Date 1989-01-21

Publication De Standaard

Performance(s) Madame de Sade

Artist(s) Michel Van Dousselaere

Company / Organization BKT

Keywords sademishimamadamewreedheidgoelederickdousselaeretekstkontaktbedrijven

Kritische benadering van gruwelijke spelletjes: "Madame de Sade" in BKT

BRUSSEL - Na een seizoen dat nogal moeizaam op gang kwam met De Kunstopmeter en het ondermaatse Master Class, brengt het BKT nu plots een voorstelling die zeer de moeite waard is: Madame de Sade van Yukio Mishima, in een regie van Michel Van Dousselaere. En dat is helemaal niet evident, want deze tekst van Mishima is door haar poëtisch taalgebruik niet eenvoudig te ensceneren, laat staan intelligent te bekommentariëren in een regie.

In het stuk zijn zes vrouwen aan het woord. De echtgenote van de Sade, haar moeder, haar zuster, twee "vriendinnen", de gravin de Saint-Fond (die in de Sade een geestesgenoot gevonden heeft) en de extreem-godvruchtige barones de Simiane (de exacte tegenpool), en ten slotte de meid Charlotte. Die laatste heeft in de oorspronkelijke tekst slechts een zeer kleine rol, maar is in deze enscenering aanwezig ais een kritische buitenstaander.

Tenminste, het is de enige die kontakt onderhoudt met het gewone leven -- gedurende de eerste twee bedrijven herstelt ze ostentatief een fietsband terwijl de anderen zich eindeloos wellustig wentelen in hun gepraat -- en die de anderen observeert en doorgrondt zoals finaal blijkt. Door haar werk kondigt ze tegelijk de revolutie aan die haar beslag krijgt tussen het tweede en het derde bedrijf: in het derde bedrijf keert ze radikaal de meester-slaaf-verhouding om met Madame de Montreuil, die plots tot een bevreesde, burgerlijke intrigante gereduceerd wordt. In deze uitstekende vertolking van An De Donder zie je eigenlijk de kritische positie van regisseur Michel Van Dousselaere tegenover de navelstaarderige wreedheid van de vijf andere vrouwen, en dus Mishima's tekst.

Hij plaatst ze in een lege ruimte, allen gekleed in dezelfde badjas. Die scène van Luc Dhooghe en Roos Werckx roept een hele reeks associaties tegelijk op: door de vorm met lage deurtjes in de wand rondom tegenover de oplopende tribune refereert zij aan een arena. Maar het marmerdessin op de wandjes en de plastic-gordijnen roept dan weer een badruimte op, het ritueel van reiniging en afstandelijkheid waaronder een laaiende en schier onbegrensde passie brandt: het kleine kacheltje midden de ruimte, verzonken in een put met koud neon-licht rondom.

Wreedheid

De vijf vrouwen zijn, ondanks de schijn van dialoog, alleen met zichzelf bezig; tussen hun lange monologen merk je nauwelijks kontakt tussen hen. Vaak staren ze dan als bijna dood voor zich uit. Hun praten lijkt een soort zelfrealizatie, ongeacht, of -- met vaak een uiterste wreedheid -- ten koste van de anderen. Er zit in die afwisseling van spreken en zich in zichzelf terugtrekken een onechtheid, een element van gratuit spel, dat biezonder goed klopt met de tekst van Mishima.

Dat spel wordt voortdurend op gang gehouden door de gedachte aan de geïnterneerde de Sade. Madame de Sade werkt zich in een geëxalteerde toestand door haar trouw, die even extreem is als de wandaden van haar echtgenoot. Al weigert ze hem eens hij vrij gekomen is. Haar moeder daarentegen vindt er een duivels plezier in hem via slinkse wegen geïnterneerd te houden en ondertussen binnen te dringen in de wereld van haar dochters. En zo gebruiken ook de anderen de Sade in hun (taal-)spel voor hun doeleinden.

Al wordt Mishima's tekst soms pure poëzie met overladen symboliek, toch is dit nooit de taal van waanzinnigen. De vrouwen zijn heel goed bij hun verstand, al zijn ze gevat in een spel van redeloze erotiek. Omdat ze hun tekst altijd "spelen" binnen het acteerspel, lijkt het niet evident, als dat teatraal al mogelijk is, om die redeloosheid rechtstreeks te veruitwendigen. Al is die impliciet in de tekst, een mengvorm van preciositeit (het cynisme, het reinigingsritueel) en spel-lust is wellicht te verkiezen boven het al te nadrukkelijk emotioneel-realistisch akteren.

Zeker omdat de kans om zo in clichés te vervallen en de tekst dus te ontkrachten, aanzienlijk is. Dat is zowat de Achillespees van de voorstelling, zeker in de eerste bedrijven. Naar mijn gevoel slaagden vooral Reinhilde Decleir, Nicole Persy en Veerle Eyckermans er het best in de nuances van de tekst recht te doen, en schoven Goele Derick (vooral in haar eindmonoloog) en Loes Van den Heuvel af en toe uit op de fundamentele dubbelzinnigheid van de tekst. Maar zeker Goele Derick heeft dan ook een zeer moeilijke klus te klaren.

Nog te zien in het BKT, Kapellemarkt 8 te 1000 Brussel tot 19 februari, elke woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag om 20 u. 30 en zondag om 15 u.