Date 1991-04-29

Publication De Standaard

Performance(s) Infante

Artist(s) Edouard Lock

Company / Organization Lalala Human Steps

Keywords lockinfantekonkreteschaalvervormingvelasquezgebeurenvideointimiteitshiningdanskonventies

"Infante": hard, precies en meer dan levensgroot

ROTTERDAM -- In een van de video's die tijdens "Infante" van Lalala Human Steps geprojekteerd worden, zie je de sterdanseres Louise Lecavalier in "shining armour" over de scène wervelen. De brutale visuele schok van het spektakel is ook het waarmerk van koreograaf Edouard Lock. Als de verbluffing voorbij is, rijst de vraag naar de inzet van de voorstelling.

Lock wordt niet in het minst gestoord door enige konventie, ook niet de moderne danskonventies. In deze en vorige voorstellingen is er een opvallend gebrek aan kompositie: de dansers zetten geen patronen uit op de scène. Ze lopen gewoon naar het midden, beginnen en blijven op nagenoeg dezelfde plaats. Er zijn geen groepswisselingen, er is hoogstens simultaneïteit tussen twee duo's, trio's.

Maar nog merkwaardiger, de schaal van het gebeuren is volkomen zoek: het zij- en achterdecor, met vaag-oriëntaalse motieven is absoluut gigantisch in verhouding tot de minieme ruimte die de dansers in beslag nemen op de scène; maar het staalt ook los van wat de dansers doen: de dans verandert niet wezenlijk van aard als het decor wisselt en vice versa.

Een andere schaalvervorming is de projektie over de dansers heen van beelden, zo groot als de scène-opening. Niet te vergeten: er is de schaalvervorming van het geluid: de muziek, half live uitgevoerd is zo oorverdovend hard, dat de konkrete scèneklanken onhoorbaar worden en er bijna een ontkoppeling is tussen wat je hoort en wat je ziet spelen.

Die verschuivingen lijken iets te maken te hebben met een eigenaardige tweespalt die elke teatervoorstelling wel heeft, maar door Lock op de spits wordt gedreven. Er is het konkrete gebeuren op de scène, mensen die daadwerkelijk met iets, of met elkaar bezig zijn, iets wat op zich de belangstelling wekt, de kijker bezig houdt (hoe doen ze het, hoe voelt het?). Maar er is ook de mythische kant van zo'n gebeuren. De (verzwegen) gedachten, verlangens, beelden die de koreograaf inspireren, en die op hun manier ook bij het publiek opgeroepen worden.

Onrechtstreeks verwijst Lock daar zelf naar in zijn verklaring van de titel, "Infante". In het schilderij van Velasquez wordt een kind afgebeeld dat ondanks haar leeftijd als troonopvolgster alle aspekten van de samenleving moet inkarneren. En op dezelfde manier als Velasquez daarin slaagt, wil Lock zijn dansers zo'n overschrijding van de konkrete individualiteit laten bereiken. Decor, video's en muziek appelleren sterker aan die tweede dimensie, zijn ook tegelijk abstrakter en gewelddadiger dan wat op de scène gebeurt.

Daartegenover staat de konkrete dans. Lock zelf beschouwt zijn dansers als een soort krijgers. Wat ze proberen te doen op de scène vraagt heel wat moed, ze lopen aanhoudend het risico te falen in de halsbrekende capriolen die Lock hen laat uitvoeren.

In tegenstelling tot het mega-beeld van de video zie je in de dans mensen die heel dicht op elkaar betrokken zijn, en Lock spreekt zelfs van situaties die vergelijkbaar zijn met het koppen-tegen-elkaar-praten van mensen op een lawaaierig feestje.

De dans is altijd opgebouwd uit komplexe bewegingsreeksen, met klassieke hoogstandjes en variaties daarop zoals de ruggelingse pirouette. De suggestie van gewichtloosheid en vloeiende elegantie ontbreekt echter, de sprongen zijn telkens duidelijk afgetekend, de beweging valt telkens even stil en je ziet de dansers hun spieren spannen voor de volgende pas. De focus wordt heel duidelijk bij die virtuositeit, het verleggen van de grens van het mogelijke gelegd.

Bij klassiek ballet moet het ook perfekt, maar alles wordt gedaan om die eis te doen vergeten, terwijl hier alles wordt gedaan, o.a. door het staccato-bewegingspatroon, om die perfektie als inzet van het gebeuren te laten aanvoelen. Alleen is het dan ook zo perfekt (al zijn er wel fouten) dat je er wat geblaseerd tegenaan gaat kijken, dat je het kontakt met het gebeuren bij de twintigste salto kwijt bent. Lock ensceneert te veel, tot en met de vermoeidheid van de dansers.

Lock laat je met dit soort dansen op een bevoorrechte manier een soort intimiteit zien die heel zelden zo expliciet getoond wordt. Het is een intimiteit die nagenoeg zuiver lichamelijk is; de nabijheid van de dansers wordt voortdurend getekend door een enorme precisie, een voortdurende gekontroleerde botsing van lichaamsenergie, een soort primaire agressie die door de dans in banen gehouden wordt.

Sekundaire narratieve elementen, of zoiets als een teken van tederheid en wat je nog zou kunnen verzinnen, zijn er niet. Het is snel, zuiver, krachtig, precies. Het is pas in rustpunten tussen de dans dat er gewone, achteloze gebaren bij komen, waardoor je weer gewone mensen ziet. Het is die kwaliteit van de dans die de band legt met de bizarre videofantasieën.

DeSingel, Antwerpen op dinsdag 30 april en woensdag en donderdag l en 2 mei, telkens om 20 u.