Don Quijote van Grace Ellen Barkey, een lid van de Needcompany, ging eind oktober 1993 in première in Frankfort. Nadien volgde een lange stilte, en nu pas is de voorstelling achtereenvolgens in Rotterdam, Brussel en Antwerpen te zien, waarna ze weer van de affiche verdwijnt. Dat is jammer, want het is een voorstelling met veel kwaliteiten. Ze brengt je bij voorbeeld als kijker bij herhaling tot nieuwe inzichten over dit toch alomtegenwoordige personage van Cervantes.
Barkey vertelt niet over de dolle avonturen van Don Quijote. Die worden verondersteld bekend te zijn. In een reeks konfrontaties met vier andere akteurs gaat ze op zoek naar de betekenis van de houding die don Quijote (Mil Seghers) aanneemt tegenover de wereld. Welk verlangen gaat eronder schuil? Wat betekent de absoluut platonische verering van een Dulcinea die nooit van hem gehoord heeft? Maar ook, hoe houd je je als dromer, die met de werkelijkheid niets, of toch niet veel op heeft, stand in een wereld die minder melancholisch-idealistisch gestemd is?
Stumper
Al bij de eerste scènes wordt het pijnlijke van Don Quijotes positie duidelijk. Claude Godin, een satanische Sancho Panza, kondigt de komst van de dolende ridder met veel sarkasme aan. Als Don Quijote in een nachtkleed verschijnt van achter twee grote spitsboogdeuren, geeft hij hem een paar draaien rond de oren omdat hij niet zijn juiste plunje draagt. Zo mislukt de kermisattraktie. Want Don Quijote is voor de buitenwereld niets meer dan dat.
Op die manier ga je een zekere sympatie opvatten voor deze stumper. Een van zijn laatste zinnen maakt duidelijk waarom hij die afdwingt. Gekonfronteerd met de opmerking dat er helemaal geen echte Dulcinea is waarop zijn verlangen betrekking heeft, zegt hij hoofdschuddend: "Laat ons daar vooral niet te diep op ingaan."
Quijote is een man die het verlangen zelf kultiveert. Het resultaat mag dan wel een erg bizar luchtkasteel zijn, het heeft wel iets als je vergelijkt met de andere akteurs als ze hun lusten zonder remmingen botvieren. In een scène zie je een biezonder rauwe verbeelding van een verkrachting.
De houding van Don Quijote wordt ook gekonfronteerd met een meer nuchtere wereldbeschouwing. Petra Bolte brengt stukken uit Camus' Mythe de Sisyphe. Zijn afwijzing van elk princiep, elke myte die het menselijk leven een meerwaarde moet verlenen, is van een totaal andere heroïek dan die van Don Quijote. Beiden zijn op zoek naar menselijke waardigheid, maar Don Quijote denkt die te verwerven bij gratie van zijn hersenschimmen, terwijl Camus ons bezweert ze alle te verwerpen, hoe lelijk het gewone leven dan ook mag schijnen.
Op het einde ontfutselt Godin Mil Seghers zijn bril en de akteur staat daardoor hulpeloos en extreem kwetsbaar op de scène. Maar deren doet het hem niet. De draagkracht van dit beeld wordt verbluffend als de anderen hem een witte, mantel vol rozen aantrekken.
De bespotting heeft voor de zwijgende man een andere betekenis: voor hem is het een vorm van waardering. Een ongemakkelijk moment is de verkrachting van Dulcinea. Geheel onverwacht wordt Don Quijote heel even deelnemer, voor hij zich verschrikt weer in zichzelf terugtrekt. Niet alleen perversie, maar ook agressie zitten dicht onder de melancholie.
Glashelder
Don Quijote is een vrij complexe voorstelling, maar het verrukkelijke eraan is dat ze desondanks glashelder blijft. De opeenvolging van scènes, de manier waarop akteurs met elkaar omgaan in zang, dans en tekst, de muziekkeuze hebben een samenhang die emotioneel helemaal juist lijkt te zitten.
Voortdurend raakt het stuk aan wezenlijke tema's als verlangen en lust. Het laat voelen hoe moeilijk het is om daar definitieve uitspraken over te doen: je komt zelfs voortdurend op het verkeerde been te staan. Maar precies omdat dat inzicht over de meest troebele zones van de menselijke psyche zo indringend overgebracht wordt, is dit een heldere voorstelling.
Nog te zien tot en met zaterdag in Théâtre 140 in Brussel om 20.30 uur. Daarna op 6 en 7 maart in de Monty in Antwerpen.