Date 2004-08-30

Publication De Tijd

Performance(s)

Artist(s)

Company / Organization

Keywords balzaaldavidtslogesboltheaterlogetheaterarchitectuurverschaffelongelijkheidseminarieugent

Het publiek op zoek naar zijn personage: Foto's en workshops tijdens het Theaterfestival

Het publiek op zoek naar zijn personage

Foto's en workshops tijdens het Theaterfestival

(tijd) - Tijdens het Theaterfestival in Gent loopt in de Balzaal van Vooruit een tentoonstelling over de theaterloge. Ze is het resultaat van een onderzoeksproject dat de vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Universiteit Gent samen met de VZW Ask! voerde naar de theatraliteit van de theaterzaal zelf.

Het Vlaams Theaterinstituut gaf het startschot voor het onderzoek. Het VTI wilde immers een tentoonstelling organiseren over hedendaagse theaterarchitectuur en bestelde daartoe een voorafgaande studie bij Bart Verschaffel en Wouter Davidts van de Gentse universiteit. Het tentoonstellingsplan van het VTI strandde, maar Verschaffel en Davidts zetten het onderzoek wel voort. Het uitgangspunt was een analyse van de evolutie van de publieksruimte in theaterzalen uit de 20ste eeuw. Zelden treft men daar nog het model van de klassieke zaal 'à l'italienne', met haar hoefijzervorm aan. De redenen zijn legio: die zaal zou bijvoorbeeld artistiek beperkend zijn of te veel slechte zichtlijnen bieden. Die visuele ongelijkheid tussen de verschillende toeschouwersplaatsen weerspiegelt bovendien de sociale ongelijkheid tussen toeschouwers. De klassieke zaal is dus ook sociaal 'verdacht'. In de afgelopen eeuw verlieten theatermakers dan ook massaal de klassieke zaal. Ze kozen voor de 'black box' of voor locatieprojecten. De 'black box' biedt het publiek inderdaad perfecte zichtlijnen, en de makers een maximale flexibiliteit.

Dat leverde de toeschouwer echter niet alleen winst op. In de verduisterde, ongedifferentieerde zaal kan hij immers zijn eigen 'rol' als toeschouwer niet meer opnemen. In de klassieke theaterzaal, merken Verschaffel en Davidts op, heerst de theatraliteit immers niet alleen aan de kant van de acteur, maar ook aan de kant van de toeschouwer. 'De toeschouwer betreedt het gebouw zoals de acteur op het podium stapt'. De hele theaterarchitectuur, met haar hall, foyer, zaal en loges, dient om die publieke verschijning te ensceneren. Het podium en de zaal vormen elkaars spiegelbeeld. De in onbruik geraakte theaterloge is daarvoor emblematisch: ze biedt de toeschouwer met zijn voorkamer, raam en balkon de gelegenheid zich voor te bereiden op zijn publieke verschijning.

Display

Die vaststelling werd het uitgangspunt van drie concrete onderzoeksprojecten. Aan de fotografe Charlotte Lybeer werd gevraagd een fotografische documentatie te maken van de loges in Belgische theaters. Een selectie van die prachtige foto's wordt op de muur aan de ingang van de Balzaal geprojecteerd, en ook gebundeld in een klein boekje.

De vraag wat die 'verdwijning van de toeschouwer als acteur' betekent, werd uitgespit in een workshop met jonge kunstenaars en een seminarie met studenten ingenieur-architect. De resultaten van beide werden samengebracht in een bijzondere 'display'. Op de vloer van de Balzaal werd een podium getimmerd met sokkels van verschillende hoogte. Om de projecten te bekijken, word je als bezoeker gedwongen dat podium te betreden. Die kunstgreep maakt het mogelijk de juiste kijkafstand tot elk project in te nemen, maar transformeert de kijker willens nillens tot een acteur.

De projecten van de Ask!-workshop zijn vooral vrije gedachte-experimenten. Opmerkelijk is de kolossale bol ingegoten in een betonblok van Herman Verhagen en Remco Van Dijk. Kamers rond deze bol geven uitzicht op het inwendige van de bol, maar staan ook in verbinding met een gang die als een spiraal omhoog loopt rond de bol. 'Nefelien' van Deborah en Virginie Bailly en Floris Dehantschutter transformeert een deel van Rome tot theater door een reuzenkoepel. Eva De Roovere en Bert Haerynck presenteren een theater dat modulair op te bouwen valt uit een stapeling van prefab-loges.

De resultaten van het seminarie zijn iets analytischer. De 'self-scenic theatre machine' van Ignaas Back, Manten Devriendt en Bruno Vermeersch biedt een ironische benadering van de vraag. De 'machine' is een motorhelm met op de plaats van de ogen een scherm. Dat projecteert de beelden die een camera, gemonteerd achterop de helm, opneemt. De drager kan zo voortdurend zijn eigen handelen analyseren om zijn 'performance-kwaliteit' aan te scherpen.

Pieter T'JONCK

'Loges in Belgische Theaters' is een uitgave van A&S/Books en is te verkrijgen via de Vakgroep Architectuur en Stedenbouw UGent (www.architectuur.ugent.be ) of op de tentoonstelling. De tentoonstelling loopt tot 4 sept., telkens van 18 tot 22u. in de Balzaal van Vooruit.