Date 1996-01-19

Publication De Standaard

Performance(s) In de eenzaamheid van de katoenvelden

Artist(s) Van Kraaij, Peter

Company / Organization Kaaitheater

Keywords dealerklantkoltèshandelwoordfigurenaanboddealgrijnverlangenzorgvuldig

Wonderlijk ballet van sierlijke woordfiguren: Kaaiteater brengt aangrijpende versie van stuk van Bernard-Marie Koltès

BRUSSEL -- In de eenzaamheid van de katoenvelden gaat over een ontmoeting tussen een dealer en een klant. Auteur Bernard-Marie Koltès bepaalde in de regie-aanwijzingen dat de dealer gespeeld moet worden door een zwarte. De taal van het stuk zelf roept echter onmiskenbaar het bloemrijke woordgebruik op dat in de achttiende eeuw in zwang was. Op die manier vallen in dit stuk twee werelden die ons ofwel vreemd zijn (Afrika), of waarvan de herinnering vervaagd is (de 18de eeuw) tot een vage figuur samen. Peter van Kraaij heeft in zijn regie van het stuk bij het Kaaiteater een van deze twee elementen genegeerd: de dealer (Wim Van der Grijn) is geen zwarte.

Een andere betekenisvolle verschuiving is dat de klant niet door een man, maar door een vrouw (Frieda Pittoors) gespeeld wordt. De eventuele verwijzingen naar Koltès' homoseksualiteit die in het stuk zouden te vinden zijn, worden zo aan het gezicht onttrokken. De voorwaardelijke wijs is hier belangrijk. De handel waar het in dit stuk over gaat, is immers een zeer biezondere, een handel in "verlangen". De dealer beweert dat hij zeker heeft wat de klant ook maar kan begeren. In dat "verlangen naar een te vervullen verlangen" van de dealer vinden we een klassieke figuur van de liefde. Het gaat er immers niet alleen om dat je zelf van iemand houdt, je verlangt ook, of vooral, dat de ander van jou houdt.

De figuur van een verdwenen vorm van handel drijven, die uitgaat van een -- arbitrair aangenomen -- wederzijdse erkenning van koper en verkoper als "gelijkwaardige partners in een spel, bepaalt het aanbod van de dealer.

En hier begint zand in de machine te raken, want de klant erkent de situatie, zoals de dealer ze definieert, niet. Als een op en top hedendaagse mens verwijst hij de onderhandelingssituatie naar de onwettelijkheid -- net zoals je vreemd zou opkijken als je in een supermarkt moet onderhandelen over de prijs van een fles melk.

De situatie wordt door Koltès ook van meet af aan gedefinieerd als een deal. Dat wil zeggen: een transaktie van verboden waren in onbepaalde, obscure ruimtes. Ze drukt zo de vervreemding van de klant tegenover de handelswijze van de dealer uit.

De dubbelzinnigheid van de klant zit hier in dat hij deze situatie wel opzoekt, maar toch het spel niet wil spelen. Zo zal het gesprek tussen dealer en klant uiteindelijk ontaarden tot een louter uitstel van fysieke agressie, omdat de wet in de duistere schemerzone van de dealer niet meer tussenkomt. Het stuk suggereert in zekere zin dat het eigenlijke verlangen van de klant een doodsverlangen is. Het besmet ook finaal het aanbod van de dealer: ook hij raakt betrokken in een spel van schijnbewegingen, ontkenning en intimidatie.

Effekt

In het uitstel van fysieke agressie ontstaat een hoogst wonderlijk ballet van sierlijke woordfiguren. De duidelijke uitgangssituatie verwordt, door de vele metaforen die de tegenspelers op elkaar stapelen, een schijnbaar zinloze opeenstapeling van diepzinnige bedenkingen die steeds verder afdrijven van het uitgangspunt.

Deze aanzwellende zinloosheid en richtingloosheid van het gesprek is een zorgvuldig geconstrueerd effekt van de tekst, en de vertaling van Patricia De Martelaere doet ze alle eer aan. De subtiele nuances tussen woorden als "plek" en "plaats" of "zachtheid", "vriendschap", "eerbied" worden zorgvuldig gerespekteerd. En ondanks het feit dat Peter van Kraaij zich niet houdt aan de oorspronkelijke rolinvulling van Koltès, is hetzelfde waar voor de manier waarop de akteurs deze woorden in de mond nemen. De fundamentele figuur van het stuk, een gesprek dat in dolmakende cirkelredeneringen het verlangen steeds onbereikbaarder en onwerkelijker maakt, blijft daardoor zeer overtuigend overeind.

Zalven

De aanhef van het stuk wordt in een volledig duister gespeeld. Je hoort van der Grijn met een fluwelen stem zijn zalvende aanbod doen; de woorden grijpen je als een warme hand en voeren je met zachte dwang binnen in de onbestemde wereld van de deal.

Het is een zuiver teatereffekt: de totale duisternis is veel moeilijker te negeren dan de duisternis op een filmscherm, ze neemt je helemaal in bezit. De scherpere, meer afgemeten stem van Frieda Pittoors, haar kleine aksentjes, halve lachjes en snerende intonaties doen je wakker schrikken uit de betovering van het aanbod van de dealer.

Terwijl het licht langzaam opkomt, maar nooit sterker wordt dan een vaal halfduister van kwikdamplampen, ga je mee in de konfrontatie. Soms verlies je de draad van de vele verwijzingen, dwaalt je denken even af, om dan plots weer bij te komen door een plotse uitspraak, een wisseling van spreekhoogte, een verandering van positie. En zo verlies je je helemaal in het doolhof waaraan ook de spelers ten prooi zijn.

Het laat je achteraf licht beduusd en gedesoriënteerd achter. Net als Koltès' tekst is ook hier sprake van een zorgvuldig gekonstrueerd effekt in het spel. Het leidt tot een aangrijpende voorstelling.

Tot 27 januari in de Studio van het Kaaiteater in Brussel, tel: 02-201.59.59. Daarna in Antwerpen en Leuven.