Date 1997-05-17

Publication De Standaard

Performance(s) L'atelier en pièces

Artist(s) Monnier, Mathilde

Company / Organization

Keywords ongemakkelijkmossautistischedoossensatieideaalcomfortafstanddrummer-vocalistlichtdoorlatendedelilah

Als beweging haar welsprekendheid verliest

GENT -- Choreografe Mathilde Monnier blijft verbazen. Hoewel haar stukken niet op elkaar lijken, proef je telkens een koppig en riskant zoeken naar wat beweging is. Met L'atelier en pièces drijft ze dat onderzoek heel ver door.

Het bewegingsmateriaal ontleende ze aan werksessies met autistische en psychotische patiënten: een duik in een totaal ander begrijpen van wat beweging met ons doet en hoe het voor anderen betekent.

Het resultaat is een voorstelling met professionele dansers "in stukken". Zowat alle gangbare conventies van een dansvoorstelling worden hier genegeerd of op hun kop gezet. Voeg daarbij de interventies van drummer-vocalist David Moss op video en je hebt een voorstelling die in haar waarlijk experimentele uitgangspunten de sterkte en compromisloosheid van een Steve Paxton benadert.

Zoals het hoort is de reflectie over de beweging zelf gekoppeld aan de reflectie over de ruimte. Geen klassieke scène, met een frontaal tonen naar een ideaal punt, maar een kleine gesloten doos, gebouwd uit lichtdoorlatende papieren wanden. Eromheen een omloop waarin de dansers zich terug kunnen trekken.

Het publiek zit op ongemakkelijk lage stoeltjes in een dubbele rij langs de wanden van deze doos. Ongemakkelijk is daardoor ook de nabijheid van de dansers, die voortdurend inbreuk plegen op de gevoelsmatige "comfortafstand" tussen kijker en speler. Ongemakkelijk is ook het feit dat je nooit alles vanuit een ideaal punt kan zien. Ongemakkelijk ten slotte is de verschijning van de dansers: in slecht passende, gedemodeerde en ronduit lelijke kleren. Alsof ze geen oog hebben voor zichzelf, voor niemand of niets.

Dat is ook het uitgangspunt van de dans, of liever, de beweging. Virtuoos vaak, af en toe halsbrekend zelfs. Maar niet op een wijze die, zoals Valéry het zo mooi beschrijft, het verstrooide bewegen en het neerslachtige gemoed plots doen opveren in een krachtige sensatie van eenheid. Hier is de afstand tussen de dansers een nauwelijks vermeden botsing tussen objecten, en de beweging als de onbeholpen krukken die enige tekening en structuur moeten brengen in een oneindige en onverschillige ruimtelijke uitgebreidheid, een witte doos zonder heldere contouren.

Onthutsend en fascinerend zijn de versleten termen, die hier maar moeten worden gebruikt om iets over te brengen van een sensatie die je krijgt als een danser als een ongecontroleerd projectiel door de ruimte vliegt. Om net voor je voeten neer te komen, in een vreemde mengeling van agressiviteit en onverschilligheid. Om niet te spreken van dat ene moment waarop alle dansers, acht in totaal, je letterlijk een spiegel voorhouden, met een achteloosheid die laat vermoeden dat in die spiegel "niets" te zien is.

Een danser is niet zozeer een autistische verschijning, veeleer een gek: de enige die wel hoogte, maar niet de gave van het woord heeft. Net zoals David Moss ritmische structuren, maar vooral zijn deconstructie van bekende schlagers (Delilah!) te grabbel gooit. In haar durf is dit een grensverleggende voorstelling.

Nog zaterdagavond om 20 uur en 22.30 uur in de Minard, Gent.