Date 1988-06-04

Publication De Standaard

Performance(s) Terug in de woestijn

Artist(s) Gerardjan Rijnders

Company / Organization Toneelgroep Amsterdam

Keywords koltèsrijnderskennismakingzwalpthoofdtematerugschriktafdreunendarchaïzerendenamaakpoortgebouwonredelijkheid

Kaaiteater eindigt met sisser

BRUSSEL - Kaaiteater besluit zijn seizoen met Terug in de woestijn, het laatste stuk van Bernard-Marie Koltès. Merkwaardig is dat deze enscenering door Toneelgroep Amsterdam in een regie van Gerardjan Rijnders de eerste opvoering van dit stuk is, nog vóór het zijn première in de oorspronkelijke taal beleefde. Het stuk is overigens zeer verrassend van schriftuur na de complexe, archaïzerende taal van vroeger werk van Koltès als b.v. Dans la solitude des champs de coton waarin geen enkel personage zich recht voor de raap uitspreekt.

Ogenschijnlijk hebben we hier te maken met een zeer rechtstreekse heldere dialoogvorm die verwijst naar konventioneel burgerlijk drama. Het hoofdtema is het verhaal van een korrupte Franse bourgeoisie die zich uiterst rechts van het politieke spektrum bevindt en er niet voor terugschrikt haar wensen met regelrechte misdaden te bewerkstelligen. Het wordt verteld door een vrouw, Mathilde, die terugkeert uit Algerië om haar erfgoed, een woning, op te eisen van haar broer Adrien, een industrieel die het pand bewoont. Beiden richten ze elkaar in de loop van het stuk te gronde.

Tenminste, daar lijkt het op. Maar als je nu zou verwachten dat Koltès zich bekeerd heeft tot het politiek vormingsteater, heb je het bij het verkeerde eind. De rechtlijnigheid van het verhaal wordt in toenemende mate aangevreten door vreemde sporen die, schijnbaar achteloos rondgestrooid, geen oorzaak en geen oplossing kennen. Alle eigenaardigheden leiden er uiteindelijk toe dat het verhaal de onontwarbare onredelijkheid van een reëel netwerk van menselijke verhoudingen krijgt.

Tenminste, dit zijn bedenkingen bij een eerste kennismaking met de tekst. En dat die kennismaking oppervlakkig is, heeft alles te maken met de regie van Rijnders die het gebrek aan konsistentie in de intrige beantwoordt met een even holle show van teatertruuks en zwaar aangezet akteren. Het decor van Paul Gallis, op zich een mooi namaakpoortgebouw dat "Frans" aandoet, zwalpt op een nogal doelloze wijze heen en weer op de scène onder een hemeldoek, te midden van rode fluwelen coulissen. Daarin evolueren de akteurs naast elkaar, hun tekst afdreunend zonder dat er iets gebeurt op scène.

Rijnders schijnt de akteurs gewoon hun gang te laten gaan; de toeschouwer moet het zelf maar uitzoeken, aangezien er toch geen touw aan vast te knopen is en er toch niet te regisseren valt. Je vraagt je af waarom ze nog de moeite doen om op een scène te klauteren in plaats van gewoon de tekst uit te delen bij de ingang.