De tijd van het leven
Kassandra, speaking in twelve voices
Woensdag 10 maartKaaitheater Brussel
(tijd) - Het nieuwe stuk van Rosas op tekst van Oscar Van Woensel is een buitenbeentje in het oeuvre van Anne-Teresa De Keersmaeker. De dans dient in 'Kassandra' vooral als een suggestieve ondersteuning van de tekst.
De verhaalstof van 'Kassandra' is ontleend aan de Trojaanse oorlog. Kassandra kreeg van Apollo de gave om in de toekomst te zien. Maar als ze hem haar liefde weigert, vervloekt Apollo haar: niemand zal haar nog geloven, ook niet als ze de val van Troje in de strijd met de Grieken voorspelt. Als ze na de oorlog als slavin door Agamemnoon meegevoerd wordt naar zijn paleis voorziet zij dat Agamemnoons vrouw Klythaimnestra hem zal vermoorden en ook haar zal ombrengen. Maar dit keer zwijgt ze.
De tijdsstructuur van dit stuk is merkwaardig. De grote momenten van het verhaal worden door de dansers al van bij het begin gesuggereerd met pantomimische gebaren. Toch geven die pas later, soms zelfs naar het einde van het stuk toe, hun betekenis prijs. Als Igor Shyshko met naar voor wiegende heup tussen de vrouwen laveert, herken je moeiteloos hanig gedrag. Maar van de meeste gebaren krijg je geen hoogte. De tijd van het stuk wordt zo gecomprimeerd tot een enigmatisch beeld.
Ook de openingsmonoloog van Jacob Truszkowski vertoont die gecomprimeerde structuur. Schuchter schetst hij het portret van een man in de bloei van zijn leven. Maar in zijn verhaal breken ook herinneringen door aan een kind dat speelt in de schaduw of komt er een voorafschaduwing van de oude man die hij wordt. De tijd verschijnt hier dus niet als een rechte lijn, maar als een 'mille-feuilles' van overlappende inzichten, emoties en gebeurtenissen.
In een notendop geeft de opening van de voorstelling daarmee de tijdservaring van Kassandra weer, zij die weet hoe het allemaal afloopt, maar die wetenschap niet kan overbrengen. De toeschouwer begrijpt pas bij de afloop, als hij alle elementen kent van deze eerste bewegingspuzzel, dat hij keek met de ogen van de Trojaanse vechtjassen, die ziende blind hun ondergang tegemoetgingen.
De gelaagde structuur maakt het mogelijk het verhaal steeds verder open te trekken. Alle dansers, mannen en vrouwen, spelen de rol van Kassandra. De pruik die ze in het begin opzetten expliciteert dat. Kassandra wordt zo een veelzinnige figuur, een twaalfkoppig koor dat peilt naar de diepere betekenis van de verhaalstof. De enscenering put daaruit zijn relevantie: Van Woensel weeft in de tekst talloze verwijzingen naar onze tijd.
Maar verwacht geen pamflet of stellingname: de voorstelling tast in de vele verschijningen van Kassandra alleen het terrein af.Het stuk mondt daarbij uit op een gevoel van onmacht of onzekerheid.
Waarom worden voor dit stuk dansers en geen acteurs ingezet? Ze zijn niet zo vlot ter taal, zeker niet omdat de meesten in een hun vreemde taal, het Engels, moeten spreken. Maar die onhandigheid heeft ook een keerzijde: hun manier om aanwezig te zijn geeft de regie de mogelijkheid andere registers te bespelen dan met acteurs mogelijk zou zijn. Bij de première voelde je het potentieel, maar zag je ook dat het stuk nog zoekt naar een juiste balans.
Pieter T'JONCK
Nog in Kaaitheater op 13, 17, 18 en 19 maart om 20.30u. Inlichtingen: www.kaaitheater.be of 02/201.58.58.
Marc Holthof