nu eenmaal moet gepraat worden. Dialogen waar de schrijver enkel nog via taalspelletjes zijn eigen idioom probeert te omcirkelen maar de greep op de gebeurtenissen heeft opgegeven. Die gebeurtenissen lijden dan ook onder inbreuken uit een chaotische buitenwereld die parasiteren op de woorden van de schrijver.

Dialogen

Maar achter die schrijver van de personages verschuilt zich de schrijver van de schrijver. De schrijver Rijnders misschien. Maar ook die trekt zich weer terug, verdwijnt in een onbehaaglijke anonimiteit terwijl zijn verhaal voor hem geschreven wordt door toevallige kranteknipsels, opgevangen dialogen en situaties. Op de vraag of zijn werk iets met Beckett te maken heeft, merkte Rijnders op dat het bij Beckett altijd om monologen gaat, bij hem altijd om dialogen. Maar terzelfdertijd is het in Pick-up b.v. niet echt van belang wie wat zegt, zolang er maar gesproken wordt -- wie met wie?

In Pick-up wordt door twee figuren doorgepraat over relaties, waarbij ze elkaar slaan. Hele flarden van dat gesprek zijn komplete onzin, niet meer dan omkeringen van woorden, willekeurige woordassociaties en misplaatste uitweidingen. Door de herhalingen en ellipsen in de tekst geven deze woorden, naast hun evidente werking als amusant taalspelletje, een verpletterende galmwerking als duizenden paren die maar blijven en blijven doorgaan over hun relatie te spreken, zonder ook maar ergens iets essentieels te beroeren. Dat onttrekt zich voortdurend aan de woorden zoals de schrijver zich onttrekt (en niet anders kan dan...) aan zijn schrijven.

Uit het stuk spreekt hoogstens een fascinatie voor het fenomeen van relatiegesprekken, los van de relaties zelf, waar iedereen door geabsorbeerd wordt. Rijnders zelf vindt het fenomeen dat mensen met zoveel energie doorgaan met zo'n zinloos projekt hoopgevend.

De cerebrale manier waarop Rijnders dit praten te kijk zet heeft echter evengoed veel wege van een lijkschouwing an het individu en zijn relaties.